Algemene aanbevelingen
De garantie op deze gazonmaaier dekt geen schade die
veroorzaakt is door verkeerd gebruik door of nalatigheid
van de gebruiker. Om de volledige garantiedekking te
houden, dient de gebruiker de maaier te onderhouden
zoals aangegeven in deze handleiding. Een aantal
aanpassingen moeten regelmatig worden uitgevoerd om
het apparaat op de juiste wijze te onderhouden.
Controleer ten minste één keer per seizoen of u de
afstellingen die in het hoofdstuk Onderhoud van deze
handleiding worden beschreven dient uit te voeren.
•
Vervang ten minste één keer per jaar de bougie, reinig
of vervang het luchtfilterelement en controleer het blad
op slijtage. Een nieuwe bougie en een schoon/nieuw
luchtfilterelement zorgen voor de juiste lucht-
brandstofverhouding en dragen bij aan een langere
levensduur en het beter draaien van uw motor.
•
Volg het onderhoudsschema in deze handleiding.
Algemene inspectie
•
Controleer of de bouten en moeren vastgedraaid zijn.
Algemene smering
VOORZICHTIG! Breng geen olie of smeermiddel aan
op kunststof wiellagers. Viskeuze smeermiddelen
trekken stof en vuil aan, waardoor de levensduur van
de zelfsmerende lagers wordt verkort. Indien u denkt
dat deze gesmeerd dienen te worden, gebruik dan
alleen smeermiddel van het droge poedergrafiettype en
dit met mate.
Houd de machine goed gesmeerd.
1
1
Motorolie
2
Scharnier luik achterzijde
Montagebouten
3
handgreep
ONDERHOUD
2
Zie "Motor" in het
hoofdstuk Onderhoud
Smeerspray
Reinigen
WAARSCHUWING! Koppel de
!
bougie altijd los voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Borstel bladeren, gras enz., van de gazonmaaier.
•
Houd afgewerkte oppervlakken/wielen vrij van benzine,
olie, enz.
•
Houd de bovenkant van de motor rond de starter
schoon en vrij van gemaaid gras en kaf. Dit bevordert
de luchtstroming en zal de levensduur van de motor
verlengen.
•
Reinig de onderkant van uw gazonmaaier door
ophopingen van gras en afval eraf te schrapen.
•
Gebruik geen hogedrukspuit om de machine te reinigen.
•
Laat nooit water rechtstreeks op de motor stromen.
•
Reinig de luchtinlaat op de starter. Controleer de
starter en het starterkoord.
•
Wanneer onder de kap van het maaidek wordt
gereinigd, leegt u de brandstoftank en legt u de
machine op zijn kant met de geluiddemper naar
beneden.
VOORZICHTIG! Met uitzondering van de
reinigingspoort (indien geïnstalleerd), bevelen we het
gebruik van een tuinslang niet aan om de buitenkant
van uw gazonmaaier te reinigen, tenzij het elektrisch
systeem, geluiddemper, luchtfilter en carburateur zijn
afdekt om water tegen te houden. Water in de motor
kan leiden tot een kortere levensduur van de motor.
Aandrijfwielen
Controleer de wielen elke keer voordat u gaat maaien om
er zeker van te zijn dat deze vrij kunnen bewegen. Reinig
de wielen als ze niet vrij ronddraaien.
1
Verwijder de bout.
2
Verwijder de wielen van de afstellingsonderdelen.
3
Verwijder alle afval of gemaaid gras van de
binnenkant van de stofkap, rondsel en/of tandwielen
van het aandrijfwiel.
4
Vervang de wielen.
3
Neem contact op met een erkende servicewerkplaats als
de aandrijfwielen na reiniging niet vrij kunnen
ronddraaien.
Grasopvangbak
•
De poriën in het doek van de grasopvangbak kunnen
verstopt raken met vuil en stof door het gebruik en de
opvangbak verzamelt daardoor minder gras. Spuit de
grasopvangbak regelmatig af om dit te voorkomen en
laat deze opdrogen vóór gebruik.
•
Controleer de grasopvangbak regelmatig op slijtage
of veroudering. Vervang indien nodig.
Dutch – 145