Wilo Sub TWU 3 HS Serie Notice De Montage Et De Mise En Service page 95

OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN
9. E9 – overdruk: de ingestelde grenswaarde voor "P
limit" is overschreden. Als de storing zich herhaal-
delijk voordoet, controleer dan de instelling van
de parameter "P limit", stel de oorzaken voor een
overdruk vast (bijv. blokkering in de persleiding)
en verhelp het probleem.
10. E11 – starts/h (lekkage): wordt weergegeven als
het systeem met korte tussenpozen vaak start.
Waarschijnlijk is er dan sprake van een lekkage
in het systeem. Opnieuw inschakelen is pas weer
mogelijk als de storing is bevestigd!
Verzeker u ervan dat er geen lekkage in het
systeem aanwezig is voordat u de storing
bevestigd. De pomp kan door frequente starts
worden beschadigd!
Als er geen lekkage is en automatisch bedrijf toch
niet mogelijk is, kan de bewaking met behulp
van de Wilo-servicedienst worden aangepast of
uitgeschakeld.
11. E12 – storing 12 V: storing in het interne
laagspanningscircuit van de frequentie-omvor-
mer. Neem contact op met de Wilo-servicedienst.
12. E13 – druksensor: de druksensor geeft foute
waarden. Neem contact op met de Wilo-service-
dienst.
9.2 Storingen
9.2.1 Storing: Het aggregaat start niet of alleen
vertraagd
1. Onderbreking in de stroomtoevoer, kortsluiting
resp. aardesluiting van de leiding en/of motorwik-
keling
• Leiding en motor door een vakman laten con-
troleren en eventueel vervangen
• Foutmeldingen op de frequentie-omvormer
controleren
2. In werking stellen van zekeringen, motorbeveili-
gingsschakelaar en/of bewakingsinrichtingen
• Aansluitingen door de vakman laten controle-
ren en, indien nodig, wijzigen
• Motorbeveiligingsschakelaar en zekeringen
volgens de technische opgaven laten monteren
resp. instellen, bewakingsinrichtingen resetten
• Waaier op soepele gang controleren en eventu-
eel reinigen resp. weer gangbaar maken
3. Drukverschil tussen Pmax en Pmin is te klein
• Waarde "Dp Start" in de bedrijfsparameters
aanpassen
4. Te laag waterverbruik
• Er wordt niet waargenomen dat er water wordt
afgetapt, installatie van een membraanexpan-
sievat met volume van 1 – 2 l
9.2.2 Storing: Aggregaat start maar de motorbevei-
ligingsschakelaar wordt kort na inbedrijfname
geactiveerd
1. Thermische activatie op de motorbeveiligings-
schakelaar verkeerd geselecteerd en ingesteld
• Door een vakman de selectie en instelling van
de activatie met de technische opgaven laten
vergelijken en eventueel corrigeren
2. Verhoogde stroomopname door grotere span-
ningsafval
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Sub TWU 3-...-HS (High Speed)
• Door een vakman de spanningswaarden van de
afzonderlijke fases laten controleren en even-
tueel de aansluiting laten veranderen
3. Onjuiste draairichting
• Draairichting via het menu wijzigen
4. Waaier door verklevingen, verstoppingen en/of
vaste deeltjes afgeremd, verhoogde stroomop-
name
• Aggregaat uitschakelen, tegen opnieuw in-
schakelen beveiligen, waaier vrijdraaien resp.
zuigaansluiting reinigen
5. De dichtheid van het medium is te groot
• Ruggespraak met de fabrikant
9.2.3 Storing: Aggregaat loopt, maar transporteert
niet
1. Op het display wordt de storing "E3" (droogloop)
weergegeven
• Er is geen medium aanwezig: toevoer controle-
ren, indien nodig de schuifafsluiter openen
• Toevoerleiding, schuifafsluiter, zuigstuk resp.
zuigzeef reinigen
• Tijdens de stilstand wordt de persleiding ge-
leegd, controleer het leidingsysteem op lekk-
age en de terugslagklep op verontreinigingen;
verhelp de storing
2. Waaier geblokkeerd resp. afgeremd
• Aggregaat uitschakelen, beveiligen tegen op-
nieuw inschakelen, waaier vrijdraaien
3. Defecte leiding
• Defecte onderdelen vervangen
4. Intermitterend bedrijf (aan- en afslaan)
• Schakelsysteem controleren
9.2.4 Storing: Aggregaat loopt, de aangegeven be-
drijfswaarden worden niet aangehouden
1. Toevoer verstopt
• Toevoerleiding, schuifafsluiter, zuigstuk resp.
zuigzeef reinigen
2. Waaier geblokkeerd resp. afgeremd
• Aggregaat uitschakelen, beveiligen tegen op-
nieuw inschakelen, waaier vrijdraaien
3. Onjuiste draairichting
• Draairichting via het menu wijzigen.
4. Lucht in het systeem
• Systeem ontluchten
5. Defecte leiding
• Defecte onderdelen vervangen
6. Ontoelaatbaar gehalte gas in het medium
• Ruggespraak met de fabrikant
7. Te sterke waterspiegeldaling tijdens bedrijf
• Voeding en capaciteit van de installatie
controleren
8. Waarde "Pmax" te hoog ingesteld
• Waarde "Pmax" volgens de karakteristiek aan-
passen of een aggregaat met meer capaciteit
monteren
Nederlands
95