Vaillant uniTOWER pure VWL 108/7.2 IS C2 Notice D'emploi page 194

Installatie- en
onderhoudshandleiding
Inhoudsopgave
1 Veiligheid.......................................................... 196
1.1 Waarschuwingen bij handelingen...................... 196
1.2 Reglementair gebruik......................................... 196
1.3 Algemene veiligheidsinstructies ........................ 196
1.4 Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ........ 199
2 Aanwijzingen bij de documentatie ................. 200
2.1 Verdere informatie ............................................. 200
3 Productbeschrijving ........................................ 200
3.1 Warmtepompsysteem........................................ 200
3.2 Veiligheidsinrichtingen ....................................... 200
3.3 Koelbedrijf.......................................................... 200
3.4 Werkwijze van de warmtepomp......................... 200
3.5 Beschrijving van het product ............................. 201
3.6 Productoverzicht ................................................ 201
3.7 Gegevens op het kenplaatje .............................. 202
3.8 Aansluitingssymbolen ........................................ 202
3.9 CE-markering..................................................... 203
3.10 Toepassingsgrenzen ......................................... 203
3.11 Minimaal doorstroomvolume CV-water ............. 203
4 Montage ............................................................ 204
4.1 Product uitpakken .............................................. 204
4.2 Leveringsomvang controleren ........................... 204
4.3 Opstelplaats kiezen ........................................... 204
4.4 Minimaal opsteloppervlak van de
opstelruimte waarborgen ................................... 204
4.5 Afmetingen......................................................... 206
4.6 Minimumafstanden en vrije montageruimtes..... 207
4.7 Productafmetingen voor het transport ............... 207
4.8 Product transporteren ........................................ 207
4.9 Product indien nodig in twee modules
verdelen ............................................................. 208
4.10 Mantel demonteren............................................ 208
4.11 Schakelkast open zwenken ............................... 209
4.12 Mantel monteren................................................ 210
4.13 Binnenunit opstellen .......................................... 211
4.14 Draaglussen verwijderen ................................... 211
5 Hydraulische installatie................................... 211
5.1 Voorbereidende installatiewerkzaamheden
uitvoeren ............................................................ 211
5.2 Condensafvoerslang installeren ........................ 212
5.3 Toegestane totale koudemiddelhoeveelheid ..... 212
5.4 Koudemiddelleidingen plaatsen......................... 212
5.5 Koudemiddelleidingen aansluiten...................... 213
5.6 Koudemiddelleidingen op dichtheid
controleren......................................................... 214
5.7 Koud- en warmwateraansluiting installeren....... 214
5.8 2 CV-circuitaansluitingen installeren ................. 214
5.9 Bijkomende componenten aansluiten................ 214
194
6 Elektrische installatie ...................................... 215
6.1 Elektrische installatie voorbereiden ................... 215
6.2 Vereisten aan de netspanningskwaliteit ............ 215
6.3 Elektrische scheidingsinrichting......................... 215
6.4 Componenten voor functie blokkering
energiebedrijf installeren ................................... 215
6.5 Schakelkast openen .......................................... 215
6.6 Bedrading uitvoeren........................................... 216
6.7 Stroomvoorziening tot stand brengen................ 217
6.8 Stroomopname beperken .................................. 218
6.9 Communicatiekabel installeren.......................... 218
6.10 Modbus-kabel aansluiten................................... 219
6.11 Kabelgebonden systeemregelaar installeren .... 219
6.12 Externe circulatiepomp aansluiten..................... 220
6.13 Circulatiepomp met eBUS-regelaar
aansturen........................................................... 220
6.14 Maximaalthermostaat voor vloerverwarming
aansluiten .......................................................... 220
6.15 Kamerthermostaat aansluiten (optie) ................ 220
6.16 Externe driewegklep aansluiten (optie) ............. 220
6.17 Gebruik van het hulprelais ................................. 220
6.18 Cascades aansluiten ......................................... 220
6.19 Schakelkast sluiten ............................................ 221
6.20 Elektrische installatie controleren ...................... 221
7 Bediening ......................................................... 221
7.1 Bedieningsconcept van het product .................. 221
8 Ingebruikname ................................................. 221
8.1 Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren ............................. 221
8.2 CV-installatie vullen en ontluchten .................... 222
8.3 Warmwatercircuit vullen..................................... 222
8.4 Ontluchten ......................................................... 222
8.5 Product in gebruik nemen.................................. 222
8.6 Installatieassistent doorlopen ............................ 223
8.7 Menufuncties zonder optionele
systeemthermostaat .......................................... 223
8.8 Energiebalansregeling ....................................... 224
8.9 Compressorhysterese........................................ 224
8.10 Elektrische extra verwarming vrijgeven ............. 224
8.11 Legionellabescherming instellen ....................... 224
8.12 Installateurniveau oproepen .............................. 224
8.13 Installatieassistent opnieuw starten................... 224
8.14 Statistieken oproepen ........................................ 224
8.15 Controleprogramma's gebruiken ....................... 224
8.16 Actorentest uitvoeren......................................... 224
8.17 Drogen dekvloer zonder buitenunit en
systeemthermostaat .......................................... 225
8.18 Optionele systeemthermostaat in gebruik
nemen................................................................ 225
8.19 Te lage waterdruk in het CV-circuit
vermijden ........................................................... 226
8.20 Functie en dichtheid controleren ....................... 226
9 Aanpassing aan de CV-installatie .................. 226
9.1 CV-installatie configureren ................................ 226
9.2 Restopvoerhoogte van het product ................... 226
9.3 CV-pomp HK2 instellen ..................................... 227
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020318683_00