Isolatietest Met Hulpspanning - VOLTCRAFT ET-200 Mode D'emploi

Als er geen meting uitgevoerd kan worden of de continuïteitstest (0-weerga-
ve) mislukt, controleert u de ingebouwde zekering „FUSE". De vervanging
van de zekering wordt beschreven in het hoofdstuk „Schoonmaken en
onderhoud".
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten
waarmee de meetsondes in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en
dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat negatief beïnvloeden.
Bij de laagohmige meting wordt ook de weerstand van de meetsnoeren
betrokken bij de meting. De weerstand van het meetsnoer is ca. 0,5 Ω. De
schematische voorstelling wordt aan de rechterkant weergegeven. De beide
weerstanden „R E1" en „R E2" vertegenwoordigen de meetsnoeren. „R" staat
voor het te meten object. Alle drie de weerstanden zijn opgenomen in de
meting. Om de weerstand van het meetsnoer niet in de meting op te nemen,
kunt u de functie „ZERO" activeren.
d) Isolatietest met hulpspanning
Controleer of alle te meten onderdelen van de schakeling, schakelingen en
componenten evenals andere te meten objecten volledig spanningsloos en
ontladen zijn. Als het meetapparaat in het meetcircuit een spanning ≥25 V/DC
of ≥25 V/AC detecteert, dan is een isolatietest niet mogelijk. Voor elke isolatie-
test moet een spanningsmeting worden uitgevoerd (AC + DC).
Tijdens de isolatietest kan sprake zijn van gevaarlijke spanning op de meets-
ondes. Een bliksempictogram in de display waarschuwt voor een dergelijke
spanning. Deze spanning is ook aanwezig op alle aangesloten stroomcircuits
en geleiders. Raak tijdens de isolatiemeting geen schakelingen of onderdelen
van de schakeling aan.
Pak niet boven de tastbare handgreepmarkeringen op de meetsondes of de
geïsoleerde krokodillenklemmen.
De isolatietest maakt het meten van de isolatieweerstand van veiligheidsgerelateerde bescher-
mende maatregelen met een verstelbare hulpspanning mogelijk. Hierdoor kan een onjuiste
of onvoldoende isolatie worden vastgesteld. De vereiste isolatieweerstanden kunnen worden
afgeleid van de geldende normen.
117