Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
ALGEMENE INFORMATIE
9
16
14
13
2
3
4
6
17
1.
Achterste kruk
9.
Hendel van kettingrem /
2.
Oliedop
handbeschermer
3.
Starttrekker
10. Borgknop
4.
Deksel van tandwiel
11. Voorste kruk
5.
Controleknop kettingafdekking
12. Zwaard
6.
Ring kettingspanning
13. Zaagketting
7.
Elektrische motor
14. Stootpunten
8.
Kabel
15. Achterste handbeschermer
•
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
De nummers hieronder corresponderen met de nummers op de afbeelding.
3
STARTTREKKER / STOPSCHAKELAAR stopt de motor direct bij het loslaten.
9
HENDEL VAN KETTINGREM / HANDBESCHERMER. Beschermt de linkerhand van de gebruiker als die van de
voorste kruk afvalt terwijl de zaag in werking is.
7
ELEKTRISCHE MOTOR is dubbel geisoleerd voor extra veiligheid.
10 BORGKNOP verhindert dat de motor onbedoeld gestart wordt. U kunt de trekker pas inknijpen nadat de borgknop
naar voren is geduwd.
13 ZAAGKETTING met lage terugslag. Het risico van terugslag, en de intensiteit van de terugslag worden aanmerke-
lijk verminderd door de speciaal ontworpen dieptematen en beschermende schakels.
19 KETTINGVANGER. Deze vermindert de kans op verwondingen in het geval dat de ketting breekt of ontspoort tij-
dens het gebruik. De kettingvanger is ontworpen om een wegvliegende ketting op te vangen.
11
10
1
18
15
7
5
12
19
16. Neus van het zwaard
17. Inspectievenster van olietank
18. Kabelhaak
19. Kettingvanger
39
NL
MONTAGE INSTRUCTIES
•
INLEIDING
Deze machine is bedoeld voor de gelegenheidsgebruiker
en moet niet gebruikt worden voor commerciele
toepassingen, noch voor zwaar continu gebruik.
Uw nieuwe kettingzaag kan gebruikt worden voor diverse
toepassingen, zoals het hakken van brandhout, maken
van omheiningen, vellen van kleine bomen, snoeien op
grondniveau en licht timmerwerk. De zaag mag alleen
worden gebruikt voor hout of houtproducten.
•
VEREISTEN VOOR DE MONTAGE
Het kan nodig zijn het zwaard, de zaagketting en de
afdekkap van het tandwiel te monteren, en verder de ket-
ting in te stellen en de olietank met olie te vullen voordat
de kettingzaag gereed is voor gebruik. Start de motor
niet voordat de machine goed gemonteerd is. Lees alle
instructies nauwkeurig. Installeer geen ander zwaard en
geen andere ketting dan voor uw model geschikt is.
8
•
MONTAGE VAN ZWAARD EN ZAAGKET-
TING
WAARSCHUWING : Maak de kettingzaag
van leidingen los alvorens te controleren
aanpassend de kettingzaagspanning.
DE GELEIDERSTAAF EN ZAAGKETTING
INSTALLEREN:
1.
Plaats de voedingseenheid op een plat oppervlak.
2.
Om het deksel op de zijkant (A) te verwijderen,
draait u de knop (B) linksom. (Fig. 3A)
3.
Schroef (C) de spanningsplaat (D) op de staaf. (Fig.
3B)
4.
Leg de ketting open met de snijdende randen (E)
van de ketting in de RICHTING VAN DE ROTATIE
(Fig. 3C).
5.
Om de ketting op de staaf te monteren, draait u de
spanningsplaat (D) linksom naar het einde. Installeer
de ketting en de staaf op de voedingseenheid, draai
de spanningsplaat (D) rechtsom en plaats het
zijdeksel (A) terug. (Fig. 3D)
6.
Draai de knop rechtsom, regel de pin van de ket-
tingspanning bij en maak de knop vast.
7.
Nadat u de kettingzaag ongeveer 1 uur hebt
gebruikt moet u de kettingspanning aanpassen naar
2 mm door middel van een 9N torsie.
B
A
Fig. 3A
Fig. 3C
•
DE SPANNING VAN DE KETTING
INSTELLEN
De juiste spanning van de zaagketting is uiterst belan-
grijk en moet gecontroleerd worden voordat u de motor
start, en ook tijdens de werkzaamheden.
Neem de tijd om de spanning van de ketting te control-
eren en bij te stellen. Dit resulteert in verbeterde presta-
ties en een langere levensduur van de ketting.
OPMERKING: Een nieuwe zaagketting rekt en moet
reeds na vijf keer zagen worden bijgesteld. Dit is nor-
maal met een nieuwe ketting. Na enige tijd is het niet
meer zo vaak nodig de ketting bij te stellen.( figuur 4)
WAARSCHUWING : Als een zaagketting te
los of te strak is, zullen de ketting en de
lagers sneller slijten. In figuur 4 ziet u infor-
matie over de juiste spanning in koude toes-
tand (A), in warme toestand (B) en een aan-
wijzing (C) wanneer de zaagketting vervan-
gen moet worden.
WAARSCHUWING : Is de ketting te los,
zodat hij meer dan 3 mm met de vinger kan
worden losgetrokken, zoals in figuur 4, dan
moet hij bijgesteld worden. Doet u dat niet,
dan is de stoptijd te lang.
A
DE SPANNING VAN DE ZAAGKETTING REGE-
LEN:
OPMERKING: Zorg ervoor dat de kettingrem los staat.
Maak de kettingrem (A) los door deze naar achter te
trekken (Fig. 5A).
C
1.
Het regelen van de ketting is heel eenvoudig. Draai
gewoon de knop (B) rechtsom. Om de ketting losser
D
te maken draait u linksom. (Fig. 5B)
Fig. 3B
2.
Draag tijdens het bijregelen zware werkhandschoe-
nen, beweeg de zaagketting naar voor en naar
achter op de geleiderstaaf zodat u zeker bent dat de
ketting vrij kan bewegen en dat de tanden correct
over het tandwiel lopen.
40
NL
E
A
D
Fig. 3D
B
C
2mm
< 2mm
Fig.4
Publicité
Table des Matières
