Inbedrijfname - Wilo Sub TWU 3 HS Serie Notice De Montage Et De Mise En Service

INBEDRIJFNAME

6 Inbedrijfname
Het hoofdstuk "Inbedrijfname" bevat alle belang-
rijke aanwijzingen voor het bedieningspersoneel
voor de veilige inbedrijfname en bediening van de
pomp.
De volgende randvoorwaarden moeten beslist
worden vervuld en opgevolgd:
• Wijze van opstelling incl. koeling (moet er een
koelmantel worden geïnstalleerd?)
• Bedrijfsparameters (bij TWU 3-...-HS-ECP)
• Minimum wateronderdompeling / max. dompel-
diepte
Na een langere periode van stilstand moeten
deze randvoorwaarden eveneens gecontroleerd
worden en moeten vastgestelde gebreken ver-
holpen worden!
Deze handleiding moet altijd bij de pomp of op
een daarvoor bestemde plaats worden bewaard,
waar deze voor al het bedieningspersoneel altijd
toegankelijk is.
Om materiële schade en persoonlijk letsel bij de
inbedrijfname van de pomp te vermijden, moeten
de volgende punten absoluut in acht genomen
worden:
• Alleen gekwalificeerd en geschoold personeel
mag de pomp in bedrijf nemen met in achtneming
van de veiligheidsvoorschriften.
• Het volledige personeel dat aan of met de pomp
werkt, moet deze handleiding ontvangen, gelezen
en begrepen hebben.
• Alle veiligheidsvoorzieningen en nooduitscha-
kelingen zijn aangesloten en gecontroleerd op
onberispelijke werking.
• Elektrotechnische en mechanische instellingen
moeten door vakkundig personeel uitgevoerd
worden.
• De pomp is geschikt voor toepassing bij de opge-
geven bedrijfsomstandigheden.
• Het werkgebied van de pomp is geen gebied
waarbinnen zich personen mogen ophouden! Er
mogen zich geen personen tijdens het inscha-
kelen en/of het bedrijf binnen het werkgebied
ophouden.
• Bij werkzaamheden in putten en reservoirs moet
er altijd een tweede persoon aanwezig zijn. Bij
gevaar voor de vorming van giftige gassen moet
voor voldoende ventilatie worden gezorgd.
6.1 Elektrisch systeem
De aansluiting van de pomp en de installatie
van de spanningskabels moet worden uitge-
voerd conform het hoofdstuk "Opstelling", de
VDE-richtlijnen en de nationale voorschriften.
De pomp moet volgens de voorschriften worden
beveiligd en geaard.
Let op de draairichting! Bij een verkeerde draai-
richting zorgt de pomp niet voor het opgegeven
vermogen en kan het schade oplopen.
Alle bewakingsinrichtingen zijn aangesloten en op
juiste werking gecontroleerd.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Sub TWU 3-...-HS (High Speed)
GEVAAR door elektrische stroom!
Er bestaat levensgevaar door elektrische
schok door een ondeskundige omgang met
stroom! Alle aansluitingen moeten door een
gekwalificeerde elektrotechnicus worden
uitgevoerd!
6.2 Draairichtingscontrole
De frequentie-omvormer regelt de draairich-
tingscontrole.
• De pomp met geïntegreerde frequentie-omvor-
mer (TWU 3-...-HS-I) draait automatisch in de
goede richting.
• Bij de uitvoering met een externe frequentie-om-
vormer (TWU 3-...-HS-ECP) wordt de draairich-
ting op het display weergegeven en kan via het
menu worden ingesteld. Zie hiervoor hoofdstuk
6.3.2 "Instellen van de bedrijfsparameters".
6.3 Bediening en functie (TWU 3-...-HS-ECP)
Nadat alle montagewerkzaamheden zijn af-
gesloten, moeten de bedrijfsparameters op de
frequentie-omvormer worden ingesteld.
Deze instellingen zijn alleen mogelijk bij de
uitvoering "ECP". Bij de uitvoering "I" met een
interne frequentie-omvormer zijn er geen verdere
instellingen mogelijk.
Functieoverzicht
• Constante druk op het aftappunt
• Rustige aan- en afvoer om drukstoten te
verminderen
• Droogloopbeveiliging bij watergebrek in de
toevoer
• Automatische reset van de droogloopbeveiliging
na een ingestelde tijd
• Lekkagecontrole
• Draairichtingscontrole en draairichtingsomscha-
keling
• Extra aansluiting voor uitbreiding van het aantal
functies
Fig. 6: Bedieningselementen
1
4
3
ON/OFF
RESET
2
• Display (1)
• Groene led (2) netspanning:
de groene led brandt als de stroom correct is
aangesloten. Als de stroomaansluiting niet goed
is gedaan, brandt de led niet.
Nederlands
89