Met De Trekker Rijden; Rit Voorbereiden Bij Temperaturen Onder De 10 °C; Met Hydrostaat (Pedaalbediening) Rijden; Rijden En Maaien Op Hellingen - AL-KO T15-93.1 HDS-A Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 64
De trekker gebruiken
Zet de motor uit
1. Schakel het maaiwerk uit (03/3).
2. Zet de regelaar (01/2) voor het motortoeren-
tal op stationaire stand.
3. Druk het rempedaal (03/1) in en blokkeer het
met de vaststelhendel (03/2).
4. Draai de contactsleutel (05) naar stand „0".
5. Trek de contactsleutel uit.
WAARSCHUWING!
Gevaar door hete motor!
Let er bij het uitschakelen van de motor
op dat hete motoronderdelen (zoals de
uitlaatdemper) geen voorwerpen of ma-
terialen in de nabije omgeving, kunnen
ontsteken!
7.5

Met de trekker rijden

WAARSCHUWING!
Gevaar door onaangepaste snelheid!
Rijd vooral in het begin langzaam om
aan het rij- en remgedrag van de trekker
te wennen!
Voor elke richtingsverandering moet de
rijsnelheid zodanig worden verminderd
dat de bestuurder altijd de controle over
de gazontrekker behoudt en deze daar-
bij niet kan omkantelen!
Uw trekker wordt aangedreven door een hy-
drostaat(pedaalbediening).
7.5.1
Rit voorbereiden bij temperaturen
onder de 10 °C
1. Controleer of de maaier NIET is ingescha-
keld. Controleer daarvoor de kantelschake-
laar (03/3).
2. Start de motor en laat deze voor de optimali-
sering van de viscositeit van de transmissie-
olie ongeveer 30 seconden lang warmlopen.
Daarna kunt u met de trekker rijden. De
maaier mag pas worden ingeschakeld wan-
neer de motor enkele minuten draait.
7.5.2
Met hydrostaat (pedaalbediening)
rijden
1. Druk het rempedaal (03/1) in en blokkeer het
met de vaststelhendel (03/2).
2. Stel het maaiwerk in op de grootste maai-
hoogte (04/1).
3. Start de motor.
4. Druk de rem in (03/1).
5. Druk langzaam op het voetpedaal voor de
gewenste rijrichting:
Vooruit: Voetpedaal (02/2)
Achteruit: Voetpedaal (02/1)
6. Hoe verder u het pedaal indrukt, hoe sneller
de trekker zich in de gewenste richting ver-
plaatst.
7. Om te stoppen, laat u het voetpedaal los en
drukt u het rempedaal (03/1) in.
OPMERKING
Trek altijd, wanneer u de trekker verlaat,
de parkeerhendel aan bij ingeduwd rem-
pedaal, zodat de trekker niet kan wegrol-
len!
7.5.3

Rijden en maaien op hellingen

WAARSCHUWING!
Gevaar door fout bij het rijden op hel-
lingen!
Wees bijzonder voorzichtig bij het rijden
op hellingen! Er bestaat geen „veilige"
helling.
Neem daarvoor vooral de volgende vei-
ligheidsinstructies in acht!
Wanneer de wielen doordraaien of wan-
neer het voertuig bij het omhoogrijden
op een helling blijft steken, schakel de
maaier en de hulpstukken uit. Rijd daar-
na langzaam en recht vooruit de helling
af!
Door het extra gewicht van een volle
grasopvangbak neemt het kantelgevaar
van de gazontrekker toe!
Rijd niet op hellingen van meer dan 10°
(18 %). Voorbeeld: dat komt overeen met
een hoogteverschil van 18 cm over een leng-
te van een meter.
Rijd niet met schokken.
Rem niet met schokken.
Houd de rijsnelheid laag.
Rijd altijd dwars op de helling.
Versnel niet stevig.
Stuur niet met schokken.
7.5.4

Maaien met de gazontrekker

Voor een zuiver maairesultaat moet de rijsnelheid
worden aangepast aan de gazonverhoudingen.
Kies voor het maaien maximaal 2/3 van de mo-
gelijke rijsnelheid met het pedaal. De maximale
55

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières