Bedrijf - EINHELL TE-TS 2231 U Mode D'emploi D'origine

7.3.3 Aanslaglengte instellen (fi g. 23)
•
Om te voorkomen dat het te snijden materiaal
vastgeklemd raakt, kan de aanslagrail (6) in
lengterichting worden verschoven.
•
Vuistregel: Het achterste uiteinde van de
aanslag stuit op een imaginaire lijn, die onge-
veer bij het midden van het zaagblad begint
en onder 45° naar achter verloopt.
•
Benodigde snijbreedte instellen.
- Kartelschroeven (w) losdraaien en aanslag-
rail (6) naar voor schuiven, tot de imaginaire
45° lijn wordt geraakt.
- Kartelschroeven (w) weer vastdraaien.
7.4 Universele aanslag als hoekaanslag/
dwarsaanslag (fi g. 1, 23, 24b)
•
Universele aanslag (7) in de geleiderail (9)
schuiven.
•
Vastzetgreep (10) losmaken.
•
Aanslagrail (6) draaien, tot de pijl naar de
gewenste hoekmaat wijst. 0° voor gebruik
als dwarsaanslag (sneden van 90°) – andere
hoeken voor haakse sneden.
•
Vastzetgreep (10) weer vastdraaien, de vast-
zetgreep 11 blijft los.
•
Let op! Aanslagrail niet te ver naar rechts in
de richting van het zaagblad (4) schuiven. De
afstand tussen aanslagrail en zaagblad moet
ca. 2 cm bedragen.
7.5 Hoekinstelling (fi g. 22)
•
Maak de vastzetgrepen (14) voor en achter
aan het apparaat los.
•
Stel de gewenste hoek in aan de hoekschaal-
verdeling (12).
•
Draai de vastzetgrepen (14) voor en achter
aan het apparaat weer aan.
7.6 Toebehoren - schuifslede Schiebeschlit-
ten als hoekaanslag/dwarsaanslag
(fi g. 36)
•
Analoog aan de universele aanslag kan de
schuifslede als hoekaanslag/dwarsaanslag
worden gebruikt (zie 6.12).
•
Spanhefboom (104) losmaken.
•
Aanslagrail (101) draaien, tot de pijl naar de
gewenste hoekmaat wijst. 0° voor gebruik
als dwarsaanslag (sneden van 90°) – andere
hoeken voor haakse sneden.
•
Vastzetgreep (104) weer vastdraaien.
•
Aanwijzing! Aanslagrail niet te ver in de
richting van het zaagblad (4) schuiven. De
afstand tussen aanslagrail en zaagblad moet
ca. 2 cm bedragen.
Anl_TE_TS_2231_U_2831_UD_SPK7.indb 134 Anl_TE_TS_2231_U_2831_UD_SPK7.indb 134
NL

8. Bedrijf

Waarschuwing!
•
Na elke nieuwe instelling is raden wij aan om
een proefsnede uit te voeren om de ingestel-
de maten te controleren.
•
Na het inschakelen van de zaag wachten tot
het zaagblad zijn maximale toerental heeft
bereikt, voordat u de snede uitvoert.
•
Let op bij het insnijden!
•
Zet het apparaat alleen in met afzuiging.
•
Controleer en reinig regelmatig de afzuigka-
nalen.
•
Controleer vóór elk gebruik of de zaagblad-
bescherming op het werkstuk kan worden
neergelaten en of de remtijd van het zaagblad
minder dan 10 seconden bedraagt. Zet het
apparaat niet in als de remtijd langer is en
wend u tot de klantendienst.
8.1 Uitvoeren van langssneden (fi g. 24a)
Hierbij wordt een werkstuk in zijn lengterichting
doorgesneden. Eén kant van het werkstuk wordt
tegen de universele aanslag (7) geduwd, terwijl
de vlakke zijde op de zaagtafel (1) ligt. De zaag-
bladbescherming (4) moet altijd op het werkstuk
worden neergelaten. De werkstand bij het zagen
in lengterichting mag nooit in één lijn met het ver-
loop van de snede zijn.
•
Universele aanslag (7) instellen overeen-
komstig de hoogte van het werkstuk en de
gewenste breedte (zie 7.3).
•
Zaag inschakelen.
•
Handen met gesloten vingers vlak op het
werkstuk leggen en het werkstuk langs de
universele aanslag (7) in het zaagblad (5)
schuiven.
•
Zijdelingse geleiding met de linker of rechter
hand (al naargelang de positie van de univer-
sele aanslag) maar tot aan de voorkant van
de beschermkap.
•
Werkstuk altijd tot aan het einde van het
spouwmes (2) doorschuiven.
•
Het snijafval blijft op de zaagtafel (1) liggen,
tot het zaagblad (5) weer tot stilstand is ge-
komen.
•
Lange werkstukken aan het einde van het
snijden beveiligen tegen eraf kantelen (bijv.
afrolstaander enz.)!
- 134 -
23.04.14 08:40 23.04.14 08:40