•
In het resetmenu kiest u het menu-item voor het inschakelen of uitschakelen van het terug-
zetten met de knop omhoog
de bevestigingsknop
verlaten.
i) Continue meting instellen
•
Selecteer het symbool van de continue meting
hoog
(7) en omlaag
(4) om in het menu van de continue meting te schakelen.
j) Opgeslagen gegevens wissen
•
Selecteer het wissymbool
(6) te drukken. Bevestig uw keuze met de bevestigingsknop
te schakelen.
•
In het menu selecteert u de gegevens voor het wissen met de knop omhoog
laag
(6). Bevestig het wissen met de bevestigingsknop
(5) om het menu zonder wissen te verlaten.
•
Bij het wissen worden de door het apparaat opgeslagen gegevens gewist.
Statistische gegevens wissen
1
U kunt de statistische gegevens zoals het aantal metingen (NUM), het gemiddelde (AVG), de
minimale waarden (MIN) en de maximale waarden (MAX) wissen.
•
Druk 2 seconden lang op de knop Clear
statistische gegevens worden op nul teruggezet. Het meten kan daarna weer beginnen.
13. Meetapparaat kalibreren
•
Houd de bevestigingsknop
kelen (nulkalibratie
•
Stel de kalibratiemodus in zoals hierboven beschreven in de paragraaf e) Kalibratiemodus
instellen in het hoofdstuk „Menuinstellingen". De nulkalibratie resp. de 2-puntskalibratie zijn
beschikbaar.
96
(7) en de knop omlaag
(4) of druk op de Clear-knop
(6) te drukken. Bevestig uw keuze met de bevestigingsknop
op het lcd-display door op de knop omhoog
(5) om de opgeslagen gegevens te wissen. Alle
(4) ingedrukt om naar de gewenste kalibratiemodus te scha-
of 2-puntskalibratie
(6). Bevestig uw keuze met
(5) om het menu zonder reset te
in het lcd-display door op de knop om-
(4) of druk op de Clear-knop
).
(7) en omlaag
(4) om in het wismenu
(7) en om-