Brandstof; Geluiddemper En Uitlaat - Jacobsen Sand Scorpion Manuel De L'opérateur Et De Sécurité

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

6
ONDERHOUD
6.6

BRANDSTOF ____________________________________________________________________________

Haal nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit brandstof bij wanneer de motor draait of terwijl hij heet is.
Rook niet wanneer u met brandstof omgaat. De brandstoftank mag nooit binnen worden gevuld of afgetapt.
Mors geen brandstof en ruim gemorste brandstof onmiddellijk op.
Brandstofcontainers mogen nooit gehanteerd worden bij open vuur of bij een apparaat dat vonken kan voortbrengen waardoor de
brandstof of brandstofdampen kunnen ontvlammen.
Zorg dat u de brandstofdop weer aanbrengt en stevig vastdraait.
Zie de bedieningshandleiding van de motorfabrikant voor
gedetailleerde onderhoudsinformatie.
Hanteer brandstof voorzichtig - hij is licht ontvlambaar.
Gebruik een goedgekeurde container; de tuit moet in de brand-
stofvulhals passen. Vermijd het gebruik van blikken en trechters
om brandstof over te gieten.
Vul de brandstoftank tot minder dan 25 mm onder de vulhals.
Benzinemotoren:
1.
Gebruik schone, verse, loodvrije benzine van gewone kwa-
liteit met een octaangetal van minimaal 85.
2.
Geen hi-test benzine of een mengsel van olie en benzine
gebruiken. Wanneer u gemengde brandstof gebruikt, moet
u erop letten dan deze niet meer dan 10% ethanol bevat.
3.
Gebruik onder geen enkele omstandigheid een mengsel
met methanol.
4.
Vervang het lijnbrandstoffilter jaarlijks. Tap de brandstoftank
af of sluit de brandstofafsluiter voordat u het brandstoffilter
vervangt. Controleer de brandstofleidingen en klemmen om
de 50 uur. Vervang de brandstofleidingen en klemmen bij
het eerste teken van schade.
6.7

GELUIDDEMPER EN UITLAAT ______________________________________________________

!
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat giftig is en bij ina-
deming dodelijk kan zijn.
Gebruik een motor nooit als er geen goede ventilatie is.
OPGELET:
Dagelijks of vaker dienen bladeren en
!
ander brandbaar afval uit en rondom de geluiddemper te
worden verwijderd voordat de motor wordt aangezet.
NL-22
!
WAARSCHUWING
Dieselmotoren:
1.
2.
3.
4.
5.
Opslag:
Sla brandstof op volgens de gemeentelijke, provinciale of lande-
lijke voorschriften en de aanbevelingen van uw brandstofleve-
rancier.
De tank mag nooit te veel gevuld worden of leeg worden.
Als bescherming tegen koolmonoxidevergiftiging moet het hele
!
uitlaatsysteem regelmatig worden geïnspecteerd en een defecte
demper steeds worden vervangen.
Uitlaatgassen zijn kleurloos. Als u een verandering in de kleur of
het geluid van de uitlaatgassen opmerkt, moet de motor onmid-
dellijk worden afgezet. Bepaal wat het probleem is en laat het
systeem repareren.
Draai alle bevestigingsonderdelen van het uitlaatspruitstuk
gelijkmatig met een torsiesleutel vast. Zet de uitlaatklemmen
vast of vervang ze.
!
Voor dieselmotoren gebruikt u schone, verse, nr. 2 diesel-
brandstof met een cetaangetal van minimaal 45.
Gebruik een zeef bij het vullen van de brandstoftank om te
voorkomen dat vuil of zand in het brandstofsysteem terecht-
komt en schade aan het injectiesysteem veroorzaakt.
Controleer de brandstofleidingen en klemmen om de 50
uur. Vervang de brandstofleidingen en klemmen bij het eer-
ste teken van schade.
Reinig het brandstoffilter om de 100 uur. Vervang het om de
400 uur. Volg de instructies in de motorhandleiding.
Ontlucht het brandstofsysteem nadat de tank is afgetapt of
onderhoud aan het brandstofsysteem is uitgevoerd, of voor-
dat de motor na gestald te zijn weer in bedrijf wordt geno-
men.

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

8800588007

Table des Matières