Warmwatertemperatuursensor Monteren; Elektrische Weerstand (Toebehoren); Inbedrijfstelling; Boiler In Bedrijf Stellen - Buderus SU500.5-B Notice D'installation Et D'entretien

– De uitblaasleiding moet minimaal overeenkomen met de uitlaatdi-
ameter van het overstortventiel.
– De uitblaasleiding moet minimaal het debiet kunnen afblazen, dat
in de koudwateringang mogelijk is
( tab. 4, pagina 15).
▶ Breng een instructiebord met de volgende tekst op het overstortven-
tiel aan: "Uitblaasleiding niet afsluiten. Tijdens het verwarmen kan
bedrijfsmatig water ontsnappen."
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de ac-
tiveringsdruk van het overstortventiel:
▶ Drukverminderaar voorschakelen ( afb. 27, pagina 71 en afb. 26,
pagina 71).
Gasaansluit-
druk Activeringsdruk
(rustdruk) overstortventiel
 6 bar
< 4,8 bar
5 bar 6 bar
 8 bar
5 bar
 8 bar
6 bar
7,8 bar 10 bar
Tabel 8 Keuze van een geschikte drukverminderaar
5.4

Warmwatertemperatuursensor monteren

Voor de meting en controle van de warmwatertemperatuur in de boiler:
▶ Warmwatertemperatuursensor monteren ( afb. 28, pagina 72).
Posities van de sensormeetpunten:
• SM500...1000.5E... en SMH400...500.5E... ( afb. 8,
pagina 65):
sensor voor de warmteproducent op positie 3 monteren. Sensor
voor de solarinstallatie op positie 7 monteren.
• SU500...1000.5E... ( afb. 7, pagina 65):
sensor voor de warmteproducent op positie 3 monteren.
Let erop dat het sensorvlak over de gehele lengte con-
tact heeft met het dompelhulsvlak.
5.5

Elektrische weerstand (toebehoren)

Als een elektrische weerstand gebruikt wordt:
▶ ( Afb. 25, pagina 70)
– ErP "C": geperforeerde uitsparing uitsnijden.
– ErP "B": meegeleverde cirkel insteken, door draaien cirkelstuk
uitsnijden.
▶ Monteer de elektrische weerstand volgens de afzonderlijke installa-
tiehandleiding.
▶ Voer na het afsluiten van de complete boilerinstallatie een controle
van de aardleiding uit (ook metalen aansluit-schroefverbindingen
controleren).
SU500.5... | SU750.5... | SU1000.5... | SM500.5E... | SM750.5E... | SM1000.5E... | SMH400.5E... | SMH500.5E... – 6 720 821 494 (2022/11)
Drukverminderaar
Binnen de EU Buiten de EU
Niet Niet
nodig nodig
 4,8 bar  4,8 bar
Niet Niet
nodig nodig
 5,0 bar
Niet nodig
 5,0 bar
Niet nodig
6

Inbedrijfstelling

OPMERKING: Schade aan de boiler door overdruk!
▶ Uitblaasleiding van het overstortventiel niet afslui-
ten.
▶ Stel alle bouwgroepen en toebehoren conform de instructies van de
leverancier in de technische documenten in bedrijf.
Voer de dichtheidscontrole van de boiler uitsluitend met
drinkwater uit.
6.1

Boiler in bedrijf stellen

Na het vullen moet de boiler aan een druktest worden onderworpen. De
testdruk mag aan de warmwaterzijde maximaal 10 bar (150 psi) over-
druk zijn.
▶ Voer de dichtheidscontrole uit ( afb. 31, pagina 72).
▶ Spoel de leidingen en boiler voor de inbedrijfstelling grondig door
( afb. 32, pagina 73).
6.2

Gebruiker instrueren

WAARSCHUWING: Verbrandingsgevaar aan de tappun-
ten van het warm water!
Tijdens de thermische desinfectie en wanneer de warm-
watertemperatuur is ingesteld op  60 °C, bestaat ge-
vaar voor letsel door hete vloeistoffen aan de
warmwatertappunten.
▶ Wijs de gebruiker erop dat hij alleen gemengd water
gebruikt.
▶ Werking en gebruik van de cv-installatie en de boiler toelichten en op
veiligheidstechnische aspecten wijzen.
▶ Leg de werking en controle van het overstortventiel uit.
▶ Overhandig alle bijbehorende documenten aan de gebruiker.
▶ Aanbeveling voor de gebruiker: sluit een onderhouds- en inspec-
tiecontract af met een erkend vakman. De boiler conform de gegeven
onderhoudsintervallen ( tab. 9, pagina 20) onderhouden en jaar-
lijks inspecteren.
Wijs de gebruiker op de volgende punten:
▶ Warmwatertemperatuur instellen.
– Bij opwarmen kan water uit het overstortventiel ontsnappen.
– De uitblaasleiding van het overstortventiel moet altijd open wor-
den gehouden.
– Onderhoudsintervallen moeten worden gerespecteerd
( tab. 9, pagina 20).
– Aanbeveling bij vorstgevaar en kortstondige afwezigheid van
de gebruiker: laat de cv-installatie in bedrijf en stel de laagste
warmwatertemperatuur in.
Inbedrijfstelling 6
19