Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
28 – NL
FMT230, FMT250 THERMISCHE MASSADEBIETMETER | CI/FMT230/250-X1 REV. D
... 6 Installatie
Tussenflensuitvoering (FMT091) en deelmeettraject (FMT092)
1 Flensschroef
2 Onderlegschijf
3 Flens
4 Flensafdichting
5 Buiscomponent
Afbeelding 12: Montage buiscomponent (voorbeeld, tussenflensuitvoering)
1. Zet de buiscomponent vlakparallel en gecentreerd tussen de
buisleidingen. De stroomrichting moet overeenstemmen met
de peil op de buiscomponent. De centreerstift op de
buiscomponent moet zich aan de afloopzijde (achter de
meetlocatie) bevinden.
2. Plaats pakkingen tussen de vlakken.
Aanwijzing
Om optimale meetresultaten te bereiken, dient men te letten op
een gecentreerde plaatsing van de pakkingen en de
buiscomponent.
•
Bij de tussenflensuitvoering moet de binnendiameter van de
buis en flens exact overeenstemmen. Iedere rand, kant of
onzuivere lasnaad vermindert de meetnauwkeurigheid.
•
De pakkingen mogen niet in de buisleiding uitsteken om een
ongestoord stromingsprofiel te waarborgen.
252
6 Verbinding meetwaardeopnemer
7 Centreerstift, aan de uitlaatzijde
8 Moer
3. Plaats passende bouten in de boorgaten.
4. Vet schroefdraadpennen licht in.
5. Draai moeren overeenkomstig de volgende afbeelding
kruislings aan. Bij de eerste doorgang moet ca. 50%, bij de
tweede doorgang ca. 80% en pas bij de derde doorgang
moet het max. aantrekkoppel gebruikt worden.
Aanwijzing
De aandraaimomenten van de bouten zijn onder andere
afhankelijk van temperatuur, druk, bout- en pakkingmateriaal. Er
dient rekening te worden gehouden met de regelingen die van
toepassing zijn.
Afbeelding 13: Aandraaivolgorde van de flensbouten
Publicité
