Montage- En Gebruiksaanwijzing Voor De Vakman - Dimplex ZWM 05 AC Instructions De Montage Et D'utilisation

Montage- en gebruiksaanwijzing voor de vakman

Montage van het centrale stuurapparaat
De montage mag enkel door een vakman die door de be-
voegde EL toegelaten is uitgevoerd worden. De voorschrif-
ten van de bevoegde EL evenals de geldige VDE-
voorschriften moeten nageleefd worden.
De vereiste ruimte voor het apparaat bedraagt 6 deling-
seenheden volgens DIN 43880. De contactveiligheid vol-
gens veiligheidscategorie II is verzekerd door de inbouw
naar keuze in:
Een kleine installatieverdeler volgens DIN 57603/VDE
0603 (b.v. verdeler van het N-systeem)
Installatieverdeler volgens DIN 57659/VDE 0659.
Het oplaadstuurapparaat moet op de koudste plaats, m.a.w.
in de onderste montagerij van de verdeler geplaatst wor-
den. Aan beide kanten moet een afstand van minstens één
delingseenheid vrijgehouden worden.
Het apparaat werd met verzegelbare afdekkappen uitgele-
verd, enkel te gebruiken bij de montage in de installatiever-
deler. Deze moeten voor de montage verwijderd worden.
Muur met buitenisolatie
buiten
Metselwerk
Beton
Buitenvoeler
max. 1cm
Stuco
Warmteisolatie
Voorgehangen gevel
buiten
Beton, Eternit
or gevelsteen
Lucht
Buitenvoeler
Warmteisolatie
Beton
Elektrische aansluiting
De door de plaatselijke EL voorgeschreven schakeling kan
van de weergeven schakelplanvoorbeelden afwijken. De gel-
dige schakeling is meestal in de aanhang bij de "Technische
aansluitingsvoorwaarden TAB" van de EL aangegeven.
De klemmen LF, LL en LZ moeten conform de voorschriften
van de plaatselijke EL via potentiaalvrije contacten, bijvoor-
beeld een centrale afstandsbediening of een tariefscha-
kelklok, geschakeld worden.
Montage van de buitenvoeler
De NTC-buitenvoeler moet minstens 2m boven de grond in
het buitenste metselwerk, bij voorkeur van de hoofdge-
bruikszone (bij grote installaties) resp. van de meest ge-
bruikt ruimte (bij enkelvoudige installaties) ingebouwd wor-
den. De voeler mag niet aan zonnestralen blootgesteld
worden. Warmtebronnen (bijvoorbeeld verluchtingsschach-
ten of gekipte vensters) mogen de voeler en bijgevolg de
microcomputer oplaadsturing ZWM 05 AC niet beïnvloeden.
Er moet op gelet worden dat
de buitenvoeler in de mortel ingebed wordt
de kabeldoorvoering zorgvuldig met warmte-isolerend
materiaal afgedicht wordt.
De NTC-buitenvoeler heeft een 3m lange aansluitleiding en
kan met een installatieleiding (min. 1,5mm²) tot max. 30m
verlengd worden.
Muur met of zonder binnenisolatie
binnen
Afgewerkte huiswand
binnen
Bij de aansluiting van de microcomputer oplaadsturing ZWM
05 AC moeten de volgende punten in acht genomen worden:
De aansluitingen op de klemmen L en N niet verwisse-
len
De stuuraders LL, LF, LZ en KU moeten met dezelfde
fase als met L aangesloten worden
Indien omwille van een fout tijdens de bedrading een fase
op de klemmen W1, W2, Z1 of Z2 aangesloten wordt, dan
wordt het toestel gestoord.
Stuurleidingen moeten conform DIN 44573 met twee a-
ders gelegd worden. Deze twee aders mogen conform de
VDE-richtlijn 0100 met netaders in een kabel gelegd wor-
den
NL-5
buiten
Metselwerk
Buitenvoeler
max. 1cm
Stuco
Warmteisolatie
buiten
Wandelement
Buitenvoeler
max. 1cm
Warmteisolatie
binnen
binnen