Reiniging, onderhoud en
opslag
Volg alle instructies van
•
het volgende hoofdstuk:
Reiniging, onderhoud en
opslag, Pag. 59
Alle verdergaande maat-
regelen, vooral het ope-
nen van het apparaat,
moeten door een elek-
tricien worden verricht.
Neem in geval van repa-
raties altijd contact op
met ons servicecenter.
Koppel de aandrijving
•
los, koppel het apparaat
los van de stroomvoor-
ziening en laat het ap-
paraat afkoelen als het
apaaraat stilgezet is voor
reiniging, instelling, op-
slag of vervanging van
een toebehoren.
Vervang om veiligheids-
•
redenen versleten of be-
schadigde onderdelen.
Gebruik uitsluitend origi-
nele onderdelen en toe-
behoren. Bij gebruik van
andere reserveonderde-
len vervalt de garantie
onmiddellijk.
Bewaar het apparaat op
•
een droge plek en buiten
het bereik van kinderen.
Voorbereiding
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel door onbedoeld aanlopen van
het apparaat. Steek de stekker pas in
het stopcontact als het apparaat vol-
ledig is voorbereid voor gebruik.
Montage
Leg de volgende kleine onderdelen
gereed voor montage:
• Pijphouder (3)
• Dichtingsring (12)
Procedure
1. Steek de pijphouder (3) in de uit-
sparing op de behuizing (zieFig.
).
2. Leg de afdichtring (12) op de wa-
teruitlaat (11).
3. Bevestig de alu-pijp (14) op de wa-
teruitlaat (11) met de wartelmoer
(13).
4. Steek de alu-pijp (14) in de pijp-
houder (3).
Bedieningselementen
Maak u vóór het eerste gebruik van
het apparaat vertrouwd met de bedie-
ningselementen van het apparaat.
Afsluitkraan (18)
U regelt het debiet met de afsluit-
kraan.
Afsluitkraan gesloten: geen
doorstroming
Afsluitkraan gedeeltelijk open:
beperkte doorstroming
Afsluitkraan open: maximale
doorstroming
NL
BE
57