Télécharger Imprimer la page

Milwaukee DCM2-350 Mode D'emploi page 11

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
Voor aanvullende veiligheidsinstructies dient u Veiligheidsinstructiebook nr. 58-13-0000 te lezen.
Speciale veiligheid voor kernboren
1.
Houd het werkgebied droog. Bij het werken met de kernboormotor wordt water gebruikt. Daar het gebruik van elektrische apparatuur in een natte omgeving
gevaarlijk is, moet het apparaat geaard worden. Draag geïsoleerde schoenen en handschoenen als extra beveiliging tegen elektrische schokken.
2.
Wanneer een kern uit een vloer wordt geboord, valt de kern gewoonlijk van het bit. Zorg dat eventueel onder de vloer aanwezige personen en goederen
goed beschermd zijn.
Geluids-en trillingsinformatie
Het kenmerkende A-gewogen geluiddrukpeil van het apparaat is lager dan 90 dB (A). Het lawaainiveau tijdens bedrijf kan de 103 dB (A) overschrijden.
Draag oogbeschermers!
De kenmerkende gewogen versnelling is 2.9 m/s
Beschrijving van werking
(Zie tabel voor specificaties op uw kernboormotor)
Modellen met koppeling
Bepaalde kernboormotoren zijn voorzien van een frictiekoppeling ter
beveiliging van de motor en tandwielen. Als de motor overbelast raakt,
begint de koppeling te slippen waardoor het bit ophoudt met draaien.
Deze koppeling is op de fabriek afgesteld en hoeft niet te worden
bijgesteld. Storend (frequent) geslip van de koppeling moet worden
verholpen door een bevoegd MILWAUKEE servicecentrum. Vragen over
de koppeling kunt u richten aan de fabrikant.
Modellen met breekbout
Bepaalde kernboormotoren zijn voorzien van een breekbout (B5) om de
tandwielen en motor tegen overbelasting te beveiligen. Deze bout drijft
de ashuls aan. Als het bit vastloopt, breekt de bout zodat beschadiging
van de tandwielen en de motor wordt voorkomen. De kernboormotor wordt
geleverd met extra breekbouten. Het is belangrijk dat u elke keer als u
het apparaat gebruikt, eerst de conditie van de as controleert. De as
moet glad zijn zonder groeven of putjes. Als de as niet in goede staat
verkeert, kunnen de schroefdraden in de ashuls samensmelten met de
as waardoor de kernboor tijdens het boren vastloopt.
Zachte start
De bediendingskast (F7) heeft een functie voor een zachte start. Wanneer
de kernboormotor wordt ingeschakeld, loopt het toerental binnen 1-2
seconde soepel op tot volle toeren. Deze zachte start beperkt het risico
dat de lijnzekering door brandt en voorkomt schokken tijdens het starten.
Reststroomapparaat (E13)
Bepaalde kernboormotoren zijn voorzien van een reststroomapparaat
(RCD, Residual Current Device). Dit is een beveiligingsapparaat dat de
stroomtoevoer afsluit als er storingen ontstaan in de netstroom of in het
circuit van de motor. Kernboormotoren die van een RCD zijn voorzien,
mogen nooit zonder een reststroomapparaat worden gebruikt.
12H stekker (E14)
Bepaalde kernboormotoren zijn voorzien van een 12H stekker volgens
de IEC 309 specificaties. Deze specificaties worden over de hele wereld
erkend en zijn bedoeld om te voorkomen dat stekkers en contrastekkers
met verschillende nominale spanning en stroomsterkte aan elkaar worden
gekoppeld. De massabus bevindt zich op een voorgeschreven uurpunt,
afhankelijk van de nominale spanning van het apparaat. De plaats van
de massapen van de stekker is het spiegelbeeld van de contrastekker.
Bovendien zijn de nominale spanningen voor alle IEC 309 stekkers en
contrastekkers kleurgecodeerd voor visuele identificatie.
De MILWAUKEE kernboormotoren met IEC 309 stekker maken gebruik
van een 12H opstelling wat betekent dat, wanneer de spiebaan in de
stand 6 uur staat, de massapen in de stand 12 uur staat. De nominale
spanning van de 12H opstelling is 125/250 V wisselstroom. Deze opstelling
is bedoeld voor een geïsoleerde voeding, gewoonlijk een geïsoleerde
transformator.
All manuals and user guides at all-guides.com
KERNBOORMOTOREN
2
.
Montage
Kernboormotoren moeten op een standaard worden bevestigd
Volg de specifieke aanwijzingen in de verpakking van de standaard.
Gebruik de montagegaten (A1) aan de achterzijde van de kernboormotor
voor het monteren van de motor op de standaard.
Bedieningskast monteren
De bedieningskast kan boven op de kernboorstandaard of op de kern-
boormotor worden gemonteerd.
Bedieningskast bovenop de kernboorstandaard monteren
Bevestig de bedieningskast (C7) met een band (C6) bovenop de kern-
boorstandaard (C8). Zorg dat de lip (C9) die zich bovenop de
bedieningskast bevindt, bovenop de kernboorstandaard rust.
Bedieningskast op het motorhuis van de kernboormotor monteren
1.
2.
Waterafsluiter aanbrengen en bevestigen
1.
2.
3.
Kernboorbit installeren
Voorkom ongelukken door altijd de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen voordat u accessoires verwisselt of bijstellingen
uitvoert.
1.
2.
3.
9
Verwijder het deksel (D10) van de borstelhouder door de schroef (D11)
op de bovenkant van het deksel te verwijderen. Bewaar het deksel van
de borstelhouder.
Bevestig de bedieningskast (D7) op het motorhuis (D12) met de schroef
uit het deksel van de borstelhouder.
Verwijder de onderdelen van de waterafsluiter uit het accessoirezakje.
De koperen ringen in het accessoirezakje zijn bedoeld nodig voor het
monteren van het bit.
Steek de afsluitercombinatie in de ashuls (A3) op de kernboormotor.
Met de hand vastdraaien en daarna nog ongeveer een kwartslag met
de verstelbare sleutel (niet geleverd).
Sluit de waterafsluiter aan op de watertoevoer.
WAARSCHUWING!
Voordat het bit wordt geïnstalleerd, eerst de spil (A2) en de schroefdraad
van het bit invetten zodat corrosie wordt voorkomen en het bit niet
vastloopt op de schroefdraad van de spil.
Schuif één koperen ring (uit het afzonderlijke zakje met de componenten
van de waterafsluiter) tegen de spilkraag op de getapte spil. Het zakje
bevat een extra koperen ring voor toekomstig gebruik.
Draai het bit goed vast op de spil.
Nederlands

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Dcm2-250Dcm2-180