Ingebruikname; Batterijen Plaatsen; Batterijen In De Buitensensor Plaatsen - Eurochron EC-4406126 Notice D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Bovenop de behuizing van de buitensensor bevindt zich een markering "N" tussen de regentrechter (A)
en de windsnelheidssensor (D) en een pijl voor de richting "Noorden". Monteer de buitensensor zo dat
de "N"-markering precies naar het noorden wijst. Een magnetisch kompas kan worden gebruikt om het
noorden te bepalen. Sommige smartphones hebben een kompas geïntegreerd als app. Als u geen kompas
heeft, kunt u misschien een kaart of kaartmateriaal op het internet gebruiken om u te helpen bij het vinden
van het noorden (bij benadering). Houd er bij het uitlijnen rekening mee dat de magnetische en geografi-
sche noordpool niet helemaal overeenkomen. U kunt deze zogenaamde "declinatie" overwegen. De lokale
declinaties worden genoteerd in isogonale of luchtvaartkaarten en kunnen u helpen om uw sensor precies
volgens uw geografische locatie uit te lijnen.
Als al deze instructies niet worden opgevolgd en de oriëntatie van de pijl niet naar het noorden is, is de
weergave van de windrichting in het weerstation niet correct. Als u de markeringen dus niet precies op uw
geografische locatie aan de hand van de punten van het kompas uitlijnt, ontstaat er een permanente fout
bij de bepaling van de windrichting door de buitensensor en het weerstation.
Op het zuidelijk halfrond
3
Voor een maximale nauwkeurigheid is de buitensensor zo gekalibreerd dat hij normaal gesproken naar het noorden
is gericht. Installatie/montage op het zuidelijk halfrond van de aarde is echter mogelijk. Er moet dan een buitensensor
worden geïnstalleerd met de windvaan naar het zuiden gericht. Installeer de buitensensor met de vaan (G) naar het
zuiden gericht. Let op de installatie-aanwijzingen. Volg dezelfde stappen als bij de noord-oriëntatie, maar verander
alles naar de zuid-oriëntatie. U vindt deze instructies in de paragraaf "Op het noordelijk halfrond".
Om de weergave van het weerstation te wijzigen naar een locatie op het zuidelijk halfrond, volgt u de onderstaande
stappen:
1. Houd in de normale modus de indexknop (7) gedurende 10 seconden ingedrukt om de sensoruitlijningsmodus
te openen. Het "N"-symbool wordt in de linker benedenhoek van het lcd-scherm (10) weergegeven.
2. Druk op de omlaag-knop (15) of op de omhoog-knop (16) om de instelling te wijzigen naar het zuidelijk
halfrond "S".
3. Druk op de indexknop om uw keuze te bevestigen en het menu te verlaten.
Als u de instelling van de hemisfeer wijzigt, wordt de aanduiding van de maanstand op het lcd-display
automatisch gewijzigd. Zie hoofdstuk 12 "Weergave en bediening", paragraaf h) "Maanfasen" voor de
weergavesymbolen van de maanfasen.

10. Ingebruikname

Neem eerst de buitensensor in gebruik en daarna het weerstation.
a) Batterijen plaatsen

Batterijen in de buitensensor plaatsen

1
Plaats de batterijen in een buitensensor. Het weerstation en de buitensensor(s) moeten zo dicht mogelijk
bij elkaar liggen. Breng de buitensensor en het weerstation indien nodig dicht bij elkaar. Houd het weersta-
tion altijd uit de buurt van water, dus neem het niet mee naar buiten in regenachtige of natte omstandighe-
den. Als u meerdere buitensensors gebruikt, wacht dan tot de signalen van alle sensors zijn ontvangen.
57

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières