Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
uitlaatgassen zich kan opbouwen.
C 2
Gebruik alleen op gronden die
worden verlicht door daglicht of
door gepast kunstlicht.
C 3
Vooraleer de motor te starten moet
u het maaiblad loskoppelen, de
schakelpook in "neutraal" (N) zetten
en de parkeerrem aantrekken.
C 4
Probeer de grasmaaier zo weinig
mogelijk op nat gras te gebruiken.
C 5
Gebruik niet op te steile hellingen.
Controleer de in deze handleiding
aangegeven limieten.
GEVAAR - Risico van omkantelen op
steile hellingen.
# Gebruik de machine niet op gazons met
hellingen van meer dan 25% (14°).
# Gebruik de machine niet op gazons met
zijhellingen van meer dan 15% (8°).
C 6
Vergeet niet dat er niet zoiets als
een "veilige" helling is. Maaien op
hellende gazons vereist speciale
zorg en ervaring. Om omkantelen te
voorkomen:
- nooit plots stoppen of starten op
hellingen;
- zet de aandrijving steeds
voorzichtig in en houd de
rijdversnelling steeds ingeschakeld,
vooral op dalende hellingen;
- snelheid moet worden verminderd
op hellingen en in scherpe bochten;
- rijd hellingen nooit naar beneden
met de schakelpook in neutraal (N);
schakel een lagere versnelling in;
- let op voor aardhopen, hobbels en
verborgen gevaren;
- rijd nooit dwars over hellingen,
altijd ophoog of omlaag.
Page 58 de 160
C 7
Let altijd goed op bij
richtingveranderingen op hellingen.
C 8 Stop het maaimes bij overrijden van
ander terrein dan gazons en als de
grasmaaier wordt vervoerd naar en
van de werkzone.
C 9
Gebruik de grasmaaier niet met
defecte beschermkappen of zonder
aangebrachte
veiligheidsinrichtingen, zoals
bijvoorbeeld de graszak.
C 10 Verander de motorafstellingen niet
en knoei niet met de machine om
het motortoerental te verhogen. Als
het toerental van de motor te hoog
is, kan dit kwetsuren bij de
gebruiker veroorzaken.
C 11 Schakel alle snijdbladen en
rijkoppelingen uit vooraleer de
motor te starten.
C 12 Handen en voeten moeten uit de
buurt van het maaiblad worden
gehouden. Blijf steeds uit de buurt
van de grasuitstortopening.
C 13 Vooraleer u de bestuurderzetel
verlaat:
- plaats de schakelpook in neutraal
(N) en schakel de parkeerrem in
(afb. 37-38)
- schakel het maaiblad uit en laat de
maaibladkap zakken;
- stop de motor en neem de sleutel
uit.
C
GEVAAR – Vooraleer
14
enige inspectie, reiniging
of werkzaamheden aan
de machine te verrichten
en vooraleer de
grasuitstortbuis te
ontstoppen, moet u de
motor uitzetten, de sleutel
uit het contact halen en
de instructies in de
handleiding opvolgen.
Publicité
