Inbedrijfstelling; Elektrische Aansluiting - REMS Cobra 22 Notice D'utilisation

nld
1.9. Vibraties
Effectieve gemeten waarde
van de versnelling
De aangegeven trillingsemissiewaarde werd met een genormde testmethode
gemeten en kan voor vergelijk met een ander apparaat gebruikt worden. De
aangegeven trillingsemissiewaarde kan ook voor een inleidende inschatting
van de uitzetting gebruikt worden.
VOORZICHTIG
De trillingsemissiewaarde kan zich tijdens gebruik van het apparaat van de
aangegeven waarde onderscheiden, afhankelijk van de manier en wijze waarop
het apparaat gebuikt wordt. Afhankelijk van de feitelijke gebruiksomstandigheden
(intermitterend) kan het noodzakelijk zijn veiligheidsmaatregelen te nemen voor
bescherming van de gebruiker.

2. Inbedrijfstelling

2.1. Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING
Neem de netspanning in acht! Alvorens de elektrische buisontstoppingsma-
chine aan te sluiten, dient te worden gecontroleerd of de spanning die op het
typeplaatje is aangegeven, overeenkomt met de netspanning. Op bouwplaatsen,
in vochtige omgevingen, in binnen- en buitenruimten of bij soortgelijke opstel-
lingen mag de elektrische buisontstoppingsmachine uitsluitend op het net
worden aangesloten via een aardlekschakelaar die de stroomtoevoer onderbreekt
zodra de lekstroom naar de aarde gedurende 10 ms de 300 mA overschrijdt.
Bij gebruik van een verlengkabel moet de kabeldiameter geschikt zijn voor het
vermogen van de elektrische buisontstoppingsmachine. De verlengkabel moet
goedgekeurd zijn voor de onder '1.5. Elektrische gegevens' vermelde waarden.
2.2. Gebruik en keuze van de ontstoppingsspiraal
De machines REMS Cobra werken met deelspiralen, die naar believen aan
elkaar kunnen worden gekoppeld. Bij de machine REMS Cobra 22 wordt ofwel
de spiralen- en gereedschapsset 16 of 22 ofwel beide geleverd. Bij de machine
REMS Cobra 32 wordt ofwel de spiralen- en gereedschapsset 22 of 32 ofwel
beide geleverd. De ontstoppingsspiralen kunnen allemaal zonder aanpassing
met de machine worden gebruikt.
De machine REMS Cobra 32 kan bij gebruik van andere spanbekken 16
(toebehoren) ook met de spiralen- en gereedschapsset 16 worden gebruikt.
Hiervoor dient de beschermkap (2) te worden verwijderd. Druk met een schroe-
vendraaier de veerhuls tot aan de aanslag in. Schuif de spanbek volledig naar
voren en duw hem vervolgens naar achteren over de cilindrische pen. Monteer
spanbek 16 (set). Schuif hiervoor de spanbek 16 in de systeemhouder, druk
de veerhuls tot aan de aanslag in en schuif de spanbek over de cilindrische
pen.
De ontstoppingsspiralen zijn speciaal gehard en zeer flexibel. Ze worden door
veiligheids-T-gleufkoppelingen bliksemsnel verlengd of ingekort. Hiervoor moet
de T-aanslag (7) zijdelings in de T-gleuf (8) worden geschoven. De geveerde
drukpen aan de aanslagkant vergrendelt de koppeling. Om de koppeling te
scheiden, wordt de geveerde drukpen met de spiraalontkoppelingspen (9)
teruggeschoven en wordt de T-aanslag uit de T-gleuf geschoven. De ontstop-
pingsspiralen en -gereedschappen passen ook in buisontstoppingsmachines
van andere fabrikanten. Voor zowel REMS Cobra 22 als REMS Cobra 32 is
als accessoire een adaptertrommel met een spiraal Ø 8 mm, lengte 7,5 m
leverbaar (zie 3.4.).
