SSM60
4) Nat gras of op een natte ondergrond maaien.
a. Wacht totdat het gras en de ondergrond droog
genoeg zijn om te voorkomen dat de banden het
gazon beschadigen.
b. Stel bij nat gras een hogere maaihoogte in dan bij
droog gras, omdat de maaihoogte vaak lager is
dan verwacht.
c. Stel een lagere rijsnelheid in en maak geen
plotselinge start, stop of draaibewegingen.
Anders kunt u het gazon beschadigen.
5) Erg droog of dor gras maaien
a. Kijk uit welke richting de wind komt zodat u de
rijrichting kunt kiezen waarbij u zo weinig mogelijk
hinder ondervindt van opwaaiend stof.
b. Reinig de afschermingen van de lucht inlaat
openingen onmiddellijk als die verstopt zijn.
c. Houd
het
waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur in de gaten als u onder
stoffige omstandigheden moet maaien.
BELANGRIJK: rijd
de
luchtinlaatopeningen
zijn om schade aan de motor te
voorkomen.
VERGRENDELSYSTEEM VOOR UITWORP AAN DE
ZIJKANT
a. Houd de uitworpafdekking (1) omhoog door aan de
borgpen (2) te trekken om deze te ontgrendelen.
b. Wanneer u de borgpen (2) loslaat, wordt de
uitworpafdekking automatisch vergrendeld.
voor
niet
met
de
tractor
afschermingen
van
verstopt
de
als
de
36
2
AFB. 6-5
AFB. 6-6
1