Table des Matières
Publicité
Benutzung Der Kehrmaschine
Nötige Vorschriftsmaßnahmen
1) Die Kehrmaschine darf ausschließlich durch geschultes
und befugtes Personal betrieben werden.
2) Wenn man die Kehrmaschine unbeaufsichtigt läßt, muss
der Schlüssel abgezogen und die Maschine mit dem
Standbremsenhebel 31 abgestellt werden (Fig. 3).
3) Die Maschine nie im Hang anhalten, die Maschine nie im
Gefälle, vor Türen oder Feuerlöschern anhalten.
Vor der Benutzung der Kehrmaschine folgendes kontrollieren:
•
Durchführung einer präventiven Kontrolle zum Erkennen
und Aufzeigen eventueller Schäden unverzüglich nach
Transport oder Gebrauch.
(Elektrische Version)
•
Alle 8 Arbeitsstunden den Füllstand des Elektrolyts der
Batterie 1 (Fig.5 - 5/A) und den Hydrauliköl-Füllstand
2 (Fig.5 - 5/C); Laden Sie die Batterie sofort nach der
Benutzung der Kehrmaschine nach; Die Batterie wird mit
einem automatischen Batterieladegerät mit 48V und einer
Anfagsintensität von 60A geladen.
(Diesel und Benzinversion)
•
Kontrolle des Treibstoffstandes im Tank 3 (Fig.5 - 5/E) unter
dem Sitz; falls notwendig, Auffüllen mit Dieselkraftstoff
GEFAHR! ENTFLAMMBARE SUBSTANZEN!
BEIM EINFÜLLEN NICHT RAUCHEN UND KEINE OFFENEN
FLAMMEN IN UNMITTELBARER NÄHE
BENUTZEN.
•
Den Motorölstand, Ölmeßstab 4 (Fig.5 - 5/B und 5/D)
•
Kühlwasserstand des Motors 5 (Fig.5 - 5/B und 5/D).
•
Den Pegel des hydraulischen Öls 2 (Fig.5 - 5/C)
•
Notfalls nachfüllen, siehe hierzu die Eigenschaften der
Schmiermittel und Flüssigkeiten in der Tabelle des Kapitels
" Technische Eigenschaften "
•
Den Luftfi lter des Motors (Fig. 6) kontrollieren und notfalls
reinigen.
•
Die Bürstenspur am Boden kontrollieren und die Bürsten
ggf. laut Anleitungen in den entsprechenden Kapiteln
einstellen.
•
Kontrollieren, ob der Abfallbehälter voll ist und notfalls
entleeren.
Gebruik van de veegmachine
Noodzakelijke voorzorgsmaatregelen
1) De veegmachine dient alleen gebruikt te worden door
bevoegd en vakbekwaam personeel.
2) Wanneer u de veegmachine onbemand laat staan, dient
u de contactsleutel te verwijderen en de machine op de
parkeerrem 31 (fi g. 3 ) te zetten
3) De machine niet op een helling stilzetten of voor deuren of
brandblussers.
Voordat u de veegmachine gebruikt, de volgende controles
uitvoeren:
•
Vooraf controleren om eventuele opgelopen schade tijdens
transport of gebruik te ontdekken en te melden.
(elektrische Versie)
•
Elke 8 werkuren het elektrolytpeil in de accu's 1 (fi g.5. - 5/A)
en het drukoliepeil 2 (fi g.5 - 5/A); Laadt de accu's onmiddellijk
na gebruik van de veegmachine op; De accu moet opgeladen
worden met een automatische accu-oplader van 48V met
beginsterkte van 60A.
(diesel en Benzine versie)
•
Controleer het brandstofpeil in tank 3 (fi g. 5 - 5/E), onder de
zitplaats; zonodig bijvullen met dieselolie voor vrachtverkeer.
BRANDGEVAAR!
TIJDENS DE BRANDSTOFTOEVOER NAAR DE MACHINE NIET
ROKEN EN GEEN OPEN VUUR GEBRUIKEN.
•
Oliepeil motor 4 (Fig.5 - 5/B und 5/D)
•
koelwater peil motor 5 (Fig.5 - 5/B und 5/D).
•
Oliepeil hydraulisch systeem 2 (Fig.5 - 5/C)
•
indien nodig bijvullen, zie eigenschappen smeermiddelen
en vloeistoffen volgens de tabel in hoofdstuk "technische
eigenschappen".
•
luchtfi lter van de motor controleren (fi g.6) en zonodig
reinigen.
•
het spoor van de borstels op de grond controleren en
eventueel bijstellen zoals beschreven wordt in de betreffende
hoofdstukken.
•
de afvalbak controleren en zonodig ledigen.
72
Publicité
Table des Matières
