In Bedrijf Nemen - Buderus Logamatic SM200 Notice D'installation Pour Le Professionnel

Masquer les pouces Voir aussi pour Logamatic SM200:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

4

In bedrijf nemen

Legenda bij afb. 21 t/m 36
(geen identificatie van de aansluitklemmen):
Zonnesysteem
Functie
Extra functie (grijs weergegeven)
Randaarde
Temperatuur/temperatuursensor
BUS-verbinding tussen ketel en module
1
Boiler 1
2
Boiler 2
3
Boiler 3
230 V AC Aansluiting netspanning
BUS
Bus-systeem EMS plus
M1
Pomp of ventiel aangestuurd via temperatuurverschilrege-
laar
PS1
Zonnepomp collectorveld 1
PS3
Boilerlaadpomp voor tweede boiler met pomp
PS4
Zonnepomp collectorveld 2
PS5
Boilerlaadpomp bij gebruik van een externe warmtewisselaar
PS6
Boilerverlaadpomp voor verlaadsysteem zonder warmtewis-
selaar (en thermische desinfectie)
PS7
Boilerverlaadpomp voor verlaadsysteem met warmtewisse-
laar
PS9
Pomp thermische desinfectie
SM100
Module voor standaardzonne-installaties
SM200
Module voor uitgebreide zonne-installaties
TS1
Temperatuursensor collectorveld 1
TS2
Temperatuursensor boiler 1 onder
TS3
Temperatuursensor boiler 1
TS4
Temperatuursensor cv-retour in de boiler
TS5
Temperatuursensor boiler 2 onder of pool
TS6
Temperatuursensor warmtewisselaar
TS7
Temperatuursensor collectorveld 2
TS8
Temperatuursensor cv-retour uit de boiler
TS9
Temperatuursensor boiler 3 boven, aansluiting bijvoorbeeld
op de ketel (niet op SM200 aansluiten)
TS10
Temperatuursensor boiler 1 boven
TS11
Temperatuursensor boiler 3 onder
TS12
Temperatuursensor in aanvoer zonnecollector
(warmtehoeveelheidsmeter)
TS13
Temperatuursensor in retour zonnecollector
(warmtehoeveelheidsmeter)
TS14
Temperatuursensor ketel
(temperatuurverschilregelaar)
TS15
Temperatuursensor koeling
(temperatuurverschilregelaar)
VS1
3-wegklep voor verwarmingsondersteuning
VS2
3-wegklep voor tweede boiler met ventiel
VS3
3-wegklep voor retourtemperatuurregeling
WM1
Volumestroommeter (watermeter)
60
4
In bedrijf nemen
Alle elektrische aansluitingen correct aansluiten en pas
daarna de inbedrijfstelling uitvoeren!
▶ Respecteer de handleidingen van alle BUS-deelne-
mers in de installatie.
OPMERKING: Schade aan de installatie door een defec-
te pomp!
▶ Vul en ontlucht de installatie voor het inschakelen,
zodat de pompen niet drooglopen.
Wanneer de codeerschakelaar op een geldige positie staat, dan brandt
de bedrijfsindicatie constant groen. Wanneer de codeerschakelaar op
een ongeldige positie staat, brandt de bedrijfsindicatie eerst niet en be-
gint daarna rood te knipperen.
Functie van de module via codeerschakelaar toekennen:
• SM200 in één BUS-systeem met bedieningseenheid en extra ketel.
– Codeerschakelaar op 1
• een SM200 en een SM100 in één BUS-systeem met bedieningseen-
heid en extra ketel.
– Codeerschakelaar SM200 op 1
– Codeerschakelaar SM100 op 2
Instellingen bij zonne-installaties met een module in het BUS-systeem
1. Codeerschakelaar instellen.
2. Eventueel de codeerschakelaar op overige modules instellen.
3. Schakel de voedingsspanning (netspanning) voor de totale installatie in.
Wanneer de bedrijfsindicatie van de module permanent groen brandt:
4. Neem de bedieningseenheid aan de hand van de meegeleverde handleiding
in bedrijf en stel deze overeenkomstig in.
5. In het menu Instellingen zonne onder Zonneconfigurati. veranderen ge-
enstalleerde functies ( hoofdstuk 3.2.3 pagina 59) kiezen en aan het
zonnesysteem toevoegen ( hoofdstuk 4.1 pagina 61).
6. Controleer de instellingen op de bedieningseenheid voor de zonne-installa-
tie en stem deze eventueel af op de geïnstalleerde zonne-installatie.
7. Starten zonne-installatie.
Tabel 10
Instellingen bij zonne-installaties met twee modules
1. Codeerschakelaar instellen.
2. Codeerschakelaar op tweede zonnemodule op 2 instellen.
3. Eventueel de codeerschakelaar op overige modules instellen.
4. Schakel de voedingsspanning (netspanning) voor de totale installatie in.
Indien de bedrijfsindicatie van de module constant groen brandt:
5. Neem de bedieningseenheid aan de hand van de meegeleverde handleiding
in bedrijf en stel deze overeenkomstig in.
6. In het menu Instellingen zonne onder Zonneconfigurati. veranderen ge-
enstalleerde functies ( hoofdstuk 3.2.3 pagina 59) kiezen en aan het
zonnesysteem toevoegen ( hoofdstuk 4.1 pagina 61).
7. Controleer de instellingen op de bedieningseenheid voor de zonne-installa-
tie en stem deze eventueel af op de geïnstalleerde zonne-installatie.
8. Straten zonn-einstallatie.
Tabel 11
1) een SM200 en een SM100
Logamatic SM200 – 6 720 807 457 (2013/06)
1)
in het BUS-systeem

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ems plus

Table des Matières