Productbeschrijving; Identificatie Van De Weergegeven Componenten (Afbeeldingen A - L) - ABNOX AXFP3 S10 Instructions De Service

NL
• Bediening van het product met defecte veiligheids-
voorzieningen of niet volgens de voorschriften
aangebrachte of niet goed werkende veiligheids- en
beveiligingsvoorzieningen;
• Constructieve wijzigingen aan het product;
• Wijziging van de drukverhoudingen bij de drukbe-
veiliging en gebruik van het product bij een hogere
druk dan de druk waarop het product voorzien is;
• Gebrekkige controle van slijtagegevoelige onder-
delen;
• Ondeskundig uitgevoerde herstellingen en gebruik
van onderdelen van andere leveranciers.

Productbeschrijving

Beoogd gebruik
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het vervoer
van de volgende vloeistoffen:
• Smeermiddelen met een viscositeit van
NLGI 4/1 ‚000 ‚000 mPa s of minder
• Grootte van het vat volgens het gegevensblad
Aanduiding
De gegevens van de vatpomp staan op het op de
schakelkast (afb. B / Nr. 7) bevestigde gegevens-
plaatje.
Het gegevensplaatje bevat informatie ter identificatie
van het apparaat.
Werkingswijze
Pneumatische ABNOX-vatpompen worden gebruikt
voor de verplaatsing van smeermiddelen uit originele
vaten tot 180 kg. Met behulp van de instelbare druk
van de volgplaat wordt het zuigvermogen van de
standaard ABNOX-pomp sterk verbeterd, omdat de
vloeistof gedwongen naar de zuigmond gedrukt wordt.
Ook kan zo het blijven vastzitten van de volgplaat,
bijvoorbeeld bij een ribbel, worden voorkomen.
Een pneumatische leegmelding stopt het pompen op
het laagste vulniveau van het vat en signaleert deze
toestand door middel van een waarschuwingssignaal
(optie L). Het uitschakelen van de pomp voorkomt
het aanzuigen van lucht in het lege vat en het daarna
moeizame ontluchten van het hele systeem met als
bijkomend gevolg een aanzienlijk vloeistofverlies.
Voor het vervangen van een vat kan de volgplaat met
behulp van een tweehandenbediening gemakkelijk en
zonder enige inspanning uit het vat worden verwijderd.
De vatpompen zijn leverbaar met verschillende drukra-
tio's en pomptypes.
70
Identificatie van de weergegeven
componenten (Afbeeldingen A - L)
1 Pompkrik
2 Pneumatische cilinder
3 Aanvoerpomp
4 Eindschakelaars voor transportfunctie
5 Eindschakelaar voor automatische
uitschakeling
6 Onderhoudsunit
7 Schakelkast
8 Bodemplaat
9 Gegevensplaatje
10 Ontluchtingsklep
11 Volgzuiger
12 Afsluiter (luchttoevoer  AAN/UIT)
13 Perslucht aansluiting binnendraad
14 Knaldemper
15 Luchtfilter
16 Montagebeugel eindschakelaar
17 Vatbevestiging
18 START-knop pomp
19 Manometer pompdruk
20 Tweehandenbediening heffen en dalen
pompkrik
21 Manometer systeemdruk
22 Regelaar pompdruk (fabrieksinstelling
4.0 bar)
23 Manometer druk volgzuiger
24 Regelaar druk volgzuiger
(fabrieksinstelling 0.5 bar)
25 Draaischakelaar Heffen  - Neutraal 
- Dalen 
26 STOP-knop pomp
27 Knop ALARM uit
28 Zwenkwieltjes LR (optioneel)
29 Standaard SF (optioneel)
30 Uitgang vloeistof
31 Aansluitblok met ontluchting AB (optioneel)
32 Aansluitblok met materiaaldrukontlasting
DG (optioneel)