Télécharger Imprimer la page

Bosch GLM 40 Professional Notice Originale page 488

Masquer les pouces Voir aussi pour GLM 40 Professional:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 38
OBJ_BUCH-1222-007.book Page 35 Monday, September 5, 2016 4:56 PM
wordt het symbool d weergegeven. Voor het onderscheid tus-
sen de metaalsoorten moet het meetgereedschap zich boven
het gevonden metalen voorwerp bevinden (ring 1 is rood ver-
licht).
Opmerking: Bij bouwstaalmatten en wapeningen in de on-
derzochte ondergrond wordt over het gehele oppervlak een
uitslag in de meetindicatie i aangegeven. Bij bouwstaalmatten
wordt altijd vlak boven de ijzerstaafjes in het display het sym-
bool e voor magnetisch metaal weergegeven. Tussen de ijzer-
staafjes verschijnt het symbool d voor niet-magnetisch me-
taal.
Stroomkabel
De functie „stroomkabel" is uitsluitend geschikt voor het vin-
den van netspanningvoerende leidingen (110–230 V).
Druk op de toets 8 om de functie „stroomkabel" te activeren.
De ring 1 en de indicatie 4 boven de toets 8 zijn groen verlicht.
Als een spanningvoerende leiding wordt gevonden, wordt in
het display 3 de indicatie f. Beweeg het meetgereedschap
meermaals over het oppervlak om de spanningvoerende lei-
ding nauwkeuriger te lokaliseren. Nadat meermaals over het-
zelfde gedeelte is bewogen, kan de spanningvoerende leiding
zeer nauwkeurig worden aangegeven. Als het meetgereed-
schap zich zeer dicht bij de leiding bevindt, knippert de ver-
lichte ring 1 rood en klinkt er een geluidssignaal met kort op-
eenvolgende tonen.
Aanwijzingen:
– Spanningvoerende leidingen worden in elke functie aange-
geven.
– Spanningvoerende leidingen kunnen gemakkelijker wor-
den gevonden als stroomverbruikers (zoals lampen en ap-
paraten) worden aangesloten op de op te sporen leiding en
deze verbruikers worden ingeschakeld.
– Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld achter
metalen oppervlakken of achter oppervlakken met een
hoog watergehalte) kunnen spanningvoerende leidin-
gen niet altijd worden gevonden. De signaalsterkte van
een spanningvoerende leiding is afhankelijk van de plaats
van de kabels. Controleer daarom door verdere metingen
in de nabije omgeving of andere informatiebronnen of er
een spanningvoerende leiding aanwezig is.
– Niet-spanningvoerende leidingen kunt u als metalen voor-
werpen met de functie „metaal" vinden. Draadkabels wor-
den daarbij niet weergegeven (in tegenstelling tot kabels
van massief materiaal).
– Statische elektriciteit kan ertoe leiden dat leidingen on-
nauwkeurig, bijv. over een groot bereik, of niet weergege-
ven worden. Om de indicatie te verbeteren, legt u uw vrije
hand naast het meetgereedschap plat tegen de muur om
de statische elektriciteit af te bouwen.
Tips voor de werkzaamheden
 De meetresultaten kunnen principieel door bepaalde
omgevingsomstandigheden beïnvloed worden. Daar-
toe behoren bijv. de nabijheid van toestellen die sterke
elektrische, magnetische of elektromagnetische vel-
den opwekken, natheid, metaalhoudende bouwmateri-
alen, met aluminium gecoate isolatiematerialen alsook
Bosch Power Tools
geleidend behangselpapier of geleidende tegels. Neem
daarom voor het boren, zagen of frezen in muren, plafonds
of vloeren ook andere informatiebronnen in acht (bijv.
bouwplannen).
Voorwerpen markeren
U kunt gevonden voorwerpen indien nodig markeren. Meet
zoals u gewend bent. Als u de grenzen of het midden van een
voorwerp heeft gevonden, markeert u de gezochte plaats
door de markeringsopening 2.
Temperatuurbewaking
Het meetgereedschap is voorzien van een temperatuurbewa-
king, aangezien een nauwkeurige meting slechts mogelijk is
zolang de temperatuur binnen in het meetgereedschap con-
stant blijft.
Licht de indicatie voor de temperatuurbewaking g op, bevindt
het meetgereedschap zich buiten de bedrijfstemperatuur of
heeft het blootgestaan aan sterke temperatuurschommelin-
gen. Schakel het meetgereedschap uit en laat het eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het weer inscha-
kelt.
Waarschuwingsfunctie
Licht in het display 3 de indicatie b op en knippert de indicatie
4 boven de toets 10, dient u de meting opnieuw te starten.
Neem het meetgereedschap van de muur en zet het op een
andere plaats op de ondergrond.
Knippert in het display 3 de indicatie b, dient u het meetge-
reedschap in het meegeleverde beschermetui naar een er-
kende klantenservicewerkplaats te sturen.
Nakalibreren
Als in de functie „metaal" de meetindicatie i continu uitslaat,
hoewel zich geen metalen voorwerp in de buurt van het meet-
gereedschap bevindt, kan het meetgereedschap handmatig
worden nagekalibreerd.
– Schakel het meetgereedschap uit.
– Verwijder alle voorwerpen die kunnen worden aangegeven
uit de buurt van het meetgereedschap, ook polshorloge of
ringen van metaal, en houd het meetgereedschap in de
lucht.
Let erop dat de batterij-indicatie h nog minstens een derde
van de capaciteit aangeeft:
Houd het meetgereedschap zo dat het typeplaatje 13 naar
de grond wijst. Voorkom fel licht van lichtbronnen of recht-
streeks zonlicht op de gedeelten 12 en 13 zonder deze ge-
deelten af te dekken.
– Druk tegelijkertijd op de toetsen 5 en 7 en houd beide toet-
sen ingedrukt tot de ring 1 rood verlicht is. Laat vervolgens
beide toetsen los.
– Als het kalibreren is geslaagd, start het meetgereedschap
na enkele seconden automatisch en is het weer gereed om
te worden gebruikt.
Opmerking: Als het meetgereedschap niet automatisch
start, herhaalt u het nakalibreren. Start het meetgereedschap
dan nog niet, dient u het in het meegeleverde beschermetui
aan een erkende klantenservice te sturen.
Nederlands | 35
1 609 92A 270 | (5.9.16)

Publicité

loading