LET OP
Gebruik geen ontstoppingsspiralen met beschadigde geveerde drukpen. Na
het vergrendelen mag het niet mogelijk zijn de koppelings-T-aanslag (7) met
de hand, dus zonder spiraalontkoppelingspen (9), uit de koppelings-T-gleuf (8)
te schuiven. Anders kan de koppeling tijdens het ontstoppingsproces in de buis
uiteen worden getrokken door het draaien van de ontstoppingsspiraal en het
ontstoppingsgereedschap. De ontstoppingsspiraal en/of het ontstoppingsge-
reedschap blijft/blijven dan in de buis achter.
De te kiezen spiraalgrootte wordt bepaald door de diameter van de te
ontstoppen buis. Aanwijzingen hiervoor, zie 1.3.
Het te kiezen spiraaltype wordt bepaald door de lengte en ligging van de te
ontstoppen buis en door de aard van de te verwachten verstopping. De stan-
daard ontstoppingsspiraal wordt voor universele ontstoppingswerkzaamheden
ingezet. Hij is zeer flexibel en daardoor bijzonder geschikt voor nauwe of
meerdere opeenvolgende bochten. Voor bijzonder moeilijk te verwijderen
verstoppingen, bijv. voor het doorsnijden van wortels, is de ontstoppingsspiraal
S met dikkere spiraaldraad (toebehoren) aan te bevelen. In de ontstoppings-
spiraal met kern (toebehoren) is een weer- en temperatuurbestendige kunststof
kern verwerkt, die verhindert dat zich binnen in de spiraal vuil ophoopt of dat
langdradige verstoppingen verward raken in de spiraalwindingen.
2.3. Keuze van het geschikte ontstoppingsgereedschap
2.3.1. Rechte boor
Wordt als eerste gereedschap gebruikt, om de oorzaak van de verstopping
vast te stellen door het nemen van een monster. Wordt ook bij totale verstop-
pingen, veroorzaakt door textiel, papier, keukenafval en dergelijke ingezet, om
een goede waterdoorstroming te krijgen.
2.3.2. Kegelboor
Wordt vanwege zijn grote flexibiliteit ingezet voor lichte textiel- en papierver-
REMS Cobra 22 REMS Cobra 32
2,5 m/s² 2,5 m/s²
stoppingen. De kegelachtige vorm vergemakkelijkt het doordringen in nauwe
bochten.
2.3.3. Trechterboor
Wordt met name bij textiel- en papierverstoppingen ingezet. Vanwege de grote
reikwijdte is deze boor vooral bij grotere buisdiameters voordelig. Hij kan ook
worden gebruikt als terughaalgereedschap voor spiralen die in de buis zijn
achtergebleven.
2.3.4. Terughaalboor
Wordt gebruikt om ontstoppingsspiralen die in de buis zijn achtergebleven,
terug te halen. Met schuin naar buiten gekeerde vangarm. Niet geschikt om te
boren.
2.3.5. Getande bladboor
Wordt gebruikt voor het uitboren van buizen met vettige verstoppingen of sterk
dichtgeslibde buizen. Aan de koppeling vastgeklonken (niet gesoldeerd of
gelast), daardoor geen vervorming van de bladen, die van gehard verenstaal
gemaakt zijn.
2.3.6. Getande kruisbladboor
Universeel bruikbaar bij alle soorten verstoppingen, ook incrustaties (bijv.
kalkaanslag aan de binnenwand van de buis). Aan de koppeling vastgeklonken
(niet gesoldeerd of gelast), daardoor geen vervorming van de bladen, die van
gehard verenstaal gemaakt zijn. Gebruik met ontstoppingsspiralen S aanbevolen.
2.3.7. Gaffelsnijkop
Grootte 16 met één blad als gaffelsnijkop, met twee bladen als kruisgaffels-
nijkop, van gehard verenstaal voor het ontstoppen van licht tot sterk dichtge-
slibde buizen of buizen met taaie, vettige verstoppingen. Grootte 22 en 32 met
een getand, verwisselbaar blad als getande gaffelsnijkop, van gehard
verenstaal, veelzijdig bruikbaar, bijv. voor het verwijderen van verstoppingen
en voor het vermalen (doorboren) van wortels.
