Télécharger Imprimer la page

EINHELL EKS-W 2040 Mode D'emploi page 25

Masquer les pouces Voir aussi pour EKS-W 2040:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 15
Anleitung EKS-W 2040 SPK2
Bij het vellen enkel zijdelings van de neerkomen-
de boom gaan staan.
Bij het teruggaan na de velsnede dient u op
neerkomende takken te letten.
Bij het werken op een helling dient de bedienaar
van de zaag hoger dan de te bewerken stam of
liggende boom of zijdelings ervan te staan.
Indien de aansluitkabel wordt beschadigd, dient
die door de fabrikant of door zijn vertegenwoordi-
ger van de dienst na verkoop te worden vervan-
gen om gevaren te voorkomen.
Om terugslag te vermijden zijn volgende punten
in acht te nemen:
De elektrische zaag nooit met de top van de rail
aanzetten om te snijden! Top van de rail altijd in
het oog houden.
Nooit met de top van de rail zagen! Wees voor-
zichtig bij het voortzetten van reeds begonnen
sneden.
De snede altijd met draaiende zaagketting begin-
nen!
Zaagketting steeds naar behoren scherpen.
Nooit meerdere takken tegelijk doorzagen!
Tijdens het afsnoeien erop letten dat geen ande-
re tak wordt geraakt.
Tijdens het pas zagen op dichtbij liggende stam-
men letten. Indien mogelijk zaagbok gebruiken.
5. Transport van de kettingzaag
Vóór het transport van de kettingzaag de netstekker
uittrekken en de kettingkast over rail en ketting schui-
ven. Wanneer meerdere sneden met de kettingzaag
worden uitgevoerd, moet de zaag tussen de sneden
worden uitgeschakeld.
6. Vóór de inbedrijfstelling
De spanning van de stroombron moet overeenko-
men met de gegevens vermeld op het kenplaatje van
de machine. Telkens voor werkbegin de kettingzaag
op perfecte werkwijze en behoorlijke bedrijfszekere
toestand controleren. Voor werkbegin werking van
de smering van de ketting en het oliepeil controleren
(zie. fig. 9). Bevindt zich de olie ca. 5 mm voor de
onderste rand (zie fig. door „min" gemerkt), dient u er
olie bij te gieten. Boven dit merk werkt u in het veilige
gebied.
Kettingzaag aanzetten en boven heldere grond hou-
den. Voorzichtig, de kettingzaag mag de grond niet
raken; daarom dient u een veiligheidsafstand van ca.
20 cm in acht te nemen. Indien zich een toenemend
oliespoor vertoont, werkt de smering van de ketting
perfect. Indien zich geen oliespoor vertoont, eventu-
19.09.2005
10:33 Uhr
Seite 25
eel olieuitlaatkanaal (4), bovenste kettingspanboor-
gat (14) en oliekanaal reinigen.
7. Montage van de geleiderail en zaag-
ketting (zie fig. 2/3)
Netstekker mag niet aangesloten zijn.
- Let op! Het voorste handscherm (1) moet altijd
in de bovenste (verticale) positie staan.
Geleiderail en zaagketting worden niet gemonteerd
bijgeleverd. Voor de montage eerst de bevestigings-
schroef (12) en de schroef (16) door draaien tegen
de wijzers van de klok in afschroeven en de afdek-
king (10) van de remkast verwijderen. Gedurende de
montage alsook bij het spannen en de eindcontrole
handschoenen dragen als bescherming tegen ver-
wondingen door de scherpe snijkanten. Vóór het
monteren van de geleiderail met zaagketting de
snijrichting van de tanden in acht nemen (zie fig.
2)! Geleiderail (15) met de top recht omhoog houden
en zaagketting (14), aan de top van de rail begin-
nend, installeren. Monteer dan de geleiderail met
kettingspanwiel (A) en zaagketting als volgt:
Geleiderail met zaagketting op de railbout (B) leggen
zodat het kettingspanwiel (A) naar buiten wijst.
Zaagketting rond het kettingwiel (C) leggen. Ketting
voorspannen door het kettingspanwiel met de wijzers
van klok mee te draaien. Vervolgens de afdekking
(10) van het kettingwiel erop plaatsen en de bevesti-
gingsschroef (12) lichtjes aanhalen.
8. Spannen van de zaagketting
Trek telkens de netstekker uit het stopcontact
voordat u aan de machine werkt.
Veiligheidshandschoenen dragen!
Let erop dat de zaagketting (14) in de geleidegroef
van de rail (15) ligt! De ketting wordt dan correct
gespannen door het kettingspanwiel (11) met de wij-
zers van de klok te draaien (door draaien tegen te
richting van de wijzers van klok in kan de ketting los-
ser worden gemaakt). Vervolgens de bevestigings-
schroef (12) aanhalen en de schroef (16) erin draai-
en. Controleer opnieuw de spanning van de ketting
(zie fig. 10). De zaagketting niet te hard spannen.
In koude bedrijfstoestand moet u de ketting in het
midden van de geleiderail ca. 3 mm kunnen optillen.
Als de zaagketting warm wordt gaat de ketting uitzet-
ten en doorhangen. De zaagketting zou dan kunnen
afspringen. Indien nodig, ketting naspannen. Als de
zaagketting in warme toestand wordt nagespannen
dient u ze aan het einde van de zaagwerkzaamhe-
den zeker te ontspannen. Anders zouden bij het
afkoelen door het samentrekken van de zaagketting
zich hoge spanningen voordoen. Een nieuwe zaag-
ketting heeft een inlooptijd van ca. 5 minuten nodig.
Hierbij is een voldoende smering van de ketting heel
NL
25

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

45.015.5201015