Flexibele Aansluitleidingen (Toebehoren) - Wilo Economy Notice De Montage Et De Mise En Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

dient volgens de geldende voorschriften (in Duits-
land DIN 1988/deel 3) aangesloten te worden. De
overdracht van warmte door de aansluitleidingen
dient door middel van geschikte maatregelen
voorkomen te worden. PE-tanks uit het WILO-
assortiment zijn uitsluitend gemaakt voor het
opnemen van zuiver water. De maximale tempe-
ratuur van het water mag niet meer zijn dan 50 °C!
VOORZICHTIG!
De tanks zijn statisch uitgevoerd voor de nomi-
nale inhoud. Wijzigingen achteraf kunnen tot
een beperkte statica, ontoelaatbare vervormin-
gen of zelfs onherstelbare beschadiging van de
tank leiden!
Vóór de inbedrijfname van de DEA dient ook de
elektrische verbinding (droogloopbeveiliging) met
het regelsysteem van de installatie tot stand
gebracht te worden (gegevens hierover vindt u in
de inbouw- en bedieningsvoorschriften van het
regelsysteem).
AANWIJZING!
De tank dient voor het vullen gereinigd en
gespoeld te worden!
VOORZICHTIG!
Kunststof tanks zijn niet begaanbaar! Het
betreden of belasten van de afdekking kan tot
beschadiging leiden!
7.2.8 Compensatoren (toebehoren)
Voor de spanningsvrije montage van de DEA die-
nen de leidingen van compensatoren voorzien te
worden (afbeelding 7a). De compensatoren moe-
ten uitgerust zijn met een geluidsisolerende leng-
tebegrenzing om optredende reactiekrachten op
te vangen. De compensatoren dienen spannings-
vrij in de leidingen gemonteerd te worden. Het
niet in één lijn liggen of een verkeerde afstelling
van de leidingen mag niet met compensatoren
gecompenseerd worden. Bij de montage dienen
de schroeven gelijkmatig en kruislings aangehaald
te worden. De uiteinden van de schroeven mogen
niet uit de flens steken. Bij laswerkzaamheden in
de buurt moeten de compensatoren ter bescher-
ming afgedekt worden (vonkenregen, stralings-
Nom. doorlaat
Aansluiting
DN40
DN50
DN65
Tabel 2
AANWIJZING:
Flexibele aansluitleidingen zijn onderhevig aan
bedrijfsmatige slijtage. Regelmatige controles op
lekkage of andere gebreken zijn noodzakelijk (zie
aanbevelingen DIN 1988).
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-DEA
Schroefdraad-
Conische
aansluiting
buitendraad
Rp1 1/2"
R1 1/2"
Rp 2"
R 2"
Rp 2 1/2"
R 2 1/2"
warmte). De rubberen onderdelen van compen-
satoren mogen niet geverfd worden en dienen
tegen olie beschermd te worden. De compensato-
ren in de installatie moeten altijd toegankelijk zijn
voor een controle. Zij mogen daarom niet in de
isolatie van leidingen worden ingebouwd.
AANWIJZING:
Compensatoren zijn onderhevig aan slijtage.
Regelmatige controles op scheurtjes of luchtbel-
len, vrijliggend weefsel of andere gebreken zijn
noodzakelijk (zie aanbevelingen DIN 1988).

7.2.9 Flexibele aansluitleidingen (toebehoren)

Bij leidingen met schroefdraadaansluitingen kun-
nen flexibele aansluitleidingen gebruikt worden
voor de spanningsvrije montage van de DEA en bij
een kleine offset van de leidingen (afbeelding 7b).
De flexibele aansluitleidingen uit het WILO-assor-
timent bestaan uit een hoogwaardige, roestvrij
stalen, geribde slang met een roestvrij stalen
ommanteling. Voor de montage op de DEA
bevindt zich aan het uiteinde een afdichtende
roestvrij stalen schroefdraadverbinding met bin-
nendraad. Aan het andere uiteinde bevindt zich
een buitendraad voor de koppeling aan het lei-
dingssysteem. Afhankelijk van de betreffende
bouwgrootte dienen bepaalde, maximaal toelaat-
bare vervormingen aangehouden te worden (zie
tabel 2 en afbeelding 7b). Flexibele aansluitleidin-
gen zijn niet geschikt om axiale trillingen op te
vangen en desbetreffende bewegingen te com-
penseren. Het knikken of twisten bij de montage
dient door middel van geschikt gereedschap voor-
komen te worden. Bij een hoekoffset van de lei-
dingen is het noodzakelijk om de installatie door
middel van geschikte maatregelen aan de bodem
te bevestigen om het contactgeluid te verminde-
ren.
De flexibele aansluitleidingen in de installatie
moeten altijd toegankelijk zijn voor een controle.
Zij mogen daarom niet in de isolatie van leidingen
worden ingebouwd.
Max. buigradius
RB in mm
260
300
370
7.2.10 Drukregelaar (toebehoren)
Het gebruik van een drukregelaar is vereist bij
drukschommelingen in de toevoerleiding van
meer dan 1 bar of als de voordrukschommeling
zo groot is dat de installatie uitgeschakeld moet
worden of als de totale druk (voordruk en pomp-
opvoerhoogte in het nulniveaupunt - zie karakte-
ristiek) van de installatie groter is dan de nomi-
nale druk. Er moet een minimaal drukverlies van
Nederlands
Max buighoek
BW in °
60
50
40
61

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

ComfortComfort-nVario

Table des Matières