Table des Matières
Publicité
Réglage de l'ouverture
Pour revenir en mode d'ouverture
automatique
Réglez AUTO/MANUAL à droite de la molette
sur AUTO.
A propos de la profondeur de champ
La profondeur de champ est l'espace limité par
les plans arrière et avant dans lequel tous les
objets sont nets. La profondeur de champ peut
varier selon la valeur de l'ouverture et la
longueur focale.
Quand la valeur F diminue (agrandissement de
l'ouverture), la profondeur de champ est réduite.
Quand la valeur F augmente (réduction de
l'ouverture) la profondeur de champ augmente.
Le zooming en position téléobjectif offre une
profondeur de champ plus réduite tandis qu'en
position grand angle la profondeur de champ
augmente.
Remarque sur l'ouverture
Quand le zoom est en position téléobjectif, vous
pouvez agrandir l'ouverture jusqu'à F2 (pas
F1.6).
52
Instellen van het diafragma
Terugkeren naar automatische
diafragma-instelling
Zet de AUTO/MANUAL schakelaar naast de
IRIS instelknop op "AUTO".
Betreffende de scherptediepte
De scherptediepte is het afstandsbereik vóór en
achter uw hoofdonderwerp, waarbinnen
voorwerpen in het beeldveld scherp opgenomen
worden. De scherptediepte wordt bepaald door
de brandpuntsafstand en de diafragmawaarde.
Bij een kleinere F-waarde (een groter diafragma
of lensopening) is de scherptediepte gering. Bij
hogere F-waarden (een kleine lensopening)
wordt scherptediepte groter. Daarnaast zal bij
inzoomen naar de tele-stand de scherptediepte
gering zijn, terwijl in de groothoek-stand de
scherptediepte groter is, van dichtbij tot veraf.
Omtrent openen van het diafragma
Bij opnemen in de tele-stand zult u het diafragma
niet verder dan tot F2 kunnen openen (dus niet
tot F1.6).
Publicité
Table des Matières
