1.
2.
3.
4.
5.
6a.
6b.
7.
Bediening
3.6 Bediening van de toetsen
De hier beschreven besturing verwacht na het bedienen
van een (keuze-) toets daarna de bediening van een
volgende toets.
De volgende toets moet principieel binnen 10 seconden
worden bediend, anders wordt de keuze geannuleerd.
3.7 Kookplaat en kookzone inschakelen
1. Zolang op de Aan/Uit-toets
kookstandweergaven 0 aantonen. De besturing is klaar
voor gebruik.
2. Hiervoor ev. op de kookzonekeuzetoets drukken. De
kookstandweergave van de gekozen kookzone licht
sterk op.
3. Met de plus-toets
kiezen. Door de plus-toets wordt de kookstand 1 inge-
schakeld, door de min-toets de kookstand P.
4. Een pan op de kookzone plaatsen.
3.8 Kookzone uitschakelen
5. De kookstandweergave van de gekozen kookzone
moet branden. Hiervoor ev. op de kookzonekeuzetoets
drukken.
6. a) Meermaals op de min-toets
standweergave 0 aantoont, of
b) Op de Aan/Uit-toets
kookplaat wordt uitgeschakeld (alle kookzones worden
uitgeschakeld).
3.9 Kookplaat uitschakelen
7. Op de Aan/Uit-toets
onafhankelijk van de instelling volledig uitgeschakeld.
drukken (1 sec.) tot de
of min-toets
een kookstand
drukken tot de kook-
drukken. De volledige
drukken. De kookplaat wordt
NL
49