Télécharger Imprimer la page

DeVilbiss iFill PD1000A Serie Guide De L'utilisateur page 49

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
De iFill-zuurstoffles voor continue toediening gebruiken
1
2
Bevestig de neuscanule (of
Breng de canule/het masker
het masker) aan het
aan op uw neus en gezicht.
aansluitpunt van de canule.
Open de klep van de
zuurstofcilinder.
VEELGESTELDE VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER PULSEDOSE
V.
Hoe werkt een zuurstofbesparingsapparaat? Hoe weet het apparaat wanneer ik inadem?
A.
Tijdens het inademen beweegt uw middenrif omlaag waardoor de druk in de longen daalt. Via de neus en mond stroomt lucht naar binnen om de druk weer op peil te brengen. Deze
negatieve druk is tevens in de neus en mond aanwezig bij het inademen. Dit druksignaal verplaatst zich via de neuscanule naar een druksensor in het PulseDose
zuurstofbesparingsapparaat. Een mechanisch of elektronisch circuit opent vervolgens een ventiel waarbij een exact afgemeten dosis zuurstof wordt toegediend. Als het ventiel wordt gesloten,
is de sensor gereed voor het detecteren van de volgende inademing.
V.
De puls(en) lijken zo kort. Krijg ik echt genoeg zuurstof binnen?
A.
Ja. Het PulseDose-apparaat geeft een intern geregelde, exacte dosis zuurstof af bij een relatief hoge stroomsnelheid aan het begin van elke inademing. Hierdoor kan de zuurstof diep in de
longen doordringen en zo een optimale uitwerking hebben. Bij PulseDose hoeft minder zuurstof te worden toegediend om hetzelfde therapeutische effect te bereiken als bij continue
zuurstoftoediening.
V.
Ik hoor de zuurstofstoot niet. Werkt de PulseDose-modus wel?
A.
Als u de zuurstofstoot niet kunt horen, hoeft u alleen maar naar het groene PulseDose-lampje te kijken om u ervan te vergewissen dat het apparaat werkt op basis van uw ademhaling.
Daarnaast kunt u het uiteinde van de canule voor uw lippen houden terwijl u inademt door de mond. U voelt dan de zuurstofstoot. Het PulseDose-apparaat houdt niet de hoeveelheid
beschikbare zuurstof in de gaten. Controleer van tijd tot tijd de zuurstofmeter om vast te stellen of de zuurstofvoorraad nog voldoende is. Als de zuurstoffles leeg raakt, blijft het groene
PulseDose-lampje continu branden om aan te geven dat het zuurstofbesturingsapparaat wordt aangestuurd door de ademhaling.
V.
Waarom kan ik geen canule gebruiken met het PulseDose-apparaat die langer is dan 10 m?
A.
De PulseDose-aansturing wordt niet merkbaar beïnvloed door de lengte van de canule, maar de zuurstoftoediening wél. Als de canule langer is dan 10 m, wordt de zuurstofstoot vertraagd.
Het therapeutische moment tijdens de ademhalingscyclus ligt vast. Als de zuurstof niet op dat exacte moment wordt toegediend, heeft de patiënt er niet de gewenste baat bij.
V.
Ik heb altijd luchtbevochtigers gebruikt in combinatie met zuurstof. Moet ik een luchtbevochtiger gebruiken bij het PulseDose-apparaat?s
A.
Nee. PulseDose is niet in staat uw inademing te detecteren door het water in de luchtbevochtiger. Veel patiënten merken overigens dat bevochtiging overbodig is. Ze vinden dat PulseDose
comfortabeler is omdat het zuurstof in pulsen afgeeft, terwijl voor de rest alleen normale kamerlucht wordt ingeademd.
V.
Als ik sneller ademhaal, wordt er niet bij elke ademteug een zuurstofstoot toegediend. Heb ik niet altijd een dosis nodig?
A.
Omdat het PulseDose-apparaat met de patiënt meeademt, heeft het een bovengrens (40 ademhalingen per minuut) die ervoor zorgt dat u niet te veel zuurstof binnenkrijgt. Als u langzaam
ademhaalt, wordt tijdens elke ademteug een dosis zuurstof toegediend. Als de ademhaling sneller gaat, leveren de apparaten nog steeds een dosis bij elke ademteug. Op dat moment krijgt u
meer zuurstof per minuut binnen omdat bij elke zuurstofstoot dezelfde hoeveelheid wordt toegediend terwijl het aantal ademhalingen is toegenomen. Bij continue zuurstoftoediening blijft de
afgegeven hoeveelheid zuurstof constant. Naarmate u sneller ademhaalt, neemt de hoeveelheid extra zuurstof zelfs af omdat bij elke ademteug de zuurstofconcentratie daalt doordat u meer
kamerlucht inademt.
VERZORGING EN ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
Houd het apparaat schoon en verwijder vocht en stof. Maak het apparaat minimaal een keer per week schoon door het af te vegen met een droge, pluisvrije doek. Voorkom dat vloeistoffen of vuil,
zoals zand of stof, in de aansluitingen van de zuurstofslang binnendringen. Niet in water onderdompelen. Niet schoonmaken met een schoonmaakproduct dat een oplosmiddel bevat. Laat het
apparaat niet vallen en zet het niet op een plek waar het kan kantelen of omvallen. Zo kunt u beschadiging van het apparaat voorkomen. Gebruik voor vervoer van het apparaat indien mogelijk een
gevoerde draagtas, zoals de tassen die in het gedeelte Accessoires worden vermeld. Zo'n draagtas kan het apparaat beschermen bij een val. Bescherm het apparaat tegen extreme temperaturen.
Probeer geen ander onderhoud uit te voeren.
WAARSCHUWINGEN VOOR OPSLAG EN HATERING
Zet zuurstofflessen niet in niet-geventileerde ruimtes zoals de achterbak van een auto. Bovenmatige hitte kan veroorzaken dat de ontlastingsklep de inhoud van de fles plotseling en
snel vrijgeeft, waardoor de fles een projectiel kan worden en het zuurstofniveau in niet-geventileerde ruimtes enorm toeneemt.
Laat zuurstofflessen niet achter in de cabine van een voertuig zonder ventilatie. Als een fles lekt, kan een vonk een brand starten die ernstig letsel of de overlijden tot gevolg kan
hebben.
Verwijder flessen uit het voertuig wanneer de bestemming bereikt is.
Hitte, vochtigheid, zon en kunstlicht hebben geen invloed op de werking van het apparaat, zolang het apparaat volgens de productspecificaties wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat de flessen goed zijn vastgezet zodat ze tijdens vervoer niet kunnen bewegen.
Dit apparaat bevat elektrische en/of elektronische apparatuur. Volg de lokale verordeningen en recyclingvoorschriften met betrekking tot de afvoer van onderdelen van het apparaat.
SE-535-CYL
3
4
Zet de keuzeschakelaar in de
Haal normaal adem.
voorgeschreven stand.
Wanneer de keuzeschakelaar
op een van de cijfers is
ingesteld, is het apparaat aan.
5
WAARSCHUWING
Voorkom ongevallen door
omvallende zuurstofflessen
door canuleslangen van
maximaal 3,5 m te
gebruiken bij kleine
zuurstofflessen. Zet flessen
die onbewaakt achterblijven
vast in een flessenhouder.
Als u klaar bent met het
gebruik van de iFill
zuurstoffles, draait u de
keuzeschakelaar naar "OFF".
Sluit de klep van de
zuurstofcilinder.
NL - 49

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ifill 535-cf serie