Wilo Sub TWU 3 HS Serie Notice De Montage Et De Mise En Service page 84

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 51
Nederlands
te, toevoerverhoudingen) op volledigheid en
juistheid.
• Neem alle voorschriften, regels en wetten voor
het werken met zware lasten en onder hangende
lasten in acht. Maak gebruik van de juiste per-
soonlijke beschermingsmiddelen.
• Neem de nationaal geldende voorschriften voor
ongevallenpreventie en veiligheid van de be-
roepsverenigingen in acht.
LET op:
• Om de vereiste koeling te bereiken, moet de
pomp tijdens het gebruik altijd in het medium
ondergedompeld zijn. De minimale wateronder-
dompeling moet altijd gewaarborgd zijn!
• Drooglopen van de pomp is ten strengste ver-
boden! Bij sterk schommelende niveaus raden
we aan om een extra droogloopbeveiliging te
monteren!
• Aan de perszijde mag er geen extra terugslag-
klep worden gebruikt. Dit leidt tot een storing in
de installatie.
• Tussen de frequentie-omvormer en het aftap-
punt moet een membraanexpansievat (1 – 2 li-
ter) worden geïnstalleerd. Dit minimaliseert evt.
starts door kleine lekkages in het leidingsys-
teem.
• TWU 3-...-ECP:
Noteer de nominale stroomgegevens op het
typeplaatje van de motor voordat u de pomp
laat zakken!
Deze waarde markeert de maximaal toegestane
instelwaarde voor de bedrijfsparameter Imax.De
Imax moet bij de inbedrijfname op de externe
frequentie-omvormer worden ingevoerd, zie
ook hoofdstuk 3.5.
5.3.1 Motorvulling
De motor wordt af fabriek met levensmiddelechte
witte olie gevuld die potentieel biologisch af-
breekbaar is. Door deze olievulling wordt gewaar-
borgd dat de pomp tot -15 °C vorstbestendig is.
De motor is zo ontworpen dat deze niet van
buitenaf gevuld kan worden. De fabrikant moet
de motor vullen.
5.3.2 Verticale inbouw van de pomp
Fig. 3: Opstelling
1
Aggregaat
2
Adapter 1" -> 1¼"
3
Schakeltoestel
Aparte druksensor (ter
4
plaatse te installeren)
Bij deze manier van monteren wordt de onderwa-
termotorpomp direct op de stijgleiding geïnstal-
leerd. De inbouwdiepte wordt door de lengte van
de stijgleiding bepaald. Bij nauwe putgaten moet
er een centreerinrichting worden gebruikt. De
pomp mag namelijk niet in aanraking met de put-
wand komen om beschadigingen aan de kabel en
84
Externe frequentie-
5
omvormer
6
Aftappunt
7
Hoofdschakelaar
8
Membraanexpansievat
de pomp te voorkomen. Gebruik hijswerktuigen
met voldoende draagvermogen.
De motor mag niet op de bodem van put rusten,
omdat dit tot spanningen en slakvorming bij de
motor kan leiden. De warmteafvoer zou daardoor
niet meer gewaarborgd zijn en de motor kan
oververhit raken.
De pomp mag ook niet ter hoogte van de filter-
buis worden gemonteerd. Door de aanzuigstro-
mingen kunnen er zand en vaste stoffen worden
meegenomen, waardoor de motorkoeling niet
meer kan worden gewaarborgd. Hierdoor zou
het hydraulisch systeem sneller slijten. Om dit te
voorkomen, moet er indien nodig een koelmantel
worden gebruikt of moet de pomp in de buurt van
blindpijpen worden geïnstalleerd.
LET op:
Let bij de installatie van draadpijpen op het
volgende:
• De draadpijpen moeten lekvrij en stevig in elkaar
worden geschroefd. Daarvoor moet er hen-
nep- of teflonband om de schroefdraad worden
gewikkeld.
• Let er bij het inschroeven op dat de buizen
op één lijn staan (niet gekanteld), zodat de
schroefdraad niet wordt beschadigd.
• Let op de draairichting van de onderwater-
motorpomp en gebruik geschikte draadpijpen
(rechtse of linkse draad) zodat deze niet vanzelf
los kunnen raken.
• De draadpijpen moeten worden beveiligd tegen
onopzettelijk losraken.
1.
Schroef de afzonderlijke leidingen aan elkaar vast.
2.
Verleng de af fabriek aangesloten spanningskabel
overeenkomstig de ruimte in het boorgat. Vul de
benodigde lengte aan met een krimpslang- of
gietharsverbinding:
• TWU 3-...-ECP: Tot de installatieplek van de
frequentie-omvormer
Voor de verlenging van de kabel moet een ronde
kabel worden gebruikt, zodat de kabelinvoer
op de frequentie-omvormer op de juiste wijze
wordt afgedicht!
• TWU 3-...-I: Tot de schakelkast/hoofdschake-
laar
3.
Controleer de isolatieweerstand.
Meet daarvoor met een isolatietester (gemeten
gelijkspanning is 500 V) de weerstand van de
motorwikkeling.
De volgende waarden mogen niet worden onder-
schreden:
• Bij de eerste inbedrijfname: min. 20 MΩ
• Bij overige metingen: min. 2 MΩ
Als de isolatieweerstand te laag is, kan er vocht
in de spanningskabel en/of de motor terecht-
gekomen zijn. Sluit de pomp niet meer aan en
overleg met de fabrikant!
4.
Monteer de leiding op de persaansluiting van de
pomp.
OPSTELLING
WILO SE 05/2019 DIN A4

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières