Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 80
6.1.5
Motor starten
LET OP
Controleer of de borstels zijn opgetild.
Alle 4 bedieningshendels moeten in het midden staan.
Gaspedaal tijdens het starten niet indrukken!
Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
Parkeerrem bedienen.
Motortoerental instellen op ca. 75% van het maximale
toerental.
Contactsleutel in het contactslot steken.
Draai de contactsleutel op Ontsteking in (stand I).
6.1.6
Rijden
GEVAAR
Ongevalgevaar, verwondingsgevaar!
Als tijdens het bedrijf de zijbezem draait, moet het
zwaailicht worden ingeschakeld.
GEVAAR
Ongevalgevaar!
Rijden met opgetild vuilreservoir is verboden!
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar!
Laat de motor voor het vertrekken of belasten van het
voertuig voldoende warmdraaien.
Gaspedaal altijd voorzichtig en langzaam induwen.
Niet schokkend van achteruit- naar vooruitrijden om-
schakelen en omgekeerd.
Parkeerrem losmaken.
Langzaam op het gaspedaal drukken.
Rijrichting met het stuurwiel regelen.
6.1.6.1
Vooruit rijden
Gaspedaal "vooruit" langzaam indrukken.
6.2

Natte reiniging

VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar!
De geplaatste borstel moet geschikt zijn voor de reini-
ging van de bodem.
Borstels niet stilstaand gebruiken.
LET OP
Om een optimaal reinigingsresultaat te krijgen, moet de rij-
snelheid aan de omstandigheden aangepast worden.
Natte reiniging is heel eenvoudig. Voor deze reinigingsop-
dracht moeten de walsborstel en zijdelingse schrobmodu-
le worden gebruikt (geen zijdelingse bezemmodule of
veegwals).
Er zijn twee soorten natte reiniging.
Basisreiniging
Onderhoudsreiniging
Basisreiniging
De basisreiniging bestaat uit twee werkfases en wordt bij
sterk vervuiling of hardnekkig vuil gebruikt.
In de eerste werkfase wordt het vuil verwijderd met de
tegengestelde reinigingsborstels en het toevoegen van
reinigingsoplossing. De reinigingsoplossing blijft
steeds op de bodem en kan op het vuil inwerken.
Tip
Dieselmotor: Het controlelampje voorgloeien brandt.
Als het controlelampje voorgloeien dooft, de contact-
sleutel op Motor starten (positie II) draaien en vasthou-
den tot de motor gestart is (max. 10 seconden).
Laat de contactsleutel los. De contactsleutel gaat naar
positie I.
Bij omgevingstemperaturen onder 0°C: Voordat met de
werkzaamheden wordt gestart, de motor met een laag
motortoerental warmdraaien.
Tip
Herhaal het startproces als de motor niet start.
6.1.6.2
Achteruit rijden
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Bij het achteruitrijden mag geen gevaar voor derden
bestaan, eventueel laten inwerken.
Gaspedaal "achteruit" langzaam indrukken.
6.1.6.3
Rijgedrag
De rijsnelheid wordt met het gaspedaal traploos gere-
geld.
Vermijd schokkende bewegingen met het pedaal aan-
gezien de hydraulische installatie beschadigd kan ra-
ken.
6.1.6.4
Remmen / stoppen
Laat het gaspedaal los, het apparaat remt zelfstandig
en blijft staan.
Bedien het rempedaal voor een sterkere remwerking of
in geval van nood.
6.1.6.5
Over hindernissen heen rijden
LET OP
Er mag niet over voorwerpen of vrijstaande hindernissen
gereden worden; deze mogen ook niet verschoven wor-
den.
Vaste hindernissen mogen alleen met een geschikt
platform bereden worden.
Tip
De zuigturbine wordt uitgeschakeld en de zuigbalk blijft
opgetild.
De klep van de vuilreservoir blijft gesloten.
In de tweede en volgende werkfase wordt de onder-
houdsreiniging toegepast.
Onderhoudsreiniging
De onderhoudsreiniging wordt voor de dagelijkse reiniging
gebruikt.
Hierbij wordt in een werkfase gereinigd met reinigings-
borstel, neergelaten zuigbalk en ingeschakelde veeg-
blazer. Dit reinigingstype laat een droge vloer achter
waarop meteen kan worden gelopen.
Tip
De klep van de vuilreservoir blijft gesloten.
15
-
NL
173

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

B 300 ri lpg

Table des Matières