Ingebruikname; Buitensensor - Eurochron EFWS 91 i Mode D'emploi

9. INGEBRUIKNAME

Plaats eerst de batterijen in de buitensensor en pas daarna in het weerstation.
Dit geldt ook als u meer dan één buitensensor gebruikt (ook als accessoire
verkrijgbaar).
Tijdens de ingebruikname moet de buitensensor zich in de buurt van het
weerstation bevinden (binnen de 1 m).
Houd bovendien een afstand van minstens 1 m tot andere elektrische
apparaten (vb. televisietoestellen, computer, telefoon) en metalen onderdelen
(vb. radiatoren). Zo verzekert u dat het weerstation de buitensensor correct
herkent.
a) Buitensensor
—
Open het batterijvak (19) aan de achterzijde van de buitensensor, doordat u het
deksel van het batterijvakdeksel een stukje naar beneden schuift zodat het kan
worden afgenomen.
—
Plaats twee batterijen van het type AAA/micro in het batterijvak van de
buitensensor. Houd rekening met de juiste polariteit (plus/+ en min/-).
—
Sluit het batterijvak weer.
—
De meegeleverde houder (20) kan als muurhouder en voet worden gebruikt. Hij
kan naargelang de gewenste montageplaats aan de boven-, onder- of achterzijde
van de buitensensor worden vastgemaakt.
De buitensensor is geschikt voor een gebruik op een beschutte plek
buitenshuis. Hij moet zo worden geplaatst dat hij niet aan direct zonlicht
noch regen/sneeuw is blootgesteld aangezien hij anders tot verkeerde
meetwaarden komt.
Let bij de montage van de buitensensor op dat het batterijvak naar onder
wijst, aangezien er anders water kan insijpelen.
Dompel de buitensensor nooit in water onder; hierdoor wordt deze vernietigd!
Het weerstation kan de meetgegevens van tot 3 buitensensoren ontvangen
en weergeven. Elke buitensensor moet op het eigen zendkanaal worden
ingesteld.
De meegeleverde buitensensor is vast op „kanaal 1" ingesteld en dit kan
niet worden veranderd.
De als accessoire verkrijgbare buitensensoren beschikken over een kanaal-
keuzeschakelaar; stel deze op kanaal 2 of 3 in.
118