VLT Frequency Converters, 0.25–90 kW
Installatiehandleiding
1.7
EMC-correcte installatie
Zie de bedieningshandleiding of design guide voor meer informatie.
Gebruik afgeschermde kabels voor de motoruitgang (niet-afgeschermde kabels in metalen kabelgoten zijn toegestaan), de rem-,
DC- en kabels voor besturing.
Zorg dat de motor-, rem- en DC-kabels zo kort mogelijk worden gehouden, om het interferentieniveau van het totale systeem te
beperken. Houd een afstand van minimaal 200 mm (7,9 in) aan tussen netvoedingsingang, motorkabels en stuurkabels.
Voer de stromen terug naar de frequentieregelaar met behulp van een metalen montageplaat en geschikte EMC-
verbindingsklemmen. Zorg voor een goed elektrisch contact van de montageplaat, via de montagebouten, naar het metalen frame
van de behuizing.
Als de aansluitpunten van de afscherming niet dezelfde potentiaal hebben, sluit dan een vereffeningsdraad met lage impedantie
aan, parallel aan de afgeschermde kabel.
Bij gebruik van afgeschermde kabels voor relais, stuurkabels, signaalinterface, veldbus of rem moet u de afscherming aan beide
uiteinden op de behuizing aansluiten. Als het aardingspad een hoge impedantie heeft of stroomvoerend is, moet u de aansluiting
van de afscherming aan één kant onderbreken om aardlussen te vermijden.
De frequentieregelaar installeren
1.8
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
Het aanraken van een niet-afgedekte motor-, netvoedings- of DC-aansluitstekker of -klem kan leiden tot
ernstig of dodelijk letsel.
Alle stekker- en klemafdekkingen voor de motor-, netvoedings- en DC-aansluitingen moeten binnen de
IP20-behuizing worden geïnstalleerd om een IP20-beschermingsklasse te bieden. Als de stekkers en de
klemafdekkingen niet zijn geïnstalleerd, wordt de beschermingsklasse beschouwd als IP00.
De installatielocatie is belangrijk. Raadpleeg voor het installeren van panelen de productspecifieke design guide.
De volledige uitgangsstroom is beschikbaar wanneer aan de volgende installatievoorwaarden is voldaan. Raadpleeg voor temperaturen
en hoogtes buiten dit bereik de secties Deratingin de productspecifieke design guide.
Maximale omgevingstemperatuur: zie productlabel.
Minimale omgevingstemperatuur: 0 ºC (32 ºF).
Hoogte < 1000 m (3280 ft) boven zeeniveau.
1.
Identificeer de behuizingsgrootte. Zie
2.
Raadpleeg de typecodes om opties te identificeren die extra bedrading en configuratie vereisen. Zie stap 1 in de sectie
Afbeeldingen.
Door de QR-code op het frontpaneel te scannen, wordt de zoekpagina voor documentatie geopend. Gebruik het
optienummer om naar gerelateerde documentatie te zoeken. Gebruik bijvoorbeeld MCA 120 om te zoeken naar
documentatie over de VLT® PROFINET MCA 120.
3.
Zorg dat de bedrijfsomgeving en de elektrische installatie aan de volgende vereisten voldoen.
a.
Binnen zonder klimaatregeling/verontreinigingsgraad 2.
b.
Overspanningscategorie 3.
4.
Raadpleeg het bedradingsschema. Zie stap 2 in de sectie Afbeeldingen.
Danfoss A/S © 2025.02
WAARSCHUWING
Afbeelding
1.
Installatie
AN41701953385301-000301 / 130R1261 |
39