Eerste Inbedrijfname; Voor Het Inschakelen - Wilo Sub TWU 3 HS Serie Notice De Montage Et De Mise En Service

INBEDRIJFNAME
4. Dp. Stop: Positieve verschildruk voor het vastleg-
gen van de uitschakeldruk
Na het sluiten van het laatste
aftappunt loopt de pomp door
gedurende een af fabriek
ingestelde tijd (nalooptijd). Daardoor stijgt de
druk in het systeem. Om een overbelasting van
het systeem te voorkomen, kan de verschildruk in
"Dp Start" worden ingesteld. Deze waarde geeft
aan vanaf welk verschil ten opzichte van "Pmax"
de pomp wordt uitgeschakeld (Pmax + Dp Stop =
pomp stopt).
5. Eenheid: Instellen van de eenheid voor druk
(bar of PSI)
6. Imax:
Deze waarde definieert het
maximale stroomverbruik in
normaal bedrijf. Als deze waarde
wordt overschreden of als de waarde lager is dan
0,5 A, dan wordt de pomp uitgeschakeld. Als bij
de installatie de waarde 0,5 A wordt ingesteld,
dan moet elke keer dat de pomp wordt ingescha-
keld de grenswaarde "Imax" worden ingevoerd. De
pomp start pas na de invoer van de grenswaarde.
De ingestelde waarde voor "Imax" mag niet
hoger zijn dat de op het typeplaatje vermelde
nominale stroom. Een hogere waarde zou leiden
tot overbelasting en onherstelbare schade aan
de pomp!
7. Draairichting: Veranderen van de draairichting
6.4 Inbedrijfname
Het werkgebied van het aggregaat is geen
gebied waarbinnen zich personen mogen op-
houden! Er mogen zich geen personen tijdens
het inschakelen en/of het bedrijf binnen het
werkgebied ophouden.

6.4.1 Eerste inbedrijfname

Controleer voor de eerste inbedrijfname de vol-
gende punten:
• De pomp is correct gemonteerd en aangesloten.
• De isolatie is gecontroleerd.
• De bedrijfsparameters op de frequentie-omvor-
mer (bij TWU 3-...-HS-ECP) zijn correct ingesteld.
• De installatie is ontlucht en doorgespoeld.
6.4.2 Ontlucht de pomp en leiding
• Open alle schuiven in de persleiding.
• Schakel de pomp in. Druk de toets "+" op de
frequentie-omvormer in en houd deze ingedrukt
om de ingebouwde droogloopbeveiliging van de
TWU 3-...-HS-ECP te omzeilen. De pomp trans-
porteert nu met maximale capaciteit.
De lucht ontsnapt door de betreffende ont-
luchtingsventielen. Wanneer u geen ontluch-
tingsventielen heeft gemonteerd, open dan de
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Sub TWU 3-...-HS (High Speed)
aftappunten zodat de lucht op die manier kan
ontsnappen!
• Als de pomp en het leidingsysteem zijn ontlucht,
schakelt u de pomp weer uit. Druk hiervoor bij de
TWU 3-...-HS-ECP op de toets "ON-OFF/Reset"
op de frequentie-omvormer.

6.4.3 Voor het inschakelen

Controleer voor het inschakelen van de onderwa-
termotorpomp de volgende punten:
• Juiste en veilige kabelgeleiding (bijv. geen lussen)
• Alle onderdelen zijn stevig bevestigd (pomp,
leidingen etc.)
• Bedrijfsomstandigheden:
• Temperatuur van het medium
• Dompeldiepte
• Omgevingstemperatuur bij externe frequen-
tie-omvormer
• Open alle afsluiters in de persleiding. De pomp
mag niet worden ingeschakeld als de positie van
de schuifafsluiter gesmoord of gesloten is.
6.4.4 Inschakelen
• Pomp met geïntegreerde frequentie-omvormer
(TWU 3-...-HS-I)
De pomp wordt niet automatisch ingeschakeld
en moet via een aparte, door de klant te leveren
bediening (in-/uitschakelaar) handmatig in- en
uitgeschakeld worden. Voor een automatisch
bedrijf moet er een aparte drukbesturing worden
geïnstalleerd.
• Pomp met externe frequentie-omvormer
(TWU 3-...-HS-ECP)
De pomp is nu in het stand-by-bedrijf en op het
display wordt "Stand-by" weergegeven. Druk op
de toets "ON-OFF/Reset" op de frequentie-om-
vormer om de pomp in te schakelen. De pomp
start op en zal afhankelijk van de bedrijfsomstan-
digheden water transporteren of naar de stand-
by-modus gaan.
Zodra er water op een aftappunt wordt getapt,
start de pomp en zorgt voor de gewenste water-
druk. Als er geen water meer wordt getapt, gaat
de pomp weer naar de stand-by-modus.
6.4.5 Na het inschakelen
De nominale stroom wordt bij het opstarten
kortstondig overschreden. Als het opstarten is
beëindigd, mag de bedrijfsstroom de nominale
stroom niet meer overschrijden.
Als de motor na het inschakelen niet direct
opstart, moet deze direct worden uitgeschakeld.
Voordat de pomp opnieuw wordt ingeschakeld,
moeten de schakelpauzes zoals vermeld in het
hoofdstuk "Technische gegevens" worden aange-
houden. Als er zich opnieuw een storing voordoet,
moet het aggregaat direct weer worden uitge-
schakeld. Pas wanneer de storing is verholpen,
mag de pomp opnieuw worden ingeschakeld.
Nederlands
91