Riello RL 190/M Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien page 55

D889
Voor een eventuele afstelling van de nok III, vooral voor kleine
verplaatsingen, kunt u het speciale sleuteltje 10) (Afb. 28) gebrui-
ken dat met behulp van een magneet onder de servomotor is
aangebracht.
Waarschuwingen
 Voor een correcte afstelling, moet de excentriek 7) (Afb. 24,
Pag. 21) op het hele draaibereik van de servomotor (20° -
130°) werken; met iedere variatie van de servomotor moet
een drukvariatie overeenkomen.
 Breng nooit de zuiger van de regelaar tot tegen de aanslag:
de stopring 4) (Afb. 24, Pag. 21) bepaalt zijn maximale slag.
 Na de afstelling uitgevoerd te hebben en met uitgescha-
kelde brander moet u met de hand nakijken, na de servo-
motor ontgrendeld te hebben door de knop 3) (Afb. 28), in
te drukken en naar rechts te verplaatsen, of deze tussen 0°
en 130° niet stottert.
 Als u wenst het debiet in de uitlaat van de verstuiver te con-
troleren moet u de brander openen, de verstuiver verbin-
den, de ontsteking simuleren en tot het wegen van de
brandstof overgaan, bij de maximale en minimale druk.
 In de positie van minimale modulatie moet u, voor een mak-
kelijkere ontsteking van de vlam, de druk op de terugloop
van de verstuiver afstellen op een waarde tussen de 3 en 6
mbar, met een luchtdruk bij de kop, gemeten op de mof 12)
(Afb. 1, Pag. 7) kleiner dan of gelijk aan  5 mbar.
 Als tijdens het afstellen van het maximale debiet de vlam
afhaakt of er drukschommelingen optreden op de terugloop
dan moet deze druk verlaagd worden tot dit ongemak niet
meer optreedt.
 Tijdens het afstellen van de tussenliggende debietwaarden
wordt er aangeraden de lucht zodanig af te stellen dat de
lager die op de film met variabel profiel van de nok loopt,
zich direct naast een van de schroeven 3) (Afb. 28),
bevindt, dit om ervoor te zorgen dat de afstellingen van een
schroef zo min mogelijk de aanliggende afstellingen beïn-
vloeden.
Afstelling brander
Afb. 28
23 NL
5728