DE AANDRIJFRIEM CONTROLEREN EN VERVANGEN
1) Controle voor gebruik:
Controleer of de riemspanning correct is. Bij een
juiste riemspanning moet de afstand tussen de
windingen van de spanveer 1 tot 1,2 mm bedragen.
2) De riemspanning controleren:
a. Controleer de spanning van elke riem. Meet de lengte
of speling tussen de windingen van de spanveer.
b. Als de gemeten lengte van de veer of de speling
tussen de windingen afwijkt van de opgegeven
waarde, pas dan de lengte of speling aan door de
moer van de spanstang los te halen en de stang te
verdraaien.
INSPECTIE EN SERVICE VAN ELK ONDERDEEL
A: lengte
B: speling
A: 129 131 mm
B: 1 1,2 mm
39
AFB. 7-2
AFB. 7-3
AFB. 7-4