Alle andere handelingen zijn ook bestemd voor
niet-professionele gebruikers.
Beoogd gebruik
Het apparaat is ontworpen voor het voeden van
230 V naar aangesloten aansluitingen.
Het apparaat is bestemd voor gebruik binnen.
Dit product is alleen geschikt voor het beoogde
gebruik en de toepassing in overeenstemming
met deze gebruiksaanwijzing.
Deze handleiding geeft informatie die nodig is
voor een correcte installatie en/of correct gebruik
van het product. Een slechte installatie en/of
onjuist gebruik of onderhoud leidt tot onbevredi-
gende prestaties en mogelijke storingen.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor letsel of schade aan het product als gevolg
van:
• Onjuiste montage of aansluiting, inclusief te
hoge spanning
• Onjuist onderhoud of gebruik van andere dan
door de fabrikant geleverde originele reserve-
onderdelen
• Wijzigingen aan het product zonder uitdrukke-
lijke toestemming van de fabrikant
• Gebruik voor andere doeleinden dan beschre-
ven in deze handleiding
Dometic behoudt zich het recht voor om het uiter-
lijk en de specificaties van het product te wijzigen.
Technische beschrijving
Het apparaat is een omvormer van sinusgolven
van gelijkspanning naar wisselspanning.
Daarnaast biedt het apparaat de volgende func-
ties:
• Geïntegreerde microprocessor
• Kristalgestabiliseerde wisselspanningsuitgang
• Elektrische en thermische overbelastingsbeveili-
ging
• Laagspanningsbeveiliging
• overspanningsbeveiliging
• Ventilator met temperatuurregeling
Het toestel installeren
Montageaanwijzingen
• Het toestel kan horizontaal en verticaal worden
gemonteerd. Het is niet toegestaan om het
apparaat ondersteboven te monteren (afb. 6,
pagina 5).
• Laat voor een goede koeling ten minste 100 mm
vrije ruimte aan alle zijden van het apparaat
(afb. 5, pagina 5).
• De afstandsbediening moet op een toeganke-
lijke plaats worden geïnstalleerd.
Toestel monteren
A
LET OP! Gevaar voor schade
Controleer voor het boren of geen elek-
trische kabels of andere delen van het
voertuig door boren, zagen en vijlen
beschadigd kunnen raken.
1. Markeer en boor 8 gaten op het montageop-
pervlak (afb. 7, pagina 6).
2. Maak het apparaat goed vast (afb. 7,
pagina 6).
Afstandsbediening monteren
A
LET OP! Gevaar voor schade
Controleer voor het boren of geen elek-
trische kabels of andere delen van het
voertuig door boren, zagen en vijlen
beschadigd kunnen raken.
1. Snijd het montageoppervlak (afb. 2,
pagina 3) uit.
2. Sluit de afstandsbediening aan met de kabel
(afb. 1, pagina 3, 5).
3. Installeer de afstandsbediening.
Het toestel aansluiten
1. Leg alle vereiste leidingen.
2. Gebruik een kabel met een doorsnede van
2
4 mm
op massa.
3. Beveilig alle leidingen met trekontlastingen.
4. Sluit het apparaat aan (afb. 1, pagina 3).
4445103623
als aardingsaansluting van het apparaat
43