elco STRATON S Notice D'utilisation page 57

Gebruiksaanwijzing
Condenserende stookolieketel
STRATON S 17 / 21 / 26 / 30 / 35 / 40
1 2 3
17 16 15
1 Schakelaar AAN / UIT
2 Indicator branderstoring
3 Resetknop brander
4 Indicator STB-storing
5 STB-testknop (TÜV)
6 Toets bedrijfsmodus drinkwater
7 Toets bedrijfsmodus
verwarmingscircuit(s)
8 Infotoets
9 Functietoets schoorsteenveger
Algemeen
De condenserende stookolieketel
STRATON S is ontworpen voor het
verwarmen van woonruimtes en de
bereiding van warm water via een
gesloten verwarmingsinstallatie met
een aanvoertemperatuur van max. 85 °
C en een bedrijfsdruk van max. 3 bar.
Daarbij voldoet hij aan de Europese en
nationale milieuwetgevingen in de
landen van installatie.
Brandstoffen
Stookolie Extra Licht conform de
nationale normalisatie:

AT: ÖNORM C1109: stookolie
standaard en zwavelarm.

BE: NBN T52.716: standaard en NBN
EN590: zwavelarm.

CH: SN 181160-2: stookolie EL en
biostookolie zwavelarm.

DE: DIN 51603-1: standaard en
zwavelarm, alsook stookolie EL Bio10
conform DINV 51603-6.

Andere landen: stookolie EL,
kinematische viscositeit < 6 mm²
(Redwood-I 41,0s (GB)),
zwavelgehalte < 1000 ppm.
4 5 6
14 13
10 Functietoets handmatige
bediening
11 Bevestigingstoets OK
12 Regelknop
omgevingstemperatuur
13 Terugkeertoets ESC
14 Dunne smeltveiligheid
15 Regelknop max. keteltemperatuur
16 Ontgrendeltoets STB
17 Ontgrendeltoets STB
(verbrandingsgas)
Fabrieksinstellingen

Keteltemperatuur max. 80 °C.

Warmwatertemperatuur 55 °C.

Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110
°C.
Vóór het inschakelen
Controleer of aan de navolgende
veiligheidsvoorschriften is voldaan.
Controleer daarenboven:

Is de sifon van het toestel met water
gevuld?

Is het verwarmingssysteem met
voldoende water gevuld?

Is de afsluitkraan van de verwarming
geopend?

Is er stookolie in de tank?

Zijn de olieafsluitkranen geopend?

Is er stroom voorhanden?

Zijn de afvoeropeningen voor de
verbrandingslucht vrij?
Ketel inschakelen

Ketelschakelaar (1) AAN.

Verwarming en warmwaterbereiding
in overeenstemming met de
instellingen gerealiseerd via de
verwarmingsregeling.
Opmerking
Bij normaal bedrijf wordt de
keteltemperatuur via de
verwarmingsregeling
ingesteld. Voor een probleemloze
werking moet de regelknop voor de
7 8
max. keteltemperatuur (15) op 90°
ingesteld worden.
Zomermodus
In de zomer wordt de verwarming
automatisch via de verwarmingsregeling
uitgeschakeld wanneer de
bedrijfsmodustoets van de
verwarmingscircuit(s) (7) op "Auto" staat.
Ze kan ook handmatig worden
uitgeschakeld door de
bedrijfsmodustoets op "
12 11 10 9
stellen .
's Zomers mag de
verwarmingsketel alleen via
bedrijfsmodustoets (7) uitgeschakeld
worden. Bij uitschakeling via de
ketelschakelaar is de werking van de
vorstbescherming en de bescherming
van de zonne-installatie niet
gegarandeerd
Stilstand van de installatie
Bij langere stilstand van de
verwarmingsinstallatie:

Ketelschakelaar / spanningstoevoer
uitschakelen.

Olieafsluitkranen sluiten.

Installatie niet legen (behalve bij
vorstgevaar).
Bij vorstgevaar tijdens de stilstand
moeten de ketel en de
verwarmingsinstallatie volledig
worden geledigd. Alvorens ze opnieuw
te gebruiken, moet ze volledig
opnieuw in dienst worden gesteld.
Storingen
Branderstoringsindicator (2) gaat
branden.

Kort op ontgrendeltoets (3) drukken.
Als de installatie na twee keer drukken
niet begint te werken:

Ketelschakelaar (1) UIT.

Olieafsluitkranen sluiten.

Klantenservice contacteren.
Wat te doen bij gevaar

Noodschakelaar UIT.

Ketelschakelaar (1) UIT.

Olieafsluitkranen sluiten.
Voor het blussen geschikte
blusapparatuur, bv. brandblussers
conform DIN 14406, brandklasse B
gebruiken.
57
" in te
NL