4. Speciale functies
Inleiding
Met het 9930 codebediendeel kunt u, behalve het systeem in- en
uitschakelen, een aantal andere systeemfuncties instellen. Deze functies zijn:
[Toegangscode] + A (B, C of D)+
[Toegangscode] +
[Toegangscode gebruiker 01] + 4
[Toegangscode] + 5
[Toegangscode gebruiker 01] + 6
[Toegangscode] + 7
[Toegangscode] + 8
[Toegangscode] + 9
[Toegangscode] + 0
Voor deze functies toetst u uw toegangscode gevolgd door het nummer van
de gewenste functie. Hieronder vindt u een beschrijving van de functies.
Zones overbruggen bij inschakelen
Uw systeem kan zodanig worden geprogrammeerd, dat u bij het geheel of
gedeeltelijk inschakelen van het systeem bepaalde detectoren/zones niet
inschakelt (overbrugt). Overleg met uw installateur welke zones hiervoor in
aanmerking komen. De 'overbrugging' is niet permanent. Elke keer dat u het
systeem inschakelt dient u aan te geven of en zo ja welke zones hiervoor in
aanmerking komen.
Inschakelen met een overbrugde zone:
1. Toets uw toegangscode.
2. Druk op de gewenste niveautoets en binnen
5 seconden drukt u op
Het display toont:
3. Toets het gewenste zonenummer bijv. toets '2' om zone 2 te overbruggen
Y
gevolgd door
Als het systeem de over-
brugging accepteert hoort u
2 piepjes en toont het
display:
Toets binnen 5 seconden nogmaals
Opm. Als u per ongeluk de verkeerde zone hebt gekozen toetst u
het nummer van de 'verkeerde' zone en daarna
functie van de zone weer hersteld.
X
X
Zones overbruggen bij inschakelen.
24 uurszones overbruggen
Toegangscodes wijzigen
Logboek uitlezen.
Systeemtijd en -datum instellen
Deurbel in-/uitschakelen
Sirenes testen
Zones testen
Oproep naar <Downloader>.
X
.
.
X
'piep piep'
om meerdere zones te overbruggen.
Yÿ
waarmee u de standaard
496680
3. Na een alarmmelding
A:Overbr Zn -?-
Inschak A ---
Xÿ
gevolgd door
17