Installatie; Beschrijving Van De Uitrusting; Het Monteren Van De Draadspoel; Draadaanvoer - WELDKAR WK MIG 3140 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

3. INSTALLATIE

Lees deze instructies vóór het gebruik van het apparaat
a.u.b. aandachtig door.
Deze moet worden uitgevoerd door bevoegd
personeel. Alle aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht overeenkomstig de geldende
voorschriften en in volledige overeenstemming met
de veiligheidsreglementen (CEI reglement 26-10 -
CENELEC HD 427).
-
Vergewis u ervan dat de netspanning overeenstemt
met de spanning die is aangegeven op het
kenplaatje.
-
Controleer bij het monteren van een stekker of
deze een geschikte capaciteit heeft en verbind de
geel/groene geleider van de voedingskabel met de
aardingspen.
WAARSCHUWING! Verlengkabels tot 30 m moeten een
doorsnede hebben van minstens 2,5 mm².

3.1 BESCHRIJVING VAN DE UITRUSTING

1
1) Mig-Lastoorts aansluiting
2) Din Massakabelaansluiting (-)
3) Gasslang aansluiting.
4) Aan / Uitschakelaar (hoofdschakelaar)
5) Voedingskabel
6) Ventilator voor het koelen van de omvormer.
7
10
16
8
4
3
2
8
9
15
14
INVERTER WELDER WK MIG 3140
7) Digitale display (Voltage).
8) Digitale display (Lasstroom, draadaanvoersnelheid)
9) Led-lamp die aangeeft dat het display (8) de
draadaanvoersnelheid voor het
MIG-lassen weergeeft.
10) Led-lamp die aangeeft dat het display (8) de
lasstroom weergeeft.
11) Led-lamp deze brandt als het apparaat is
ingeschakeld.
12) Led-lamp om aan te geven dat de thermostaat is
geactiveerd.
13) Schakelaar voor draaddoorvoer en gas test
14) Wave control: Zorgt voor een rustige, afgevlakte
lasboog in het kortsluitboog gebied.
15) Instelknop: Regelt, afhankelijk van de
geselecteerde LED, de lasstroom (LED 10) of
draadaanvoersnelheid bij MIG-lassen (LED 9).
16) Instelknop lasspanning: Gebruik deze om de
lasspanning in te stellen.
Reduceerventiel
Gascilinder
Figuur 1
Beschermgas
5

3.2 HET MONTEREN VAN DE DRAADSPOEL

1. Plaats de draadspoel van 15 kg op de draadrolhouder.
2. Stel de naafspanning in zodat de draadrol op de
juiste afstelling is ingesteld.
3. Gebruik de moer om de draadspoel vast te zetten.
6

3.3 DRAADAANVOER

Zorg ervoor dat de draaddiameter overeenkomt
met de draaddiameter groef in de aandrijfrol van de
aanvoermotor.
Plaats de lasdraad op de draadrolhouder en voer
de draad (handmatig) tot in de aanvoerbuis en
verwijder op het laspistool de contactbuis en het
gasmondstuk. Door de machine aan te zetten en de
toortsschakelaar ingedrukt te houden of schakelaar
(13) te gebruiken kan men de lasdraad doorvoeren
tot deze uit de lastoorts komt, daarna monteert men
weer de contactbuis (let op dat de lasdraaddiameter
Figuur 2
overeenkomt met de diameter van de contactbuis) en
het gasmondstuk.
11
12

3.4 GASAANSLUITING

13
-
Bevestig de gascilinder met een ketting aan
de laswagen, de wand of een andere vaste
ondersteuning, zodat de cilinder niet kan vallen
en de kraan kan afbreken.
-
Monteer het reduceerventiel op de gascilinder
en draai de moer met een sleutel vast, let op dat
er een afdichtring is gemonteerd.
Figuur 3
Stroombron met
draadaanvoerunit
Lastoorts
Aardklem
Werkstuk

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières