Bij de combinatie met een vlakkanaalbocht voor
2.
de uitsparing in de achterwand de betreffende af-
metingen in acht nemen.
→ Fig.
40
Na de uitsnijwerkzaamheden de spaanders verwij-
3.
deren.
De snijvlakken hittebestendig en waterdicht afdich-
4.
ten.
→ Fig.
41
Apparaat voor circulatiefunctie inbouwen
Bij de circulatiefunctie de afdichting en de akoesti-
1.
sche filters gebruiken.
Aanwijzingen m.b.t. de luchtafvoerleiding aanhou-
2.
den. → Pagina 35
Afdichting bevestigen
De meegeleverde afdichting op de vlakkanaal-
▶
bocht op maximaal 5 mm van de rand bevestigen.
→ Fig.
34
Buizen plaatsen
De vlakkanaalbocht in de uitlaatopening op de
1.
achterzijde van het apparaat aanbrengen.
→ Fig.
35
Indien nodig extra buiselementen monteren.
2.
Apparaat in de uitsnijding van het werkblad plaatsen
Verifieer dat de aansluitkabel met het apparaat is
1.
verbonden.
Het apparaat volledig in de uitsnijding van het
2.
werkblad plaatsen.
→ Fig.
36
Luchtafvoerverbinding maken
De luchtafvoerbuis bevestigen aan de bocht van
1.
de platte buis.
De verbinding met de afvoerluchtopening maken.
2.
Verbindingspunten goed afdichten.
3.
Filter plaatsen
Opmerking: Bij circulatiefunctie het geurfilter aan-
brengen.
Bij afvoerluchtfunctie het akoestische filter aanbren-
gen.
Let op de stroomrichting van het filter.
1.
Twee van de filters links en rechts in het apparaat
2.
plaatsen en naar voren schuiven.
→ Fig.
42
De andere filters links en rechts in het apparaat
3.
aanbrengen.
→ Fig.
43
Vetfilter plaatsen
Het vetfilter plaatsen.
▶
→ Fig.
44
Stroom aansluiten
De aansluitgegevens op het typeplaatje in acht ne-
1.
men.
Bij 3 N de kabel volgens de afbeelding op het
2.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
45
Bij 2 N de kabel volgens de afbeelding op het
3.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
46
Bij 1 N de kabel volgens de afbeelding op het
4.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
47
Bij 2 L /2 N de kabel volgens de afbeelding op
5.
het stopcontact aansluiten.
→ Fig.
48
De kleuren van de kabels in acht nemen.
6.
– BN: bruin
– BU: blauw
– GN/YE: groen en geel
– BK: zwart
– GY: grijs
Afhankelijk van het aansluittype indien nodig de af
7.
fabriek geleverde adereindhulzen anders aanbren-
gen.
Om indien nodig twee kabels te verbinden, een
8.
adereindhuls plaatsen.
De aders inkorten.
‒
De isolatie verwijderen.
‒
Functie controleren
Het apparaat inschakelen.
1.
Indien
,
of
2.
niet juist aangesloten. → "Elektrische aansluiting
controleren en corrigeren", Pagina 37
Wanneer er geen storing op het display van het
3.
apparaat verschijnt, controleer dan de werking van
de ventilator aan de hand van de gebruiksaanwij-
zing.
Elektrische aansluiting controleren en corrigeren
Het apparaat van de stroomaansluiting loskoppe-
1.
len.
Controleren of de aansluiting op het apparaat en
2.
de aansluiting aan de zijde van het gebouw met
het aansluitschema in deze montagehandleiding
overeenkomen. → "Elektrische aansluiting voor-
bereiden", Pagina 34 → "Stroom aansluiten",
Pagina 37
Bij 3 N de volgende afbeelding in acht nemen.
3.
→ Fig.
49
Bij 2 N de volgende afbeelding in acht nemen.
4.
→ Fig.
50
Bij 1 N de volgende afbeelding in acht nemen.
5.
→ Fig.
51
Display omschakelen naar
circulatiefunctie
Indien nodig voor de circulatiefunctie het display
1.
van de elektronische regeling naar de basisinstel-
lingen omschakelen.
Het hoofdstuk "Basisinstellingen" in de gebruiks-
2.
aanwijzing in acht nemen.
Apparaat demonteren
LET OP!
Gereedschappen kunnen het apparaatframe bescha-
digen.
Het apparaat er niet van bovenaf uittillen.
▶
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcon-
1.
tact.
Het luchtafvoerkanaal verwijderen of de luchtcircu-
2.
latieverbindingen loskoppelen.
Het apparaat van onderaf naar buiten drukken.
3.
da
Leveringsomfang
Kontrollér alle dele for transportskader efter udpak-
ningen, og om leveringen indeholder alle dele.
→ Fig.
1
QR-kode montagevideo
Her findes QR-koden til montagevideoen.
→ Fig.
2
Apparatets mål
Her findes apparatets mål.
→ Fig.
3
brandt, is het apparaat
37