1. Bodemvochtigheidssensor in de besproeiings
zone plaatsen.
(16)
2. Besturingsmodule
van de behuizing van de
besproeiingsbesturing afnemen.
3. [ Afb. I5 ]: Sensor, evt. met verlengsnoer of
adapter, op de sensoraansluiting
besproeiingsbesturing aansluiten.
Sensor aanmelden [ afb. I6 ]:
Een sensor wordt automatisch na 60 sec. aange
meld. De sensortoewijzing
de actuele sensorstand dry (droog) / wet (vochtig)
wordt aangegeven.
Bijv. sensor 1 dry (droog) alleen voor ventiel 1
Sensor afmelden [Level 6]:
Wanneer zonder sensor dient te worden besproeid,
terwijl tevoren een sensor werd aangemeld, moet
deze sensor eerst worden afgemeld.
1. Sensor van de besproeiingsbesturing lostrekken.
2. [ Afb. I6 ]: Menutoets 5 keer indrukken
[Level 6].
De sensortoewijzing
(a)
,
actuele sensorstand dry / wet worden aan-
gegeven.
4. PROGRAMMERING
Om het programma in te stellen kan het bestu
ringsgedeelte eraf gehaald en de programmering
mobiel uitgevoerd worden (zie 3. INGEBRUIK
NAME Batterij plaatsen).
De programmering kan op elk gewenst tijdstip
door indrukken van de Man.toets worden afge
broken. Alle tot dat tijdstip gewijzigde en met de
OKtoets bevestigde programmagegevens wor
den opgeslagen.
Actuele tijd en weekdag instellen:
1. [ Afb. P1 ]: Menutoets indrukken [Level 2]
(niet nodig als de batterij er opnieuw ingelegd is).
De urenindicatie en Time knipperen.
2. [ Afb. P2 ]: Uren met de ▼▲toetsen instellen
(bijv.
uur) en met de OKtoets bevestigen.
9 9
Time en de minutenweergave knipperen op het
display.
3. [ Afb. P3 ]: Minuten met de ▼▲toetsen
instellen (bijv.
minuten) en met de OKtoets
30 30
bevestigen.
Time en de weekdagindicatie knipperen op het
display.
34
(21)
van de
(a)
(b)
(c)
,
of
(pijl) en
(a)
.
(b)
of (c) (pijl) en de
3. [ Afb. I7 ]: OKtoets indrukken.
De sensor is afgemeld.
Voor de aansluiting van oudere sensors (met
2polige stekkers) is een GARDENA adapter
kabel art. 118900.600.45 nodig, die bij de
GARDENA Service kan worden besteld.
Diefstalbeveiliging monteren (optioneel)
[ afb. I8 ]:
Om de besproeiingsbesturing tegen diefstal te
beveiligen, kan de GARDENA diefstalbeveiliging
art. 181500.791.00 via de GARDENA service
dienst worden aangeschaft.
(22)
1. Klem
met de schroef
van de besproeiingsbesturing vastschroeven.
(22)
2. Klem
bijv. voor het vastzetten van een ketting
gebruiken.
Als de schroef er eenmaal ingeschroefd is, kan hij
niet meer losgemaakt worden.
4. [ Afb. P4 ]: Weekdag met de ▼▲toetsen
instellen (b.v. (Tu) dinsdag) en met de OKtoets
bevestigen.
De display springt naar de weegave
"Besproeiingsprogramma invoeren"
van de besproeiingsmodus
"Tijdgestuurde besproeiing" [Level 3].
Start Prog en de urenweergave knipperen in
de display.
Besproeiingsmodi:
De besproeiingsbesturing heeft
3 besproeiingsmodi:
A) Tijdgestuurde besproeiing:
Bij de "Tijdgestuurde besproeiing" start de
besproeiing overeenkomstig de ingevoerde
programma's. Tevens bestaat de mogelijkheid
om de besproeiingsprogramma's rekening te
laten houden met de bodemvochtigheid of de
neerslag. Zodra de grond vochtig genoeg is,
wordt het sproeien volgens het schema niet
uitgevoerd. Onafhankelijk daarvan blijft de
manuele besproeiing met Man. + OK mogelijk.
(23)
aan de achterzijde
B
C
B
A
1
2
3
4
5
6
D
w
•
•
7