LET OP!
De steunpoot moet altijd op de
vloer steunen. Plaats geen voorwerpen
onder de steunpoot. Zie de gebruiksaan-
wijzing van uw auto voor meer informatie
over de voetenruimte van sommige auto's.
OPMERKING:
verzeker u ervan dat het i-Size
beveiligingssysteem plat op de stoel ligt.
HET BEVEILIGINGssYsTEEM UIT HET
VOERTUIG VERWIJdEREN
Volg het installatieproces in omgekeerde
volgorde.
3/a.
Maak de ISOFIX-aansluitingen (5)
aan weerszijden van het kinderbe-
veiligingssysteem los. Druk tegelij-
kertijd op de aansluitknoppen (6).
3/b.
Druk op de ISOFIX-verlengknop (4)
en stel deze in op de kortste lengte.
3/c.
Druk op de knoppen (3) op het onder-
ste gedeelte van de steunpoot en plaats
deze horizontaal onder de zitting, d.w.z.
op de oorspronkelijke stand. Vouw de
voorpoot onder het onderstel op.
dE KANTELHOEK AFsTELLEN
4/a.
Het i-Size bevestigingssysteem
heeft twee kantelstanden voor de
veiligheid en het comfort van de
baby. Om de stand te wijzigen, drukt
u op de kantelknop aan de voorzijde
van het autostoeltje (8).
4/b.
Om het kantelsysteem (9) af te stel-
len (naar voren of naar achteren
gericht), schakelt u over van rotatie
naar vaste modus.
LET OP! DE ROTATIEMODUS IS ALLEEN
BEDOELD OM HET BEVESTIGINGSSYS-
TEEM AF TE STELLEN - GEBRUIK HEM
NIET TIJDENS HET RIJDEN.
GEBRUIK DAN DE VASTE STAND.
HET BEVEILIGINGssYsTEEM NAAR
ACHTEREN GERICHT GEBRUIKEN
Voor baby's tussen de 40 en 87 cm lang.
All manuals and user guides at all-guides.com
Verstelbare hoofdsteun (13 standen)
OPMERKING:
de verkleinkussens/
hoofdbeschermers moeten worden ge-
bruikt tot de baby 60 cm lang is.
OPMERKING:
de hoofdsteun biedt de
beste bescherming voor uw baby als
deze op de juiste hoogte afgesteld is.
Hij kan op 13 verschillende standen
worden afgesteld.
5/a.
D e h o o f d s t e u n m o e t zo d a -
nig worden afgesteld dat er een
opening is tussen de schouder
van het kind en de hoofdsteun.
Stel de hoofdsteun af door aan de be-
diening van de hoofdsteun bovenaan
(11) te trekken, het mechanisme te
ontgrendelen en de hoofdsteun op
grond van de lengte van het kind op
de juiste stand te laten zakken.
OPMERKING:
de schoudergordel is
stevig aan de hoofdsteun bevestigd en
moet afzonderlijk worden afgesteld.
OPMERKING:
het kinderbeveiligingssys-
teem kan naar achteren gericht worden
gebruikt tot het kind 87 cm lang is.
Het autostoeltje kan alleen naar voren
gericht zijn als:
- Het kind langer is dan 76 cm en min-
stens 15 maanden oud. Het wordt aan-
bevolen om het kinderbeveiligingssys-
teem zo lang mogelijk naar achteren
gericht te gebruiken;
- De hoofdsteun op de 7e stand (de
laagste) staat.
OPMERKING:
uit veiligheids- en ergo-
nomische overwegingen moeten pas-
geborenen en baby's die niet zelfstan-
dig kunnen zitten tot 1 jaar oud naar
achteren gericht en in de meest neerge-
laten stand reizen.
LET OP!
Zet het product als het naar
achteren is gericht niet op een voorzit-
ting met ingeschakelde airbag.
44
360º ROTATIE
Het kinderbeveiligingssysteem kan 360º
draaien. Dit is om u te helpen uw baby in
het autostoeltje te leggen. Het kan ook
worden afgesteld op de standen "naar vo-
ren gericht" of "naar achteren gericht".
6/a.
Draai het kinderbeveiligingssysteem
door de hendel voor kantelverstel-
ling (8) omlaag te drukken.
6/b.
Zet het autostoeltje op de rotatie-
modus.
LET OP! ROTATIESTAND:
alleen wanneer
het beveiligingssysteem op de rotatiemo-
dus staat en de indicator verschijnt, kan
de het autostoeltje worden gedraaid.
6/c.
Druk nu op de draaiknop (12) en draai
het autostoeltje naar de autodeur toe,
waardoor de veiligheidsgordel gemak-
kelijk kan worden vastgemaakt.
BEVEsTIGING MET BEHULP VAN HET
GORdELsYsTEEM
Gebruik het veiligheidsstoeltje niet zon-
der bekleding of gordelbeschermers.
De schouderbanden zijn stevig op hun
plaats bevestigd en mogen niet afzonder-
lijk worden versteld.
OPMERKING:
zorg er voor dat de
hoofdsteun goed is aangebracht
voordat u het kinderbeveiligingssys-
teem gebruikt.
OPMERKING:
controleer of er zich geen
speelgoed of harde voorwerpen op het
kinderbeveiligingssysteem bevinden.
7/a.
Maak de schoudergordels los door
op de stelknop (13) in het midden
van de zitting te drukken en tegelij-
kertijd aan de gordels te trekken.
OPMERKING:
trek niet aan de bescher-
mers, maar alleen aan de gordels.
7/b.
Haal de gordel uit de gesp door op de
rode knop te drukken.
NOTA:
controleer of de riemen aan het
lichaam van het kind aangepast zijn en
niet verdraaid zitten. Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel zo laag mogelijk in de
buurt van de taille zit en zorgvuldig vast-
gemaakt is.
Zet het kind in het autostoeltje.
Laat de gordels over de schouders van
het kind lopen.
7/c.
Schuif de beugels in elkaar en steek
het zo ontstane gedeelte in de gesp
tot u een "klik" hoort.
7/d.
Trek voorzichtig aan het middelste ge-
deelte van de gordel om hem zodanig
af te stellen dat het lichaam van het
kind door de gordels wordt omgeven.
HET BEVEILIGINGssYsTEEM
NAAR VOREN GERICHT GEBRUIKEN
Voor baby's tussen de 76 en 105 cm lang.
Verstelbare hoofdsteun (13 standen).
Om uw baby de best mogelijke bescher-
ming te bieden, raden wij aan het kinder-
beveiligingssysteem zolang mogelijk op
de naar achteren gerichte stand te ge-
bruiken. Gebruik het autostoeltje naar vo-
ren gericht als er onvoldoende ruimte is
voor de benen van het kind, zolang het
kind ten minste 76 cm lang is.
OPMERKING:
ongevallenstatistieken to-
nen aan dat de veiligste manier om een
kind in een autostoeltje te vervoeren is, als
het naar achteren is gericht. Daarom beve-
len we aan deze stand zo lang mogelijk te
gebruiken.
Het autostoeltje mag alleen vooruit ge-
richt zijn als:
- Het kind is langer is dan 76 cm;
- Het kind is ouder dan 15 maanden;
- De hoofdsteun op de 7e stand staat
(de laagste).
45