2.3.8. Wortelsnijder
Gereedschap met geharde, verwisselbare zaagkrans, voor- en achteruit snij-
dend. Speciaal voor buizen die door wortels verstopt zijn. Gebruik met ontstop-
pingsspiralen S aanbevolen.
2.3.9. Kettingfrees
Belangrijkste gereedschap voor de afsluitende ontstopping, voor het verwijderen
van vettige verstoppingen en incrustaties (bijv. kalkaanslag aan de binnenwand
van de buis). Kettingfrees met gladde ringen voor gevoelige buizen, bijv. van
kunststof. Kettingfrees met gepinde schakels voor gietijzeren of betonnen
buizen.
3. Bedrijf
3.1. Onderzoek/verwijdering van de verstopping
Plaats de elektrische buisontstoppingsmachine 30 – 50 cm voor de opening
van de te ontstoppen buis.
Controleer of de beschermkap (2) op de spanbekhouder en de geleidings-
slang (1) voor de spiraal gemonteerd zijn. Monteer deze indien nodig!
De geleidingsslang verhindert het omslaan van de spiraal als het gereedschap
blokkeert, dempt de trillingen van de ontstoppingsspiraal en neemt het vuil uit
de ontstoppingsspiraal op.
Breng de ontstoppingsspiraal (5) met de koppelingszijde met T-gleuf (8) vooraan
in de elektrische buisontstoppingsmachine, tot nog ongeveer 50 cm van de
deelspiraal uit de elektrische buisontstoppingsmachine uitsteekt. Koppel nooit
meerdere deelspiralen tegelijkertijd aan elkaar. Koppel het ontstoppingsge-
reedschap (6) aan het vrije einde van de ontstoppingsspiraal door dit zijdelings
in de T-gleuf van de ontstoppingsspiraal te schuiven, tot de koppeling vastklikt.
Gebruik als eerste gereedschap de rechte boor. Breng het gereedschap en de
ontstoppingsspiraal in de te ontstoppen buis. Schakel de elektrische buisont-
stoppingsmachine met de schakelaar (3) op rechtsloop (schakelaarstand 1).
Trek de ontstoppingsspiraal met de hand uit de elektrische buisontstoppings-
machine en schuif deze in de te ontstoppen buis, tot een boog ontstaat.
WAARSCHUWING
Draag een geschikte geleidingshandschoen!
Druk met de andere hand de draag- en aandrukhendel (4) krachtig volledig
naar beneden, tot de ontstoppingsspiraal (5) draait. Door de veerkracht van
de ontstoppingsspiraal ontstaat de noodzakelijke voortbewegingsdruk. Als de
boog afgevlakt is, moet de draag- en aandrukhendel (4) naar boven worden
getrokken. De ontstoppingsspiraal blijft direct stilstaan. Schuif met de hand de
ontstoppingsspiraal verder in de buis, tot weer een boog ontstaat. Druk dan de
draag- en aandrukhendel (4) weer krachtig naar beneden, tot de boog afgevlakt
is. Herhaal dit proces zoals beschreven. Koppel indien nodig extra ontstop-
pingsspiralen aan, tot de verstopping bereikt en verwijderd is.
Belangrijk is dat bij het bereiken van de verstopping (weerstand) de ontstop-
pingsspiraal (5) nog slechts voorzichtig (cm per cm) vooruit wordt geschoven.
Als de ontstoppingsspiraal blokkeert, moet de draag- en aandrukhendel (4)
direct naar boven worden getrokken, omdat de ontstoppingsspiraal anders kan
breken.
Als desondanks toch een ontstoppingsgereedschap (6) in een verstopping is
vastgelopen, moet dit weer worden vrijgemaakt door de elektrische buisont-
stoppingsmachine herhaaldelijk kortstondig op linksloop (schakelaarstand R)
en rechtsloop (schakelaarstand 1) te schakelen. Gebruik linksloop uitsluitend
nld