Beschrijving Van Het Apparaat - Cebora MIG Kingstar 520 TS Manuel D'instructions

Afb. 5
• Vermijd de aansluiting in de vorm van een bobine om
de inductieve effecten die de resultaten van het lassen
kunnen beïnvloeden, zoveel mogelijk te beperken.
• Sluit het andere uiteinde van de aansluiting FA aan op
de draad sleepwagen, zie Afb. 6.
Afb. 6
• Sluit de leidingen van de koelvloeistof aan op de
snelkoppelingen aan de onderkant van de draad sle-
epwagen (zie Afb. 7). Neem de kleuren, aangeduid aan
de voorkant van de wagen, in acht.
• Plaats de gasfles op een steun door hem met de 2 rie-
men te blokkeren. Het is belangrijk dat de riemen goed
om de gasfles klemmen om gevaarlijk kantelen ervan te
vermijden.
• Sluit de gasleiding aan op de uitgang van de drukreduc-
tor.
• Open het zijklepje.
• Sluit de massakabel aan op het contact L een met de
klem op het te lassen werkstuk.
• Breng de draadspoel aan op de steun in de ruimte.
Monteer de spoel op de steun zodat de draad linksom
wordt afgerold.
132
• Controleer of de sleeprol correct voor de diameter en
de gebruikte draad is gemonteerd.
• Snijd de draad door met een scherp hulpmiddel. Houd
de draad tussen de vingers geklemd zodat deze niet
kan afrollen, en breng hem in het plastic buisje aan dat
uit de motorreductor steekt. Haal de draad vervolgens
met behulp van uw vinger door het stalen buisje van de
adapter, tot de draad uit de adapter naar buiten komt.
• Monteer de lastoorts.
Monteer de spoel en de lastoorts. Schakel de ma-
chine in en kies de juiste synergetische curve aan de
hand van de aanwijzingen van de paragraaf "functie-
beschrijving". Demonteer het gas mondstuk en draai
het stroomgeleidende mondstuk van de lastoorts los.
Druk de knop van de lastoorts in tot de draad naar bu-
iten steekt. LET OP houd uw gezicht buiten het bereik
van de lans als de draad naar buiten komt. Draai het
stroomgeleidende mondstuk los en breng het gasmon-
dstuk aan.
Open de reductor van de gasfles en stel de gasstroom af
op 10 – 12 l/min.
Schuine vlakken.
Houd er rekening mee dat u de machine niet op hel-
lingen plaatst om omvallen of een ongecontroleerde
beweging ervan te vermijden, aangezien de wielen
niet geremd zijn.

3.1 BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT

A Bedieningspaneel.
B Gecentraliseerde aansluiting.
Hier wordt de lastoorts op aangesloten.
C Aansluiting.
Hier wordt de connector van de elektrodeklem bij
MMA-lassen of de vermogensconnector van de TIG-
lastoorts op aangesloten.
D Aansluiting.
Hier wordt de gasleiding afkomstig van de TIG-
lastoorts op aangesloten.
E Connector.
Connector voor de aansluiting van de bedieningen op
afstand en van de bedieningskabel van de Push-Pull-
lastoorts, de TIG-lastoorts en alle accessoires die op
deze connector worden aangesloten.
F Connector (-).
hier wordt de kabel met de massaklem op aangesloten.
Deze moet zo dicht mogelijk op het laspunt worden
aangebracht.
G Zekering (2A T).
H Display.
Toont de lasparameters en de lasfuncties.
I Draaiknop.
Selecteert en stelt de lasfuncties en -parameters in.
J USB-connectoren.
Connectoren die voor
lasprogramma's moeten worden gebruikt.
K Aansluiting (+).
Contact waar de connector van de massakabel wordt
aangesloten bij TIG-lassen, de klem met elektrode bij
MMA-lassen.
het updaten van de