Télécharger Imprimer la page

Messung Der Pulsweite „Ms - VOLTCRAFT AT-400 Notice D'emploi

Publicité

d) Frequentiemeting
De DMM kan de frequentie van een signaalspanning van 1 Hz tot 40 MHz meten en weergeven.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „Hz". Op het display ver-
schijnt „Hz".
- Steek het rode meetsnoer in de Hz-meetbus (9), het zwarte in de
COM-aansluiting (8).
- Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (signaalgene-
rator, schakeling, enz.).
- De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display
weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en
schakel de DMM uit.
e) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten
evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „Ω ".
- Steek het rode meetsnoer in de Ω -meetbus (9), het zwarte in de
COM-aansluiting (8).
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met
elkaar te verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca. 0 -
0,5 ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren).
- Sluit nu de beide meetpunten aan op het meetobject. De meetwaar-
de wordt in het display weergegeven, mits het meetobject niet
hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabili-
seerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren.
- Zodra "OL" (voor overflow = overloop) op het display verschijnt, heeft
u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en
schakel de DMM uit.
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten
waarmee de meetstiften in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en der-
gelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen.
100
l) Messung der Pulsweite „ms"
Achten Sie bei Arbeiten an laufenden Motoren auf drehende und unter Span-
nung stehende Teile. Verletzungsgefahr!
Die Pulsweite (Pulsdauer) ist die Zeit einer Halbwelle. In der KFZ-Technik werden Bauteile (z.B. Ven-
tile etc.) über Halbwellen von Steuersignalen geregelt. Je länger eine solche Halbwelle dauert, umso
länger bleibt z.B. ein Ventil geöffnet. Die Anzeige kann auf die positive oder negative Halbwelle ange-
setzt werden. Das Messergebnis zeigt die Pulsdauer in Milli-Sekunden (ms) an. Durch Addition der
positiven und negativen Pulsdauer (+/-) erhalten Sie die gesamte Periodendauer des Steuersignals.
Zur Messung gehen Sie wie folgt vor:
- Schalten Sie das DMM ein und wählen den Messbereich „ms-PULSE"
- Stecken Sie die rote Messleitung in die V-Messbuchse (9), die
schwarze Messleitung in die COM-Messbuchse (8).
- Wählen Sie mit der Taste „RANGE" (4) die Triggerposition (+ oder -).
+ Zeigt die Pulsdauer der positiven Halbwelle in ms an.
- Zeigt die Pulsdauer der negativen Halbwelle in ms an.
- Kontaktieren Sie die schwarze Messleitung mit der Karosserie des
Fahrzeugs (Massepotenzial).
- Verbinden Sie die rote Messleitung mit dem Steuersignal.
- Die Pulsdauer wird im Display in ms angezeigt. Für eine kurze Zeit
wird „OL" angezeigt, bis die Pulsdauer erfasst wurde. Bleibt diese
Anzeige auf „OL", so kontrollieren Sie bitte die Kontaktstellen.
- Entfernen Sie nach Messende die Messleitungen vom Messobjekt
und schalten Sie das DMM aus.
21

Publicité

Chapitres

loading