Tips; Bakken; Braden En Grillen - Bosch HVA541NS0 Notice D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Tips

Hier vindt u vele tips over vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in speciaalzaken kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
servies uit de binnenruimte neemt.
Tips voor het bakken
Zo stelt u vast of de cake goed door-
bakken is.
Het gebak zakt in.
Het gebak is in het midden hoog gere-
zen en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Het gebak is te droog.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen)
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-
den.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Het sap van de vruchten stroomt over.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Bij het bakken van vochtig gebak ont-
staat er condenswater.

Braden en grillen

Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Zet de
vorm altijd midden op het rooster. Voor grote stukken vlees is
ook de geëmailleerde bakplaat geschikt.
Tips voor het braden
Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht
gelijkmatiger bruin wordt.
Doe bij mager vlees 2 tot 3 eetlepels en bij stoofvlees 8 tot
10 eetlepels vloeistof, afhankelijk van de grootte.
Steek bij eend of gans het vel onder de vleugels vast, dan
kan het vet weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen
het einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water
of sinaasappelsap.
Keer stukken vlees na de helft van de bereidingstijd.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven liggen. Zo wordt het
vleessap beter verdeeld.
Bij het braden van grotere vleesstukken kan er meer stoom
ontstaan en neerslag op de ovendeur terechtkomen. Dit is
normaal en heeft geen invloed op de werking. Wrijf na het
braden de ovendeur en het kijkvenster droog met een
doekje.
Braadt u direct op het rooster, plaats dan ook de
geëmailleerde bakplaat op inschuifhoogte 1, zodat het vet
kan worden opgevangen.
Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje
in het hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in. Houd rekening met de omroertijden in het recept.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens druppelt u
er vruchtensap of alcohol over. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden hoger
in en houd kortere baktijden aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere tem-
peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recep-
ten en baktijden.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Bakpapier dat
uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het
goed op de plaat past.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.

Bakken

Bakvormen
Gebruik vooral lichte bakvormen en -platen.
Zet de bakvormen altijd in het midden van het bak- en
braadrooster.
Tips voor het grillen
Gebruik zoveel mogelijk stukken van gelijke dikte voor het
grillen. Ze moeten minstens 2 tot 3 cm dik zijn. Zo worden ze
gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Leg de te grillen producten op het midden van het rooster.
Giet een beetje water op de geëmailleerde bakplaat en plaats
hem op de inschuifhoogte eronder, zodat het vet wordt
opgevangen. Plaats hem nooit direct op de bodem van de
binnenruimte.
Besprenkel het vlees met wat olie voordat u het op het
rooster onder de grill legt.
Keer dunner vlees na de helft van de grilltijd en dikker vlees
vaker tijdens het grillen. Gebruik hierbij een grilltang, dan
doorboort u het vlees niet en blijft het vleessap in het vlees.
Donkere vleessoorten, zoals lams- en rundvlees, worden
sneller en beter bruin dan licht varkens- en kalfsvlees.
51

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières