Laden Van De Batterij; Beveiliging Tegen Overbelasting - EINHELL AFNM 8 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10
Anl. AFNM 8_SPK7
08.06.2005

3. Laden van de batterij

Conform de instructie van de fabrikant van het
motorrijtuig dient de batterij voor het laden van het
boordnet te worden gescheiden. Wij wijzen op het feit
dat de voertuigen in standaarduitrusting reeds talrijke
elektronische componenten (zoals b.v. ABS, ASR,
injectiepomp, boordcomputer en autotelefoon)
bevatten. Eventueel zich voordoende spanningspieken
kunnen tot defecten bij de elektronische componenten
leiden. Daarom is het aan te raden de batterij voor het
laden van het boordnet te scheiden.
Neem de instructies in de gebruiksaanwijzingen voor
auto, radio, autotelefoon enz. in acht.
Voor het laden van de batterij gaat u als volgt te werk :
Fig. 1
Draai de batterijstoppen los of verwijder deze
van de batterij.
Fig. 2
Controleer het zuurpeil van uw batterij. Indien
nodig, gedistilleerd water bijvullen.
Let op ! Batterijzuur is bijtend. Zuurspetters onmiddellijk met
veel water grondig afspoelen (15 minuten) en, indien nodig,
de dokter consulteren.
Fig. 3:
Kies de laadspanning. Neem absoluut de
spanning in acht die vermeld staat op de te
laden batterij.
Fig. 4:
Kies de laadstroom overeenkomstig de
symbolen.
Let op!
Plaats de schakelaar bij een motorbatterij
nooit op „Auto" omdat daarbij een verhoogde
stroom vloeit waardoor schade aan de batterij
kan worden berokkend.
Fig. 5
Sluit eerst de rode laadkabel aan op de
pluspool van de batterij.
Fig. 6
Vervolgens wordt de zwarte laadkabel
aangesloten op de minpool van de batterij.
Fig. 7
Nadat de batterij is aangesloten op het
laadtoestel kunt u het laadtoestel aansluiten
op een stopcontact met 230 V ~ 50 Hz. Het
toestel mag niet aan een stopcontact met een
andere netspanning worden aangesloten.
Let op ! Door het laden kan gevaarlijk knalgas vrijkomen.
Daarom tijdens de laadbeurt vonkvorming en open vuur
vermijden. Ontploffingsgevaar !
Fig. 8
Berekenen van de laadtijd :
De laadtijd wordt bepaald door de
laadtoestand van de batterij. Bij een lege
batterij kan de laadtijd approximatief met de
volgende formule worden berekend :
capaciteit van de batterij in Ah
Laadtijd/u =
ampère (laadstroom aritmetisch)
Voorbeeld =
24 Ah
= 9,6 uur maxi.
2,5 A
Bij een normaal ontladen batterij gaat een
hoge beginstroom vloeien. Met toenemende
laadtijd daalt de laadstroom. Bij oude
16:11 Uhr
Seite 17
batterijen waarbij de laadstroom niet daalt, is
een defect voorhanden, zoals kortgesloten
cellen of schade door veroudering.
Fig. 9
De exacte laadtoestand kan enkel worden
bepaald door de zuurdichtheid met een
zuurhevel te meten.
Wenk ! Tijdens het laden komen gassen vrij (vorming van
gasbellen aan het oppervlak van de batterijvloeistof). Let
dus wel op een goede verluchting in de ruimten.
Waarden van de zuurdichtheid (kg/l bij 20° C)
1,28
Batterij laden
1,21
Batterij half geladen
1,16
Batterij ontladen
Fig. 10
Trek de netstekker uit het stopcontact.
Fig. 11
Neem eerst de zwarte laadkabel los van de
minpool van de batterij.
Fig. 12
Vervolgens neemt u de rode laadkabel los van
de pluspool van de batterij.
Fig. 13
Batterijstoppen weer opdraaien of opdrukken.

4. Beveiliging tegen overbelasting

Fig. 14
De ingebouwde platte zekering beschermt het
toestel tegen verkeerde poling en kortsluiting.
Bij een defect van de zekering dient deze te
worden vervangen door een zekering met
dezelfde amperage. Bij het vervangen van de
platte zekering eerst de netstekker uit het
stopcontact trekken en de laadtangen van de
batterij losnemen.
In geval van thermische overbelasting
onderbreekt een zelfstandig schakelende
veiligheidsschakelaar het laadproces. Na een
afkoelpauze schakelt deze het laadproces
automatisch weer in.
5. Onderhoud en verzorgen van de
batterij en het laadtoestel
Let er altijd op dat uw batterijen in uw wagen vast
gemonteerd zijn.
Een perfecte verbinding met het stroomnet van de
elektrische installatie moet verzekerd zijn.
Batterij proper en droog houden. Aansluitklemmen
lichtjes insmeren met een zuurvrij vet (vaseline) dat
bestand is tegen zuur.
Bij niet onderhoudsvrije batterijen het zuurpeil ca. om
de 4 weken controleren en, indien nodig, enkel
gedistilleerd water bijvullen.
Het laadtoestel dient in een droge ruimte te worden
opgeborgen. De laadklemmen moeten van corrosie
worden ontdaan.
NL
17

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

10.231.1001011

Table des Matières