Lovibond Tintometer MD 100 Manuel D'instructions page 51

• Neutraliseren
De meeste analytische methoden werken uitsluitend correct binnen een gedefinieerd
pH-bereik. Voorkomt het monstermateriaal door een sterk afwijkende pH-waarde of
door een zeer hoge buffercapaciteit dat die reagentia dit beoogde pH-bereik kunnen
instellen? Dan moet u als gebruiker de pH-waarde van het monstermateriaal op
voorhand instellen.
• Verdunnen
Verdunnen van een monster kan wenselijk zijn al het analytgehalte groter is dan het
meetbereik van de methode of als u door te verdunnen de invloed van storingen wilt
miniseren.
Handel als volgt als u een zo nauwkeurig mogelijke verdunning wilt verkrijgen:
Pipetteer de gewenste hoeveelheid monstermateriaal met behulp van een geschikt
pipet of – bij een nog kleinere hoeveelheid – met een zuigerslagpipet in een 100 ml-
maatbeker. Vul de maatbeker tot aan de peilstreep met VE-water. Meng de inhoud
van de beker goed.
Neem vervolgens uit dit verdunde monstermateriaal de gewenste hoeveelheid zoals
beschreven in het analyseervoorschrift. Voer daarna de analyse uit. Reken vervol-
gens het getoond resultaat om naar het uitgangsvolume:
Voorbeeld voor een 100 ml-maatbeker
Gepipetteerd monstervolume / [ml] Vermenigvuldig het resultaat met
1
2
5
10
25
50
• Filtreren
Vertroebelingen in het monster kunt u wegnemen door te filtreren alvorens te gaan
analyseren tenzij het analyt zelf zich zeer goed in water laat oplossen en niet door
deeltjes is geadsorbeerd of daaraan is gebonden. Daarbij moet er wel op worden
gelet dat de filters in voldoende mate worden doorspoeld met monstermateriaal om
de analytconcentratie in het monster door het filtreren niet te vervalsen.
Wordt een vertroebeld of deeltjeshoudend monster voorafgaand aan of tijdens de
feitelijke analyse geklaard (bijvoorbeeld bij het bepalen van het totale fosforgehalte
of CSB)? Dan mag u het monster niet filtreren voordat u gaat analyseren. Deeltjes
kunnen namelijk kunnen bevatten en zo dus bijdragen tot het resultaat van de analy-
se. Dergelijke vertroebelingen verdwijnen meestal als gevolg van het klaren.
Zwakke vertroebelingen zijn ten dele compenseerbaar in geschikte fotometers als
een tweede golflengte in aanvulling op de te meten kleur in de achtergrond van de
vertroebeling wordt gemeten en in beschouwing wordt genomen.
EN Handbook of Methods
Sample
100
50
20
10
4
2
NL
51