VLT Frequency Converters, 0.25–90 kW
Installatiehandleiding
De volledige bedrading moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften ten aanzien van dwarsdoorsneden en
omgevingstemperatuur. Losse aansluitingen kunnen leiden tot apparatuurfouten of verminderde prestaties. Haal de
klemmen aan met het juiste aanhaalmoment zoals vermeld in stap 9 in de sectie Afbeeldingen.
5.
Controleer de specificaties van de zekering en de (Moeller) circuitbreaker. In bepaalde gevallen wordt een specifieke
behuizingsgrootte tussen haakjes weergegeven, wat aangeeft dat het item alleen op die specifieke behuizingsgrootte van
toepassing is. Zie stap 3 in de sectie Afbeeldingen.
De frequentieregelaar is geschikt voor gebruik in een circuit dat kan voorzien in een nominale kortsluitstroom (SCCR)
van maximaal 100 kA bij 480/600 V. Zie de productspecifieke design guide voor de SCCR-waarden van circuitbreakers en
schakelaars.
6.
Raadpleeg de specificaties van de voedingskabels. Stap 4 in het gedeelte Afbeeldingen toont de maximale kabelgroottes.
Gebruik koperdraad met een nominale temperatuur van minimaal 70 ºC (158 ºF). Zie de productspecifieke design guide
voor aluminium draad.
7.
Installeer de frequentieregelaar volgens de genummerde stappen in de sectie Afbeeldingen. Bepaalde afbeeldingen/stappen
hebben betrekking op specifieke behuizingsgroottes en zijn als zodanig gemarkeerd.
a.
Bevestig de onderdelen uit de accessoiretas op de frequentieregelaar. Zie stap 5 in de sectie Afbeeldingen.
b.
Monteer de frequentieregelaar op of tegen een massief, niet-brandbaar montageoppervlak zoals beton of metaal. Zorg
voor adequate koeling door een minimale vrije ruimte boven en onder de frequentieregelaar aan te houden. Zie stap 6 in
de sectie Afbeeldingen.
c.
Maak openingen in de kabelinvoerplaat. Zie stap 7 in de sectie Afbeeldingen.
d.
Installeer de stuurkabels. Zie stap 8 in de sectie Afbeeldingen.
e.
Installeer de aardbedrading, daarna de motorbedrading en daarna de netbedrading. Zie stap 9 in de sectie Afbeeldingen.
f.
Leg de stuurkabels naar de linkerzijde van alle frequentieregelaars behalve de B3. Leg de stuurkabels voor
frequentieregelaars B3 naar de rechterzijde.
8.
Bevestig de afdekking stevig op de frequentieregelaar.
9.
Voer de basisprogrammering voor de frequentieregelaar en de motor uit. Raadpleeg de productspecifieke
programmeerhandleiding.
Voor functionele-veiligheidsopties is extra bedrading en parameterconfiguratie vereist. Zie de afzonderlijke
bedieningshandleiding functionele veiligheid, zoals de Bedieningshandleiding Safe Torque Off, voor meer informatie over het
installeren van de veiligheidsoptie.
Brand-/noodmodus
1.9
Wanneer de frequentieregelaar in de brand-/noodmodus werkt, kan deze worden geprogrammeerd om zichzelf op te offeren, zodat de
applicaties (bijvoorbeeld ventilatie- of waterpompen) zo lang mogelijk blijven werken.
Voordat u de brand-/noodmodus inschakelt, moet u zorgen dat alle relevante parameters voor de motor en de applicatie correct zijn
geconfigureerd. Danfoss adviseert om de applicatie van minimum- naar maximumsnelheid te laten werken en vervolgens de applicatie
volledig te stoppen om te controleren of deze correct werkt zonder waarschuwingen of alarmen op het lokale bedieningspaneel.
Het niet uitvoeren van deze stap voordat de brand-/noodmodus wordt geactiveerd, kan leiden tot het vervallen van de garantie.
Zie parametergroep 24-** Applicatiefuncties 2 in de productspecifieke programmeerhandleiding voor meer instructies over het
configureren van de brand-/noodmodus of neem contact op met uw lokale Danfoss-leverancier.
40
| Danfoss A/S © 2025.02
Installatie
AN41701953385301-000301 / 130R1261