Télécharger Imprimer la page

AL-KO CS 1825 Manuel D'utilisation page 64

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 74
NL
Motor uitschakelen:
1. Laat de gashendel (09/2) los.
6.4
Acculaadconditie controleren
De laadtoestandsweergave (01/8) bevindt zich
boven op de kettingzaag.
Die bestaat uit drie segmenten. De segmenten
branden of knipperen afhankelijk van de laadtoe-
stand.
Segment
3 segmente branden:
2 segmente branden:
1 segment brandt:
1 segment knippert:
7 WERKHOUDING EN WERKTECHNIEK
OPMERKING Regelmatig worden door be-
roepsorganisaties cursussen aangeboden in de
omgang met kettingzagen en bomenkaptechniek.
GEVAAR! Levensgevaar door onvol-
doende vakkennis! Een tekort aan vakkennis
kan ernstig tot zelfs dodelijk letsel veroorzaken!
Uitsluitend goed geschoolde en ervaren men-
sen mogen worden belast met het snoeien
en kappen van bomen.
GEVAAR! Levensgevaar door versplinte-
ring van hout! Losspringende houtspaanders
kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorza-
ken!
Losse spaanders en houtsplinters verwijde-
ren van het te verzagen gedeelte.
7.1
Bomen kappen (10, 11)
Let voor en tijdens het kappen op de volgende
punten:
Bij het kappen van bomen moet ervoor wor-
den gezorgd, dat overige personen niet aan
gevaren worden blootgesteld, geen hoofd-
transportleidingen kunnen worden geraakt en
geen materiële schade kan worden veroor-
zaakt. Wanneer een boom een hoofdtrans-
portleiding raakt, moet het betreffende nuts-
64
Acculaadtoestand
Accu volledig opgela-
den.
Accu voor 2/3 opgela-
den.
Accu voor 1/3 opgela-
den.
Accu bijna leeg. Het
apparaat schakelt bin-
nenkort uit.
bedrijf onmiddellijk op de hoogte worden ge-
bracht.
Houd ook altijd rekening met eigendommen
van derden, dieren en overige voorwerpen.
Geen van deze mogen zich binnen de geva-
renzone bevinden. In het geval toch ergens
schade is toegebracht, moet de eigenaar on-
middellijk op de hoogte worden gebracht.
De veilige afstand ten opzichte van andere
werkplekken of voorwerpen dient minstens
2½-keer de boomlengte te bedragen.
De valrichting van de boom beoordelen.
Bepalend voor de valrichting van de boom
zijn:
de natuurlijke stand van de boom
de lengte van dikkere takken
de hoogte van de boom
eenzijdige groei van takken
horizontale of hellende ondergrond
asymmetrische groei, houtschade
windrichting en windsnelheid
sneeuwbelasting
Op een hellende ondergrond altijd boven de
valrichting van de boom blijven werken.
Controleren dat zich op de eerder bepaalde
vluchtweg geen hindernissen bevinden. De
vluchtweg moet ca. 45° schuin achterwaarts
van de valrichting lopen (10).
De stam moet vrij zijn van begroeiing, takken
en vreemde voorwerpen (zoals vervuiling,
stenen, losse boomschors, spijkers, klem-
men, draad etc.).
Om een boom te kappen moeten er een valkerf
en een velsnede worden aangebracht.
1. Bij zagen van de valkerf en bij in stukken za-
gen van de boomstam de aanslagkam veilig
aanbrengen tegen het te verzagen hout.
2. De valkerf (11/C) wordt eerst horizontaal en
vervolgens van bovenaf schuin in een hoek
van minstens 45° ingezaagd. Hierdoor wordt
voorkomen dat de kettingzaag vastklemt bij
het uitzagen van de tweede inkeping. De val-
kerf moet zo mogelijk nabij de bodem en in
de gewenste valrichting (11/E) worden aan-
gebracht. De diepte van de kerf moet ca. 1/4
van de stamdikte bedragen.
3. De velsnede (11/D) tegenover de valkerf
exact horizontaal inzagen. De velsnede moet
op een hoogte van 3-5 cm boven het horizon-
tale vlak van de valkerf worden ingezaagd.
Werkhouding en werktechniek
CS 1825

Publicité

loading