Draadaanvoer; Gasaansluiting; Mig-Lassen Met Gasbescherming - WELDKAR WK MIG 5040 F SYNERGIC Mode D'emploi

3.5 DRAADAANVOER

Zorg ervoor dat de draaddiameter overeenkomt
met de draaddiameter groef in de aandrijfrol van de
aanvoermotor. Plaats de lasdraad op de draadrolhouder
en voer de draad (handmatig) tot in de aanvoerbuis
en verwijder op de lastoorts de kontakttip en het
gasmondstuk. Door de machine aan te zetten en de
toortsschakelaar ingedrukt te houden of schakelaar (50)
te gebruiken kan men de lasdraad doorvoeren tot deze
uit de lastoorts komt, daarna monteert men weer de
kontakttip (let op dat de lasdraaddiameter overeenkomt
met de diameter van de kontakttip) en het gasmondstuk.

3.6 GASAANSLUITING

- Bevestig de gascilinder met een ketting aan
het onderstel, de wand of een andere vaste
ondersteuning, zodat de cilinder niet kan vallen en
de kraan kan afbreken.
- Monteer het reduceerventiel op de gascilinder en
draai de moer met een sleutel vast, let op dat er een
afdichtring is gemonteerd.
- Bevestig de gasslang aan het reduceerventiel en
zet deze vast met een slangklem, dit om lekkage te
voorkomen.
- Open de gascilinder en stel de druk in op
8 - 10 ltr./min.
Let op: Het gassoort moet overeenkomen met het
materiaal wat u wilt lassen.

3.7 MIG-LASSEN MET GASBESCHERMING

Voor het lassen van staal gebruikt men een gasmengsel
van 85% Argon en 15% CO² (menggas). Ook andere
gasmengsels zijn mogelijk, zoals bv. 80% Argon en
20% CO².
1) Sluit de massakabel aan op de negatieve Din-
aansluiting van de stroombron (1). Verbind de
massaklem met het werkstuk, zo dicht mogelijk bij
het laspunt.
2) Sluit de MIG-lastoorts aan op de MIG euro-
connector (28) op de voorzijde van de
draadaanvoerunit. Draai de schroefkraag van de
toorts handmatig, met de klok mee, vast. Belangrijk:
Een onjuiste aansluiting op de MIG euro-connector
kan leiden tot vonkvorming en beschadiging aan de
machine en lastoorts.
3) Sluit de waterslangen van de toorts aan op voorzijde
van de draadaanvoerunit (30/31). Zorg ervoor
dat de blauwe (toevoer) en rode (afvoer) slangen
overeenkomen met de kleur van de aansluitingen.
4) Sluit de gasslang van het tussenpakket aan op de
(tule) aansluiting (32) van de draadaanvoerunit.
Controleer op lekken.
5) Sluit het kortste gedeelte van de waterslangen
van het tussenpakket aan op de achterzijde van de
draadaanvoerunit (35/36) en het langste gedeelte
van de waterslangen op de achterzijde van de
waterkoeler (76/77). Zorg ervoor dat de blauwe
(toevoer) en rode (afvoer) slangen overeenkomen
met de kleur van de aansluitingen.
6) Sluit de stuurstroomkabel van het tussenpakket
aan op de achterzijde van de draadaanvoerunit
14
INVERTER WELDER WK MIG 5040 F SYNERGIC
(33). Gebruik hiervoor de 14-polige vrouwelijke
stekker. Sluit de 14-polige mannelijke stekker van de
stuurstroomkabel van het tussenpakket aan op de
achterzijde van de stroombron (7).
7) Sluit de stroomkabel van het tussenpakket
(WKP 35-50) aan op de achterzijde van de
draadaanvoerunit (34). Gebruik hiervoor het
kortste gedeelte. Sluit de langste zijde van de
stroomkabel van het tussenpakket (WKP 35-50) aan
op de achterzijde van de stroombron (6).
8) Sluit de verbindingskabel (tussen stroombron
en waterkoeler) aan op de achterzijde van
de stroombron (8) en de achterzijde van de
waterkoeler (75).
9) Sluit de drukregelaar aan op de gascilinder en de
gasslang van het tussenpakket op de drukregelaar.
Controleer op lekken.
10) Controleer of de juiste netspanning overeenkomt
met het lasapparaat. Sluit de machine aan op de
netspanning met behulp van de voedingskabel.
11) Zet de machine aan met de aan/uit schakelaar (5).
12) Op de draadaanvoerunit moet worden ingesteld
dat er met een 500 Ampère stroombron wordt
gewerkt. Hou hiervoor de bedieningsknop (62)
óf beide bedieningsknoppen (62 en 63) ± 6
seconden ingedrukt. In het digitale display (37)
verschijnt nu de waarde 350, 400 of 500. Door
aan de bedieningsknop (62) te draaien, kan deze
waarde worden gewijzigd. Stel de waarde in op 500.
Druk op de bedieningsknop (62) om de waarde te
bevestigen.
13) Zet de proceskeuzetoets (21) op MIG (21a).
14) Als er een watergekoelde MIG-lastoorts en
waterkoelunit wordt gebruikt, controleer dan of
de waterkoeler voldoende koelvloeistof bevat
en alle aansluitingen op de juiste wijze zijn
aangesloten. Selecteer met de keuzetoets (51)
optie 'waterkoeling' (52), wanneer u de waterkoeler
wilt inschakelen en een watergekoelde toorts
gebruikt. Selecteer de optie 'luchtkoeling' (53),
wanneer u een luchtgekoelde lastoorts gebruikt. De
waterkoeler is dan uitgeschakeld.
15) Zet de keuzetoets (54) op TIG 2-takt of 4-takt
(betreffende led licht op).
16) Stel de lasspanning (39) handmatig in met
bedieningsknop (62), bij gebruik van programma 1.
Bij het gebruik van een synergisch programma (P-2
t/m P-24) hoeft u alleen de lasstroom (45) in te
stellen.
17) Stel de draadaanvoersnelheid (43) handmatig
in met bedieningsknop (63), bij gebruik van
programma 1. Bij het gebruik van een synergisch
programma (P-2 t/m P-24) hoeft u alleen de
lasstroom (45) in te stellen.
18) Stel de parameters in met keuzetoets (57).
19) Plaats de MIG-lastoorts op het materiaal, druk
de schakelaar op de lastoorts in en stel de
draadsnelheid zodanig in dat je een egaal en
gelijkmatig geluid krijgt (bij gebruik van programma
1). Als de draadsnelheid te hoog is, zal de draad
geen tijd krijgen om goed in te branden en zal er
veel spat- en vonkvorming zijn. Als de
draadsnelheid te laag is ingesteld, zal de draad
afsmelten in druppelvorm en dus ook geen goede
inbranding geven.